Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1278

Vragen van het lid Van Baalen (VVD) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de grenzen van Suriname. (Ingezonden 7 maart 2005)

1

Waarom gebruikt uw ministerie bij het landenoverzicht Suriname een kaart zonder de door Frankrijk (ten oosten van de Litani-rivier) en Guyana (ten westen van de Coeroenie-rivier) betwiste gebieden, terwijl ook Nederland vóór 1975 deze gebieden als onderdeel van Suriname beschouwde?

2

Wanneer en waarom is het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van deze grens gewijzigd en volgt de regering nu de grens met de Coeroenie?¹

3

Welke status hebben deze gebieden nu? Neemt u met deze kaart een standpunt in ten nadele van Suriname?

4

Ondersteunt de Nederlandse regering, gezien haar standpunt in de Tweede Kamer op 23 oktober 1975 over de «landgrens», de Surinaamse regering in de arbitragezaak voor het International Tribunal for the Law of the Sea (ITLOS) over de zeegrens?

Antwoord

Antwoord van minister Bot (Buitenlandse Zaken). (Ontvangen 29 maart 2005)

1

Abusievelijk is een niet-correcte kaart van een externe leverancier gebruikt. Dit abuis is inmiddels hersteld. In de thans gehanteerde kaart van Suriname worden de betwiste gebieden gearceerd weergegeven.

2

Zie het antwoord op vraag 1.

3

Deze gebieden zijn nog steeds betwist. Met de huidige kaart wordt door Nederland geen standpunt ingenomen.

4

Voor het antwoord wordt verwezen naar TK, vergaderjaar 2004–2005, Aanhangsel der Handelingen II, nr. 605 alsmede TK, vergaderjaar 2004–2005, 20 361, nr. 119.

---

1 In het debat (Handelingen vergaderjaar 1975–1976, 23 oktober 1975, blz. 606) in de Tweede Kamer over de onafhankelijkheid van Suriname op 23 oktober 1975 stelde de toenmalige staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Kooijmans, dat «het nauwkeurig verloop van de territoriale grens (met Guyana) tot aan de kust onbetwist vastligt – de grens is de westelijke oever van de Corantijn».