Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1554

Vragen van het lid Valk (PvdA) over de collectie van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden. (Ingezonden 24 mei 1996)

1

Is bij het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden een kwart van de collectie verdwenen?1

2

Zo ja, om welke delen van de collectie gaat het en welk bedrag is daarmee gemoeid?

3

Zijn vermissingen al geconstateerd bij de inventarisatie van de collectie in het kader van het Deltaplan voor het Cultuurbehoud? Zo neen, waarom niet?

4

Wanneer werd er voor het eerst geconstateerd, dat er sprake was van vermissing?

5

Waardoor hebben deze verdwijningen kunnen plaatsvinden?

6

Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar het verdwijnen van delen van deze collectie en hierover de Kamer te informeren?

Antwoord

Antwoord van Nader antwoord van staatssecretaris Nuis (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen). (Ontvangen 15 juli 1998), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 1341, vergaderjaar 1997–1998

In vervolg op de vragen van het lid Valk in mei 1996 over vermissingen uit de collectie van het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden (RMV), heb ik destijds toegezegd u te informeren over de afloop van het onderzoek naar deze vermissingen. Het strafrechtelijk onderzoek is thans, ruim twee jaar nadien, afgerond. Hierbij bericht ik u omtrent de afronding van dit onderzoek en de maatregelen ter verbetering van het beheer van de collectie van het RMV.

Het strafrechtelijk onderzoek

Zoals blijkt uit bijgaande brieven van de Officier van Justitie van het Arrondissementsparket Den Haag zijn in het verleden een groot aantal voorwerpen uit het RMV op al dan niet onrechtmatige wijze verdwenen. Het onderzoek heeft echter niet geleid tot het traceren van verdwenen voorwerpen en evenmin tot verdachten van strafbare feiten1.

Hierbij wordt aangetekend dat de wettelijke regeling rond verjaringstermijnen vervolging van mogelijke verdachten in de weg zou kunnen staan.

Uit diverse verhoren is wel gebleken dat het RMV tot 1988 slecht beveiligd was.

Maatregelen ter verbetering van het beheer van de collectie van het RMV

De vermissingen uit de collectie van het RMV, waaronder een aantal kostbare Japanse Netsukes, was voor de directeur van het RMV aanleiding om orde op zaken te stellen. Uit zijn rapportage, die u bijgaand aantreft, wil ik met name de volgende punten samengevat onder uw aandacht brengen:

– Sinds 1991 wordt de gehele collectie van het RMV in nieuwe depotloodsen opgeborgen, die adequaat en elektronisch beveiligd zijn. Hiermee is een einde gekomen aan de situatie uit het verleden, waarin men ongecontroleerd toegang had tot de depots van het museum.

– De basisregistratie van de collectie, in beheer bij het RMV is zo goed als afgerond.

– Daarnaast zullen alle verdwenen voorwerpen worden opgenomen in een zogenaamd zwartboek. Het zwartboek kan als basis dienen voor de Centrale Recherche- en Informatiedienst en Interpol om zo mogelijk verdwenen voorwerpen te traceren. Voorts kan het aanleiding zijn voor Justitie om zo nodig het strafrechtelijk onderzoek te heropenen.

Voor meer gedetailleerde informatie omtrent de inventarisatie van het collectiebestand van het museum verwijs ik u naar bijgaande brief van de directeur van het RMV2. In de hoop u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht, verblijf ik,


XNoot
1

De Volkskrant, 23 mei 1996.

XNoot
1

Bijlage ter inzage gelegd bij afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
2

Idem.

Naar boven