Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
141
Vragen van de leden Rabbae en Sipkes (beiden
GroenLinks) over een Turkse munitiefabriek. (Ingezonden
23 september 1997)
1
Hebt u kennis genomen van het feit dat op 3 juli jl. de munitiefabriek
van het Turkse bedrijf MKEK in Kirikkale door explosie is verwoest waarbij
dodelijke slachtoffers waren te betreuren?
2
Wat is de toedracht van de ramp? Waren de veiligheidsgaranties in de fabriek
in orde gemeten naar Nederlandse maatstaven?
3
Wat betekent dit voor de joint-venture van Eurometaal met dit bedrijf
voor het gezamenlijk produceren van M 483-munitie? En wat betekent dit voor
het contract van de Nederlandse landmacht voor M 483-munitie?
4
Als de productie op een nieuwe plaats hervat zou worden, is dan volgens
u een nieuwe exportvergunning nodig? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat
u dan beslissen met inachtneming van de criteria voor wapenexport?
5
Zijn de afgelopen jaren (sinds 1994) bij het gewelddadige optreden van
het Turkse leger tegen de Koerdische bevolking, waarbij zware artillerie gebruikt
werd, M 483-granaten met hulzen van Eurometaal gebruikt? Waarop berust uw
informatie hieromtrent?
6
Vindt u niet dat de voortdurende schendingen van de mensenrechten door
de Turkse overheid en het gewelddadige optreden van het Turkse leger in Turks
Koerdistan op zich al reden genoeg zijn om gezamenlijke Turks-Nederlandse
wapenproductie te beëindigen?
Antwoord
Antwoord van minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken),
mede namens de staatssecretarissen van Defensie en van Economische Zaken. (Ontvangen 14 oktober 1997)
2
De explosie in de fabriek werd veroorzaakt door brand. De fabriek voldeed,
volgens terzake ingewonnen informatie, aan de ter plaatse geldende veiligheidseisen.
3
Het gaat hier niet om een joint venture; MKEK is een onderaannemer van
Eurometaal. Het ligt in de verwachting dat de productie per 1 april 1998 kan
worden hervat, zodat Eurometaal aan zijn contractuele verplichtingen jegens
de Koninklijke landmacht kan voldoen, zij het met een vertraging van zes tot
twaalf maanden.
4
De calamiteit is niet van invloed op de geldigheid van de reeds verstrekte
vergunning.
5 en 6
Zoals bekend voert Nederland een terughoudend wapenexportbeleid. Aanvragen
voor de uitvoer van militair materieel, ook naar Turkije, worden steeds per
geval getoetst aan de criteria van het wapenexportbeleid in het licht van
de omstandigheden van dat moment.
Bij de toetsing van wapenexporten wordt rekening gehouden met het feit
dat het NAVO-lidmaatschap de bereidheid inhoudt tot overdracht van militair
materieel aan bondgenoten. In dit verband kan over het M 483-project worden
opgemerkt dat daarmee materieelstandaardisatie wordt beoogd.
Naar aanleiding van de huidige militaire operatie van de Turkse strijdkrachten
in Noord-Irak worden vooralsnog geen nieuwe vergunningen verleend voor de
export van luchtmacht- en landmachtmaterieel.
Elk wapen kan in beginsel tegen personele doelen worden gebruikt. Een
dergelijk gebruik van M 483-munitie, die speciaal is ontwikkeld ter bestrijding
van licht gepantserde eenheden, is derhalve in theorie niet onmogelijk, maar
Nederland heeft vooralsnog geen reden aan te nemen dat bedoeld defensiematerieel
bij genoemde actie is ingezet. Bovendien kan sterk worden betwijfeld of inzet
van M 483-munitie met de daarvoor bestemde vuurmonden mogelijk is in een zwaar
terrein als Zuid-Oost Turkije en in Noord-Irak.