Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

545

Vragen van het lid Van der Hoeven (CDA) aan de minister van Justitie over mogelijke gedragsproblemen bij geadopteerde kinderen. (Ingezonden 18 december 1998)

1

Hebt u kennisgenomen van het onlangs verschenen proefschrift van Geert-Jan Stams waarin hij aantoont dat 30% van de zevenjarige (uit het buitenland afkomstige) kinderen die vóór hun zesde levensmaand zijn geadopteerd, thuis aanzienlijke gedragsproblemen vertonen?1

2

Onderschrijft u de in het proefschrift getrokken conclusies?

3

Is er reeds eerder op verzoek van uw ministerie door een aantal externe organisaties een samenhangend traject voor nazorg aan geadopteerden en hun adoptieouders ontwikkeld in het kader van de ratificatie van het Haags Verdrag?

4

Is dit project inmiddels gehonoreerd? Zo neen, waarom niet? Wanneer komt deze honorering dan wel?

Antwoord

Antwoord van minister Korthals (Justitie). (Ontvangen 31 december 1998)

1

Ja.

2

Mij staan geen gegevens ter beschikking die de conclusies uit het proefschrift weerspreken.

3

Ja. Dit betrof een gezamenlijk voorstel van de Federatie van Instellingen voor Therapeutische Gezinsverpleging (FTGV), de William Schrikkerstichting (WS), het Bureau Voorlichting Interlandelijke Adoptie (Bureau VIA) en het Werkverband Adoptie Nazorg (WAN).

4

Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van de wetsvoorstellen tot goedkeuring en uitvoering van het Haags verdrag inzake internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van interlandelijke adoptie, is deze kwestie aan de orde geweest. Door de vorige Staatssecretaris is toen toegezegd te bezien of en op welke wijze in 1998 reeds voorwaarden kunnen worden geschapen voor een landelijk aanbod van begeleiding en nazorg bij interlandelijke adoptie. Een en ander is door mij aan de Tweede Kamer medegedeeld bij gelegenheid van de behandeling van de begroting van het ministerie van Justitie voor 1999.

Deze toezegging is tot op heden niet gehonoreerd. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat bij de samenstelling van de begroting voor 1999 diverse belangen, waaronder de jeugdzorg en de bestrijding van de jeugdcriminaliteit om voorrang streden en dat ik heb moeten besluiten om aan deze laatste onderwerpen de hoogste prioriteit toe te kennen. Dit betekent echter niet dat ik aan een goede voorziening van begeleiding en nazorg bij interlandelijke adoptie geen groot belang zou hechten. Ik ga inmiddels na of, en zo ja in hoeverre, de activiteiten voor de adoptienazorg kunnen worden ingepast in het voorzieningenpakket van de jeugdhulpverlening.


XNoot
1

Trouw, 1 december jl. Het Parool, 3 december jl. Algemeen Dagblad, 1 december jl.

Naar boven