Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

486

Vragen van het lid De Pater-van der Meer (CDA) aan de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over dat automobilisten XTC van de Universiteit van Maastricht krijgen. (Ingezonden 14 november 2002)

1

Bent u op de hoogte van een onderzoek van de Universiteit van Maastricht, waarin automobilisten XTC slikken, teneinde de rijvaardigheid onder invloed van deze drug te testen?

2

Wat is de aansprakelijkheidspositie van de meerijdende instructeur en de bestuurder indien een ongeval plaatsvindt?

3

Kunt u aangeven waarom een dergelijke test niet op een circuit wordt afgenomen, maar op de openbare weg?

4

Bent u van mening dat een dergelijk onderzoek waaraan alleen automobilisten meedoen die al vaker XTC hebben geslikt de verslaving in stand houdt? Zo nee, waarom niet?

5

Was u op de hoogte van dit onderzoek? Is voorafgaand overleg gevoerd en zo ja met wie?

Antwoord

Antwoord van minister De Boer (Verkeer en Waterstaat), mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (Ontvangen 11 december 2002)

1

Ja. Het bovengenoemde experiment vindt plaats in het kader van het zogenaamde IMMORTAL onderzoek (Impaired Motorists, Methods of Roadside Testing and for Licensing). Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van de Europese Commissie en zal in 2004 worden afgerond. IMMORTAL omvat een research-programma waarin het ongevalrisico van verschillende rijgevaarlijke middelen op het rijgedrag van automobilisten onderzocht wordt. Daarnaast worden de getolereerde limieten vastgesteld voor de beoordeling of iemand in aanmerking kan komen voor een rijbewijs.

Er is een consortium gevormd waaraan ook Nederland meedoet. De Universiteit Maastricht participeert in dit consortium met onderzoek naar de effecten van MDMA («ecstacy») op cognitie, psychomotoriek en rijvaardigheid van depressieve patiënten gedurende langdurige behandeling met antidepressiva.

2

Volgens het Burgerlijk Wetboek en de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen blijft een deelnemer aan de rijstudies altijd zelf juridisch aansprakelijk voor zijn rijgedrag. De universiteit is financieel aansprakelijk (dus niet de proefpersonen of de rij-instructeur!) en is goed verzekerd tegen de financiële gevolgen van eventuele calamiteiten.

3

Het probleem met kunstmatige tests op een circuit is dat een circuit geen reële verkeerssituatie representeert. Dat betekent bijvoorbeeld dat men de interactie tussen de auto van de proefpersoon en die van andere weggebruikers of met verkeersregels niet kan meten. Anticipatie op verkeer, verkeersinzicht, risicogedrag etc. zijn veel wezenlijker dan het meten van simpele technische handeling in een auto op een circuit. De mogelijkheden om rijgedrag te meten op een circuit zijn derhalve beperkt en zouden tot een conservatieve onderschatting van de effecten van XTC op rijgedrag kunnen leiden.

4

Dat XTC verslavend werkt is wetenschappelijk niet vastgesteld, dus de aanname dat het meedoen aan het experiment de verslaving in de hand zou werken is niet juist. In het onderzoek participeren recreatieve gebruikers van XTC; jongeren die incidenteel maar wel regelmatig XTC gebruiken. Bij het onderzoek worden in ieder geval geen drugsverslaafden betrokken. De proefpersonen zijn streng geselecteerd en voorbereid. Deelname aan de studie duurt ongeveer 6 weken, en gedurende die periode mogen de proefpersonen geen drugs gebruiken. Alleen op testdagen van het onderzoek krijgen de proefpersonen iets te slikken. Overigens gaat het in de XTC-studie slechts om een eenmalige dosering. In totaal doorlopen alle 18 proefpersonen allen 3 drugcondities waarin ze de rijtests afleggen:

1) XTC 75 mg

2) Ritalin 20 mg en

3) placebo.

Het onderzoeksprotocol is goedgekeurd door de Medisch Ethische Commissie van de Universiteit Maastricht en de landelijke Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek.

5

Mijn collega van VWS heeft ten behoeve van dit onderzoek een opiumwetverlof voor wetenschappelijke doeleinden verstrekt. Ook de hoofdofficier van Justitie in Maastricht is van te voren over het onderzoek geraadpleegd. Zij verleenden toestemming binnen de geldende wettelijke bepalingen.

Naar boven