Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
799
Vragen van de leden Atsma en Mosterd (beiden
CDA) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over MKZ
en Kootwijkerbroek. (Ingezonden 18 februari 2002)
1
Waarom zijn niet alle aanwezige monsters ingezet in de virusisolatietest
van 26 maart op lammerniercellen, nu er wordt gesteld dat er op 28 maart een
positieve uitslag was van de virusisolatietest op monster RAA0005462-2 en
dat daarom geen tweede test is ingezet? Is de test van het genoemde monster
gestart op 26 maart? Waren op 26 maart nog zeven andere heparinemonsters van
het bedrijf van Teunissen aanwezig bij ID Lelystad (te weten drie van de eerste
inzending en vier van de tweede inzending) waaronder een van hetzelfde dier
als het monster RAA0005462-2?
2
Is er na het ontstaan van alle twijfel en commotie over MKZ in Kootwijkerbroek
ook een hertest op het tweede monster van hetzelfde dier uitgevoerd? Zo neen,
waarom niet? Zo ja, wat was dan de uitslag en hoe is die gecommuniceerd?
3
Op welk tijdstip is men gestart met de eerste test op de monsters van
het bedrijf van Teunissen?
4
Hoe is gewaarborgd dat verschillende inzendingen van de avond van 20 maart
niet zijn verwisseld ondanks het buiten gebruik zijn van het informatiesysteem?
5
Wie heeft de eerste testen uitgevoerd en welke documenten zijn daarbij
gebruikt?
6
Waarom moest er een extern komen om de monsters van de taxichauffeur in
ontvangst te nemen? Waren er geen mensen van ID Lelystad aanwezig die dit
konden doen?
Aanvullende vragen naar aanleiding van de antwoorden in uw brief van 17
januari 2002 over MKZ en Kootwijkerbroek, kenmerk VVA 02.67/GK. De eerste
twee aanvullende vragen hebben specifiek betrekking op antwoord 21 van genoemde
brief en de overige vragen hebben betrekking op antwoord 22 van de genoemde
brief.
Antwoord
Antwoord van minister Brinkhorst (Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij). (Ontvangen 11 maart 2002)
1 en 2
In totaal zijn acht heparinemonsters, genomen op het bedrijf in Kootwijkerbroek,
gezonden naar ID-Lelystad. De eerste vier monsters zijn in de nacht van 20
op 21 maart 2001 gearriveerd, de tweede vier een dag later. Om elk misverstand
te voorkomen zij hieraan toegevoegd dat het hier gaat om monsters van meer
dan één dier. Alle monsters zijn ingezet voor de virusisolatietest
op varkensniercellen, met uiteindelijk een negatieve uitslag. Nadat op 28
maart 2001 het heparinemonster RAA 0005462-2 in de virusisolatietest op lammerniercellen
een positieve uitslag had gegeven, was er geen reden meer de andere heparinemonsters
ook nog in te zetten voor de virusisolatietest op lammerniercellen. In het
antwoord op vraag 21 van de heren Atsma en Mosterd zoals ik dat de Kamer op
17 januari 2002 heb doen toekomen, heb ik een en ander zeer uitvoerig uiteengezet.
Ik heb daaraan niets meer toe te voegen.
3
De eerste heparinemonsters zijn in de nacht van 20 op 21 maart 2001 in
Lelystad gearriveerd. Er is nog diezelfde nacht met de testen begonnen.
4
Elk binnenkomend monster wordt bij ID-Lelystad volgens een vastgestelde
procedure verwerkt. Het al of niet operationeel zijn van het geautomatiseerde
systeem is daarbij niet van betekenis; elke inzending wordt uniek gecodeerd
en afzonderlijk bewerkt.
5
De testen zijn door verschillende medewerkers van ID-Lelystad volgens
de geldende procedures uitgevoerd. De betrokken medewerkers zijn ervaren in
de virologische laboratoriumdiagnostiek.
6
Deze vraag moet, naar van de zijde van ID-Lelystad is verzekerd, op een
misverstand berusten. Van de inzet van een externe kracht is geen sprake geweest.