Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1356

Vragen van de leden Van Traa en Apostolou (beiden PvdA) over mogelijke uitvoer van militaire goederen naar China. (Ingezonden 28 mei 1997)

1

Heeft Nederland in 1996 vergunningen verleend ten behoeve van de uitvoer van militaire goederen naar China?

2

Zo ja, wat zijn de redenen dat hier gehandeld is in weerwil van het geldende beleid van de Europese Unie ten aanzien van uitvoer van militaire goederen naar China, zoals laatstelijk uiteengezet door de minister van Buitenlandse Zaken tijdens het Algemeen Overleg over de derde voortgangsnotitie Mensenrechten op 15 mei 1997?

Antwoord

Antwoord van minister Van Mierlo (Buitenlandse Zaken), mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken. (Ontvangen 9 juni 1997)

1 en 2

Voor het antwoord op vraag 1 zij verwezen naar de vertrouwelijke bijlage bij de brief van de Minister van Economische Zaken, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de rapportage wapenexporten 1996, dd. 22 mei jl.1

Gezien het duidelijke verband tussen de gestelde vragen en de vertrouwelijke bijlage bij eerdergenoemde brief, is de Regering van oordeel dat in dit geval inhoudelijke beantwoording van de vragen op gespannen voet zou staan met het door de Regering aangegeven vertrouwelijke karakter van de gegevens in kwestie.

Dit laat onverlet dat de Regering bereid is toelichting te geven op en verantwoording af te leggen over de toetsing van wapenexportaanvragen aan de criteria van het wapenexportbeleid. De Regering is dan ook bereid in het mondeling vertrouwelijk overleg naar aanleiding van de rapportage wapenexporten 1996 desgewenst nader in te gaan op de door de leden Van Traa en Apostolou gestelde vragen.

Op deze plaats wil de Regering volstaan met de constatering dat zij zich heeft ingezet voor een uniforme interpretatie door alle EU-lidstaten van het wapenembargo ten aanzien van China. Bij gebleken ontstentenis hiervan – een aantal lidstaten interpreteert het embargo niet alomvattend – heeft Nederland zich het recht voorbehouden om, in navolging van andere EU-landen, ten aanzien van bepaalde militaire goederen een ad hoc benadering te volgen. In de praktijk is op grond van deze benadering sinds de instelling van het wapenembargo in 1989 uitsluitend goedkeuring verleend voor de uitvoer naar China van onderdelen voor optische apparatuur. Aanvragen voor de levering van andere militaire goederen zijn op grond van het wapenembargo tot dusver onverkort afgewezen.


XNoot
1

EZ-97-300

Naar boven