Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2

Vragen van de leden Hoekema, Augusteijn-Esser en De Koning (allen D66) over het vernietigen van munitie. (Ingezonden 28 augustus 1996)

1

Bestaan er plannen om «losse» munitie te vernietigen in een verwerkingsinstallatie in Ruinen?1 In welk stadium zijn deze plannen?

2

Zou de bouw van een dergelijke installatie in overeenstemming zijn met het Streekplan Drenthe?

3

Tot welke bedrijfscategorie behoort de beoogde munitie- en vuurwerkafvalverwerking?

4

Waarom in het niet mogelijk om de munitie te laten vernietigen bij de producent, zoals thans het geval is bij bulk-partijen?

5

Welke maatregelen worden voorzien om, indien vernietiging bij de producent onmogelijk zou zijn, de munitie absoluut veilig en zonder milieu-schade te laten vernietigen?

6

Worden méér lokaties voor de eventuele vestiging van een verwerkingsinstallatie overwogen?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Gmelich Meijling (Defensie), mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. (Ontvangen 17 september 1996)

1

Ja. Het ministerie van Defensie is voornemens een installatie te bouwen voor de vernietiging van munitieartikelen, munitierestanten, dan wel zeer kleine aantallen munitie die niet doelmatig bij de producent te vernietigen zijn. Ook zal in beslag genomen vuurwerk kunnen worden vernietigd. Momenteel verkeert het project in het stadium dat offertes zijn gevraagd aan de industrie. De offertes zullen naar verwachting medio oktober 1996 worden ingediend.

2

In het vigerende streekplan Drenthe is het complex Ruinen op de functiekaart aangeduid als materieel-/munitiecomplex met bijbehorende veiligheidszones. In de beschrijving bij deze aanduiding is aangegeven dat dit complex zijn militaire functie kan behouden, overeenkomstig het huidig gebruik als munitiewerkplaats. Het voornemen is om de munitievernietigingsinstallatie op het complex Ruinen te realiseren. Ik ga er van uit dat de voorgenomen bouw past binnen het streekplan. De provincie heeft terzake overigens nog geen standpunt ingenomen.

3

Op basis van ervaring en kennis over thans gangbare installaties wordt verwacht dat voor de bedoelde installatie categorie 3 of 4 (categorie-indeling «Bedrijven en Milieuzonering», VNG, 1992) zal gelden. De exacte indeling in bedrijfscategorie kan nog niet worden aangegeven, omdat op dit moment nog niet bekend is volgens welk bedrijfsproces de vernietigingsinstallatie zal gaan werken. Hierover ontstaat pas meer duidelijkheid nadat de offertes (zie antwoord op vraag 1) zijn beoordeeld.

4

Het uitbesteden van de vernietiging van munitieartikelen bij de producent is om de volgende redenen niet goed mogelijk:

a. Een aantal munitieartikelen is niet geproduceerd door de industrie, zoals restanten die zijn vrijgekomen na modificatie of andere werkzaamheden aan de munitie, uitgevoerd door defensiewerkplaatsen.

b. Een deel van de munitieartikelen is gevonden door de Explosieven Opruimingsdienst of is in beslag genomen door Justitie.

c. Voor het merendeel van de munitieartikelen die binnen de beoogde installatie vernietigd moeten worden zijn grensoverschrijdende transporten niet toegestaan.

d. De massa's van de zeer grote variëteit in soorten te vernietigen munitieartikelen zijn relatief gering voor interessante industriële opdrachten. Met uitzondering van feestvuurwerk (ca. 250 ton) variëren de massa's tussen 5 en 60 ton op jaarbasis.

e. Van vele munitieartikelen is de producent niet of niet meer bekend, of is de oorspronkelijke producent niet meer in deze branche werkzaam, als gevolg van opheffing of omschakeling op andere producten.

Overigens zal voor overtollige munitie waarbij grensoverschrijdend transport wel mogelijk is en vernietiging doelmatig kan worden uitbesteed, deze aan de industrie ter vernietiging worden aangeboden.

5

De munitievernietigingsinstallatie zal (uiteraard) voldoen aan alle eisen die daaraan door de milieuwetgeving worden gesteld.

In het Programma van Eisen voor de installatie is derhalve vastgelegd dat rekening moet worden gehouden met de eisen die worden gesteld door:

– Wet Milieubeheer

– Wet Verontreiniging Oppervlaktewater

– Nederlandse Emissie Richtlijnen

– Besluit Luchtemissie Afvalverbrandingsinstallaties

– Richtlijnen Verbranding Gevaarlijke Afvalstoffen

– Besluit Risico Zware Ongevallen

– Wet Bodembescherming

6

Door Defensie is een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden om een munitievernietigingsinstallatie te realiseren. In deze studie is ook gekeken naar potentiële vestigingslocaties, waarbij onder andere de aspecten «veiligheid» en «reeds aanwezige infrastructuur» als belangrijke criteria in beschouwing zijn genomen. Op basis van de gehanteerde criteria is uiteindelijk de locatie Ruinen als beste naar voren gekomen en zijn andere potentiële locaties afgevallen.


XNoot
1

Nieuwsblad van het Noorden, 7 augustus '96, NRC/Handelsblad, 8 augustus '96.

Naar boven