Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1053

Vragen van het lid Hoekema (D66) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over streektalen. (Ingezonden 24 februari 2000)

1

Is c.q. wordt de Nederlandse Taalunie geraadpleegd over de erkenning van het Limburgs als streektaal onder categorie II van het Handvest Streektalen van de Raad van Europa en de mogelijke erkenning van het Zeeuws? Zo ja, met welk resultaat? Zo neen, waarom niet?1

2

Welke positie neemt u in bij de discussie over de gevolgen van de erkenning van streektalen in Nederland voor de posities van het Nederlands in onder meer het bredere Benelux-verband?

Antwoord

Antwoord van minister De Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en staatssecretaris Van der Ploeg (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen). (Ontvangen 5 april 2000), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 918, vergaderjaar 1999–2000

1

De beleidslijn die in 1997 met de erkenning van het Limburgs is gevolgd, is dat geen inhoudelijke toetsing heeft plaatsgevonden bij het beantwoorden van de vraag of het Limburgs moet worden gezien als een bijzondere variant van de Nederlandse taal dan wel als een eigen, niet-Nederlandse taal zoals bedoeld in artikel 1 van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Uitgangspunt bij het besluit tot erkenning is geweest dat de provincie Limburg grote waarde hechtte aan erkenning van het Limburgs als regionale taal onder deel II van het Europees Handvest. Dit verzoek is door de Rijksoverheid gehonoreerd. Terugkijkend was er veel voor te zeggen geweest wanneer het kabinet het verzoek van de provincie Limburg ter toetsing had voorgelegd aan de organen van de Nederlandse Taalunie.

2

Teneinde te bevorderen dat in de toekomst het taalbeleid in Nederland en Vlaanderen zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd, is in het Comité van Ministers van de Taalunie afgesproken dat eventuele toekomstige verzoeken tot erkenning van streektalen als regionale talen in de zin van het Handvest voortaan voor advies aan de organen van de Taalunie worden voorgelegd.


XNoot
1

NRC-Handelsblad van 12 en 15 februari jl.

Naar boven