Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

669

Vragen van het lid Timmer (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over mogelijke alcoholreclame op het internet. (Ingezonden 28 oktober 2003)

1

Bent u bekend met het rapport van de Stichting Alcoholpreventie over alcoholreclame op internet en de aantrekkelijkheid daarvan voor jongeren?1

2

Wat is uw oordeel hierover in het licht van verschillende Kamermoties om bepaalde vormen van alcoholmarketing te verbieden2, de toezegging van de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in een brief om alcoholmarketing te beperken (via het reclamebesluit in de zin van artikel 2 van de Drank- en Horecawet)3 en de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door de leden Boelhouwer en Timmer over dit onderwerp op 26 juni 2003?4

3

Bent u van mening dat, ondanks overleg met de alcoholbranche, de vooral op de jongeren gerichte marketing niet is verminderd, maar alleen is verplaatst naar andere media, zoals het internet?

4

Bent u inmiddels in overleg getreden met de alcoholbranche over marketing gericht op jongeren onder de 18 jaar, zoals u heeft aangekondigd in uw antwoord op de vragen van de leden Boelhouwer en Timmer?5

5

Bent u van mening dat het overleg met de alcoholbranche zal leiden tot daadwerkelijke vermindering van alcoholmarketing, gericht op jongeren onder de 18 jaar? Zo ja, waarop baseert u deze veronderstelling? Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen en wanneer?

6

Geeft deze berichtgeving aanleiding om een Reclamebesluit op grond van de Drank-en Horecawet niet langer uit te stellen? Zo ja, wanneer kan de Kamer het besluit tegemoet zien?

Antwoord

Antwoord van minister Hoogervorst (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). (Ontvangen 23 januari 2004), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 481, vergaderjaar 2003–2004

1

Ja.

2

Naar mijn oordeel is het onwenselijk dat jongeren via het Internet worden blootgesteld aan alcoholmarketing. Het is zaak dat de alcoholbranche haar maatschappelijke verantwoordelijkheid in deze nu serieus neemt en de marketing richting minderjarigen staakt. Dit staat in wezen los van de vraag via welk medium deze alcoholreclame, – promotie en – sponsoring plaatsvindt. Lukt het de alcoholbranche niet zichzelf binnen afzienbare termijn in deze wezenlijke beperkingen op te leggen, dan zal ik een ontwerp-Reclamebesluit krachtens de Drank- en Horecawet voordragen. Deze beleidslijn ligt in het verlengde van die van mijn ambtsvoorgangers en spoort ook met mijn gememoreerde antwoorden van 9 juli 2003. (Aanhangsel Handelingen nr. 1606, vergaderjaar 2002–2003.)

3

Ik ben van mening dat de alcoholmarketing nog te veel gericht is op jongeren. Uit de analyses van Stichting Alcoholpreventie, die in opdracht van VWS de praktijk van de alcoholmarketing volgt, blijkt dat er inderdaad sprake is van substitutie naar moderne media, zoals het Internet.

4

Op 8 september jl. heb ik een brief gezonden naar alle leden van het Regulier Overleg Alcoholbeleid, dus ook de alcoholbranche, met daarin het verzoek aan te geven op welke wijze zij de inspanningen om alcoholmisbruik onder jongeren terug te dringen gaan intensiveren. Ik heb daarbij aangegeven dat het moet gaan om voorstellen specifiek binnen de eigen kolom en achterban. Een dezer dagen zal ik de alcoholbranche opnieuw schrijven, nu specifiek met het verzoek te komen met voorstellen gericht op stopzetting van de marketing gericht op minderjarigen; daarbij doe ik enige concrete suggesties mijnerzijds.

5

Mijn uitgangspunt is dat het overleg met de alcoholbranche zal móeten leiden tot het stopzetten van de alcoholmarketing richting minderjarigen. Zie verder mijn antwoord op vraag 2.

6

Zie het antwoord op vraag 2.


XNoot
1

Alcoholreclame op internet aantrekkelijk voor jongeren, Stichting Alcoholpreventie (oktober 2003).

XNoot
2

Moties op de stukken 26 565, nrs. 7, 8, 16.

XNoot
3

Kamerstuk 27 565, nr. 21.

XNoot
4

Aanhangsel Handelingen, nr. 1606, vergaderjaar 2002–2203.

XNoot
5

Idem.

Naar boven