Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1785

Vragen van het lid Wilders (Groep Wilders) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over het bericht dat de AIVD cruciale informatie zou hebben genegeerd inzake de moord op de heer Van Gogh. (Ingezonden 12 april 2005)

1

Heeft u kennisgenomen van de berichten «AIVD miste cruciale info moord Van Gogh» en «Een martelaarsbom op Lijn 17»?1 Wat is uw oordeel over het gestelde in deze artikelen?

2

Is er inderdaad meer informatie bij Mohammed B. aangetroffen bij zijn arrestatie op 29 september 2004 dan door u gemeld in uw brief aan de Kamer van 10 november 2004?2 Zo ja, welke informatie betreft dit?

3

Is het waar dat de AIVD de informatie over Mohammed B. zoals aangetroffen tijdens zijn arrestatie op 29 september 2004, pas op 22 december 2004 – dus ruim na de moord op de heer van Gogh – heeft overgedragen aan de Dienst Nationale Recherche van de KLPD? Waarom heeft dit zo lang geduurd en is de Dienst Nationale Recherche niet vóór de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004 geïnformeerd? Wat is er in de tussentijd precies met deze informatie gebeurd? Als deze informatie eerder zou zijn overgedragen aan de Dienst Nationale Recherche van de KLPD, zou dit dan hebben geleid tot intensievere observatie van of maatregelen tegen Mohammed B. vóór de moord op de heer Van Gogh op 2 november 2004? Wat is uw oordeel hierover en was u van dit alles op de hoogte?

4

Wanneer is het Openbaar Ministerie precies geïnformeerd over de informatie die is aangetroffen bij Mohammed B. bij zijn arrestatie op 29 september 2004?

5

Staat u nog steeds achter uw uitspraak over Mohammed B. gedaan tijdens het debat op 11 november 2004: «Hij was wel ondersteunend, maar aanwijzingen dat hij risicovol was, waren er niet»?3 Kunt u uw antwoord toelichten?

6

Kunt u deze vragen – gelet op de ernst van de zaak – voor donderdag 14 april a.s. 12.00 uur beantwoorden?

Antwoord

Antwoord van minister Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Justitie. (Ontvangen 2 juni 2005)

1 t/m 4

Wij stellen vast dat het hier bekende feiten betreft. U zij verwezen naar de brief van 10 november 2004 en de daarbij meegestuurde bijlagen (KII 2004–2005, 29 854, nr. 3). Kort gezegd komt het er op neer dat de informatie die op 29 september 2004 werd aangetroffen geen nieuwe informatie bevatte en het dan bestaande beeld bevestigde dat de AIVD reeds van Mohammed B. had.

In het kader van het strafrechtelijk onderzoek heeft het OM op 20 december 2004 verzocht om de hierboven genoemde informatie. Die is door de dienst op 22 december 2004 verstrekt. Overigens doen wij over lopende strafrechtelijke onderzoeken geen mededelingen.

5

Ja. Wij zijn van mening dat de informatie waarover tot op dat moment – 11 november 2004 – werd beschikt geen enkele concrete aanwijzing bevatte voor een centrale rol van Mohammed B. in het Hofstadnetwerk of voor een mogelijk door hem te plegen terroristische daad.

6

De vragen zijn hiermee beantwoord.


XNoot
1

De Volkskrant, 9 april jl.

XNoot
2

Kamerstuk 29 854, nr. 3, blz. 31.

XNoot
3

Handelingen Tweede Kamer d.d. 11 november 2004, TK 22, 22-1303.

Naar boven