Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

248

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de ministers van Economische Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken over een order van Ballast Nedam in verband met de aanleg van een marinebasis in India. (Ingezonden 20 oktober 1999)

1

Bent u op de hoogte van de order ter waarde van 120 miljoen gulden van Ballast Nedam in verband met de aanleg van een marinebasis in India?1

2

Wordt deze basis genoemd als nieuwe thuishaven voor onderzeeërs van de Indiase Marine? Staat in de planning van het Indiase nucleaire programma dat onderzeeërs uitgerust zullen gaan worden met kernwapens?1 en 2

3

Hoe beoordeelt u deze order in het licht van het thans geldende wapenembargo van Nederland en de Verenigde Staten tegen India dat ingesteld werd nadat India en Pakistan kernproeven namen? Bent u van oordeel dat, hoewel de bedoelde order niet vergunningsplichtig is in de zin van de In- en Uitvoerwet betreffende strategische Goederen, deze indruist tegen de geest van het wapenembargo, in het bijzonder wanneer straks, mede dankzij Nederlandse deelname aan de bouw ervan, Indiase kernonderzeeërs hier hun basis zullen hebben? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen? Zo neen, waarom niet?1 en 2

4

Is het mogelijk in de toekomst ook opdrachten voor militaire infrastructurele projecten te toetsen aan de criteria van het wapenexportbeleid? Bent u bereid in dit verband aanpassingen aan de huidige wetgeving hieromtrent te overwegen?

5

Wordt op EU-niveau discussie gevoerd over het wapenexportbeleid en over de vraag hoe militaire infrastructurele projecten hierin opgenomen zouden kunnen worden? Wat is de stand van zaken nu? Wat is de Nederlandse inbreng in deze discussie?

6

Bent u van oordeel dat het een consistent beleid is om enerzijds ontwikkelingshulp te verlenen aan een land en anderzijds mee te werken aan het omhoog drijven van het defensiebudget van hetzelfde ontwikkelingsland?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Ybema (Economische Zaken), mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking. (Ontvangen 9 november 1999)

1

Ja.

2

De marinebasis te Karwar in de Indiase deelstaat Karnataka is bedoeld ter ontlasting van de bestaande basis te Mumbai. Alhoewel concrete aanwijzingen daarvoor niet bekend zijn, is niet uit te sluiten dat de haven gebruikt zal worden door Indiase onderzeeboten.

De Indiase nationale veiligheidsraad bracht eind augustus van dit jaar een ontwerp-nucleaire doctrine uit, waarin ambitieuze plannen werden uiteengezet voor een zogenaamde nucleaire triade. Onderzeeboten uitgerust met nucleaire wapens zouden hiervan onderdeel kunnen uitmaken. Deze ontwerp-nucleaire doctrine is overigens nog niet overgenomen door de nieuwe Indiase regering en er zijn dezerzijds dan ook geen concrete plannen bekend voor de tenuitvoerlegging ervan. Bij het komende bezoek van de minister-president Kok aan India zal ondermeer een oproep worden gedaan tot uiterste terughoudendheid op nucleair militair gebied.

3

Nederland heeft, na de door India en Pakistan in mei 1998 uitgevoerde kernproeven, een stop ingesteld op de afgifte van vergunningen voor de uitvoer van militair materieel naar die landen.

De werkzaamheden die Ballast Nedam Baggeren B.V. in Karwar zal verrichten bij de aanleg van de nieuwe haven, bestaan uit de bouw van enkele dammen die het havenbekken moeten beschermen tegen de golven, het uitbaggeren van het havenbekken en de toegangsgeul daarvoor en het opspuiten van het haventerrein.

Voorzover deze werkzaamheden al zullen leiden tot de uitvoer van goederen vanuit Nederland, zal het daarbij niet om militaire goederen gaan in de zin van het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963. De vergunningenstop speelt hierbij derhalve geen rol.

4

Neen. De In- en uitvoerwet en het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963, waar de toetsing van vergunningaanvragen aan de criteria van het wapenexportbeleid uit voortvloeien, richten zich exclusief op goederentransacties.

Dienstverleningsovereenkomsten met buitenlandse partijen, zoals de onderhavige baggeropdracht voor Ballast Nedam Baggeren B.V., kunnen niet op die wettelijke basis getoetst worden. Anders is dat met de Sanctiewet, op grond waarvan het mogelijk is om ook economische activiteiten van een meer algemene aard met bepaalde andere landen te verbieden en een toetsing te introduceren indien ontheffingen op zo'n verbod kunnen worden verleend. De Sanctiewet kan echter alleen worden toegepast op grond van besluiten of aanbevelingen van organen van volkenrechtelijke organisaties dan wel internationale afspraken. Zulke aanbevelingen of besluiten ontbreken ten aanzien van India en Pakistan.

Voor wat de vraag naar de bereidheid tot aanpassing van de wetgeving betreft, meen ik dat civiele aannemingswerkzaamheden, ook al zouden deze ten goede komen van een militair-infrastructureel project, niet van dien aard zijn dat deze de introductie van nieuwe interventiemogelijkheden voor de overheid in de private sector rechtvaardigen. Bovendien geldt voor zulke werkzaamheden dat in de regel sprake zal zijn van wereldwijde beschikbaarheid, zowel wat de diensten betreft als de daarbij gebruikte goederen.

Onder die omstandigheid kunnen, zelfs als daar wel de behoefte toe wordt gevoeld, beperkende maatregelen alleen effectief zijn, indien daar een breed internationaal draagvlak voor bestaat.

5

In de Raadswerkgroep COARM wordt geregeld gesproken over het door de EU-lidstaten gevoerde wapenexportbeleid. De vraag of orders voor militaire infrastructurele projecten aan het wapenexportbeleid moeten worden getoetst is daar tot dusver niet aan de orde geweest. Dit ligt, omdat zulke projecten over het algemeen niet tot export van wapens zullen leiden, ook niet in de rede.

6

Het voornemen om te Karwar een marinehaven aan te leggen dateert al van begin jaren tachtig. Derhalve kan naar het inzicht van de Regering in het kader van deze transactie niet worden gesproken van het omhoog drijven van het defensiebudget.

Voor wat betreft de relatie tussen de bilaterale ontwikkelingssamenwerking en de defensieuitgaven verwijs ik kortheidshalve naar de behandeling van de OS-landenkeuze in uw Kamer eerder dit jaar.


XNoot
1

Radio 1 – Argos, 15 oktober jl.

XNoot
2

Janes Defence Weekly – 30 september 1998 Indian Navy plans $ 3b relocation.

Naar boven