Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
934
Vragen van het lid Sipkes (GroenLinks) over de
Afcea-wapenbeurs. (Ingezonden 3 februari 1998)
1
Is het u bekend dat de Afcea-wapenbeurs pogingen onderneemt om hun omstreden
«tentoonstelling» van defensiesytemen te verplaatsen van Brussel
naar Den Haag?1
2
Is het u bekend dat a) er in het verleden op deze tentoonstelling veel
strategisch materieel stond opgesteld waarvoor geen exportvergunning bestond
en b) gebleken is dat er op deze tentoonstelling wel degelijk ook wapens konden
worden besteld? Hoe oordeelt u hierover?
3
Heeft de Belgische staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Moreels
minister Pronk schriftelijk gevraagd de Afcea-beurs te verbieden?
4
Hebt u hier al op gereageerd? Zo ja, hoe luidde die reactie?
5
Staat een dergelijke beurs niet op gespannen voet met de letter en de
geest van het Nederlandse wapenexportbeleid?
6
Deelt u het standpunt dat een verbod van deze beurs verstandig is daar
het beter is te voorkomen dan te genezen?
7
Bent u in staat en bereid een dergelijk verbod uit te vaardigen?
Antwoord
Antwoord van minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken),
mede namens de ministers voor Ontwikkelingssamenwerking en van Binnenlandse
Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken. (Ontvangen 18 maart
1998)
1
Ja, het is mij bekend dat Afcea pogingen heeft ondernomen de tentoonstellingsbeurs
voor hoogtechnologische defensiesystemen te verplaatsen naar Den Haag.
2
a) De Belgische Economische Inspectiedienst heeft na afloop van de AFCEA-beurs
van 28–30 oktober 1997 op het beursterrein een aantal goederen in beslag
genomen, die als militair-strategisch werden bestempeld. Vernomen werd, dat
de Belgische Regering nog overweegt het rapport van de Inspectiedienst aan
de Nederlandse Regering ter beschikking te stellen.
b) De functie van tentoonstellingsbeurzen is onder meer dat aldaar bestellingen
kunnen worden geplaatst. Dit betekent echter niet dat de bestelde goederen
van daaruit ook zonder meer kunnen worden geleverd en geëxporteerd. Alvorens
export kan plaatsvinden zal immers in het land van uitvoer voor vergunningplichtige
goederen een vergunning moeten zijn verkregen.
3
Zoals vermeld in het antwoord d.d. 5 februari 1998 van Minister Pronk
op vragen van de heer Hoekema, heeft Staatssecretaris Moreels schiftelijk
gevraagd te onderzoeken welke mogelijkheden bestaan om de organisatie van
de beurs in Nederland te vermijden.
4 en 5
Minister Pronk heeft mij en de collega's van Economische Zaken en Defensie,
alsmede de Minister-President geïnformeerd over de inhoud van de brief
van Staatssecretaris Moreels, en zijn steun daarvoor uitgesproken. Minister
Pronk heeft Staatssecretaris Moreels aldus geïnformeerd.
De verhouding van een dergelijke tentoonstelling tot het wapenexportbeleid
is irrelevant, gezien het feit dat eventueel daaruit voortvloeiende uitvoer
van in Nederland vergunningplichtig militair-strategisch materieel onderworpen
blijft aan toetsing aan de Nederlandse wetgeving en het wapenexportbeleid,
dat wordt gekenmerkt door terughoudendheid.
6 en 7
Zoals de beursorganisatoren geen inbreuk maken op de relevante Nederlandse
wetgeving, en de openbare orde door het organiseren van deze beurs niet wordt
bedreigd, is er geen mogelijkheid het organiseren van een beurs te verbieden.
XNoot
1 Volkskrant, 29 januari jl., p. 8.