Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1360
Vragen van het lid Samsom en Koenders (beiden
PvdA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Buitenlandse
Zaken over de mogelijke historische betrokkenheid van Urenco bij de
ontwikkeling van het Iraanse atoomprogramma. (Ingezonden 7 mei
2003)
1
Heeft u naast krantenberichten ook op andere wijze kennis genomen van
de precieze uitlatingen van de Russische minister Roemjanstev over mogelijke
indirecte betrokkenheid van Urenco bij het Iraanse nucleaire programma?
2
Klopt het dat door het IAEA in Iran ultracentrifuges zijn aangetroffen
die identiek zijn aan de centrifuges die door Urenco zijn ontwikkeld?
3
Klopt het dat het Iraanse regime in het begin van de jaren 70 mede-investeerder
was in Urenco? Hoe groot was het aandeel van Iran bij de ontwikkelingen van
Urenco? Betrof het ook een aandeel in de Nederlandse tak van Urenco? Wanneer
is dit aandeelhouderschap beëindigd?
4
Had Iran via deze investeringen toegang tot informatie over gevoelige
technologie? Welke technologie zou op deze wijze in Iraanse handen gevallen
kunnen zijn? Acht u het mogelijk dat het huidige Iraanse atoomprogramma inderdaad
mede gebaseerd is op Nederlandse verrijkingstechnologie?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid
Wilders, aanhangsel Handelingen nr. 1175, vergaderjaar 2002–2003.
Antwoord
Antwoord van minister Brinkhorst (Economische Zaken),
mede namens de minister van Buitenlandse Zaken. (Ontvangen 2 juni 2003)
1
Neen. Mij is echter bekend dat de Heer Neville Chamberlain, Voorzitter
van de Board of Directors van de Urenco Groep, naar aanleiding van de berichten
in de pers een brief heeft gestuurd aan minister Rumyantsev van Minatom waarin
hij de beschuldigingen weerspreekt. Minister Rumyantsev heeft inmiddels hierop
schriftelijk gereageerd blij te zijn met het antwoord dat Urenco nooit nucleaire
componenten of materiaal aan Iran heeft geleverd. Een copie van beide brieven
voeg ik te uwer informatie hierbij.1
2
Het IAEA heeft gemeld dat de in Iran aangetroffen ultracentrifuges gelijkenis
vertonen met die van Urenco. Er zijn evenwel geen gegevens bekend ten aanzien
van de technische specificaties en eigenschappen van deze centrifuges. Er
kan derhalve geen uitspraak worden gedaan over de mate van gelijkenis.
Iran zelf zou hebben ontkend dat buitenlandse firma's betrokken zouden
zijn bij het Iraanse nucleaire programma maar dat terzake van eigen «know
how» gebruik is gemaakt.
3
Iran is nooit als investeerder betrokken geweest bij Urenco.
4
Zie het antwoord op vraag 3 wat betreft de eerste twee vragen.
Voor wat betreft de slotvraag kan gesteld worden dat er geen enkele aanwijzing
is dat het huidige Iraanse nucleaire programma mede gebaseerd is op de Urenco
verrijkingstechnologie, welke in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk
is ontwikkeld.
XNoot
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.