Vragen van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) op 25 september 2023 medegedeeld aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over een artikel in het Noordhollands Dagblad.

Antwoorden van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 29 september 2023).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het artikel in het Noordhollands Dagblad «Zware kritiek op «verslechtering» NS»?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van dit artikel.

Vraag 2

Bent u bekend met de in het artikel genoemde brief aan de NS, die is ondertekend door Jeroen Olthof, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland, door Nils Langedijk namens het Platform Mobiliteit Noord-Holland Noord en door wethouders van een groot aantal Noord-Hollandse gemeenten?2

Antwoord 2

Ja, ik ben bekend met deze brief.

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat de informatie in het artikel over de stelselmatig verminderde reismogelijkheden in de regio klopt?

Antwoord 3

NS constateert dat na corona het reisgedrag blijvend veranderd is. Op sommige momenten zijn er minder reizigers in de trein, zoals op vrijdag, terwijl het reizigersaantal landelijk gezien in daluren en in het weekend juist al niveaus aantikt van voor corona. Dinsdagen en donderdagen zijn typische forensendagen geworden. Dit vraagt om een andere dienstregeling dan voorheen. Daarom rijden er op maandag tot donderdag meer treinen dan op vrijdag en breidt NS, in sommige delen van het land, in de weekenden en de daluren juist verder uit. NS kijkt integraal naar de reizigersstromen en op basis daarvan worden de beschikbare middelen zo ingezet dat de meeste reizigers ervan profiteren. Ook zijn er trajecten waar NS op rustige momenten minder treinen gaat rijden. De dienstregeling van de Intercity tussen Alkmaar en Amsterdam is tijdens de brede avondspits aangepast aan wat wij elders tussen grote steden al doen (bijvoorbeeld Utrecht-Rotterdam). Voor de regio Noord-Holland Noord geldt dat de spits IC Alkmaar-Haarlem niet rijdt (in lijn met elders in het land) en dat er enkele treinfrequenties in het dal zijn aangepast of overeenkomen met de dienstregeling van 2023. In Noord-Holland worden hiermee, aan de hand van reizigersvraag en inzet van de beschikbare middelen, dezelfde soort maatregelen getroffen als elders in het land.

Vraag 4

Bent u het met de in het artikel geciteerde voorzitter van het Platform Mobiliteit Noord-Holland Noord eens dat met de huidige voorstellen de grens van wat een kwalitatief aantrekkelijk treinproduct hoort te zijn is overschreden?

Antwoord 4

Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 3 worden de beschikbare middelen zo ingezet dat de meeste reizigers ervan profiteren op basis van de reizigersstromen. Ook monitort NS actief de drukte in treinen en zal NS treinen langer maken als het reizigersaanbod daar om vraagt.

Vraag 5

Kunt u aangeven of en waarom het rechtvaardig is met een dergelijke verslechterde dienstverlening de tarieven in de spits verder te verhogen? Zo ja, waarop baseert u dit?

Antwoord 5

Er is geen sprake van een verhoging van de tarieven in de spits. Over het thema tariefdifferentiatie heb ik op 26 september jl. uitgebreid met de Tweede Kamer gesproken tijdens het commissiedebat over de ontwerp-hoofdrailnetconcessie (ontwerpconcessie HRN). Naar aanleiding van dit debat informeer ik de Tweede Kamer separaat over de wijze waarop in de nieuwe HRN-concessie met het thema tariefdifferentiatie wordt omgegaan.

Vraag 6

Kunt u vanuit de kabinetsverantwoordelijkheid voor diverse grote transitieopgaven reflecteren op genoemde ontwikkeling?

Antwoord 6

De ambities voor het mobiliteitsbeleid voor de toekomst, rekening houdend met de maatschappelijke opgaven, zijn uitgewerkt in de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 20503. Het openbaar vervoer is een essentieel onderdeel van ons mobiliteitssysteem, dat een belangrijke bijdrage levert aan het oplossen van verschillende grote transitieopgaven, zoals de woningbouw en klimaat- en stikstofproblematiek. Het is daarom van belang om het OV zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor reizigers.

Om meer reizigers te kunnen bedienen, gaat NS in 2024 de dienstregeling weer uitbreiden. Er komen meer verbindingen op drukke trajecten, van verschillende Sprinters en InterCity’s gaat de frequentie omhoog. In totaal gaat NS 1800 extra treinen per week rijden.

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe u vanuit de kabinetsverantwoordelijkheid voor brede welvaart waarbij «elke regio telt» garandeert dat burgers in Noord-Holland Noord het OV kunnen blijven zien als een volwaardig en voldoende aantrekkelijk alternatief voor de auto?

Antwoord 7

Over het algemeen leidt de afschaling van dienstregelingen ertoe dat reizen met de trein minder aantrekkelijk wordt voor reizigers. Om te controleren welke effecten dit kan hebben op het autogebruik heb ik deze vraag als concessieverlener voorgelegd aan het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Uit de KiM-publicatie Actualisatie verkenning gebruik openbaar vervoer 2022–20264 blijkt duidelijk dat verschralingen van dienstregelingen van openbaar vervoer ertoe leiden dat reizigers het openbaar vervoer minder zullen gebruiken. Voor een deel zullen deze reizigers kiezen voor de auto. De stijging van het autogebruik die hierdoor optreedt, is procentueel gezien beperkt.

NS onderneemt verschillende acties om te voorkomen dat reizigers alternatieve vervoersmiddelen, zoals de auto, gaan gebruiken. De bezettingsgraad van treinen wordt door NS constant geanalyseerd om te bepalen wat de drukste momenten zijn in treinen. Op basis hiervan worden de beschikbare middelen op zo’n manier ingezet dat zoveel mogelijk reizigers hier gebruik van kunnen maken. Daarnaast past NS waar nodig de lengte van treinen aan en stimuleert zij reizigers om hun reis voor vertrek te plannen in de reisplanner. In deze reisplanner wordt de verwachte drukte per trein getoond, waardoor reizigers beter kunnen inschatten wanneer zij het beste de trein kunnen nemen.

Vraag 8

Worden hiervoor door het kabinet randvoorwaarden en minimale eisen gesteld aan de NS?

Antwoord 8

In eerdere beantwoording van Kamervragen op 21 augustus5 heb ik aangegeven dat er in de concessie een minimale bedieningsfrequentie is afgesproken. Daarnaast moet NS ervoor zorgen dat het vervoersaanbod goed aansluit bij de vervoersvraag. Met inachtneming van de concessie-verplichtingen ligt verantwoordelijkheid om een aantrekkelijke dienstregeling op te stellen bij NS. NS heeft de beoogde dienstregeling voor 2024 deze zomer voor advies voorgelegd aan de consumentenorganisaties en decentrale overheden. Deze adviezen worden meegenomen in de definitieve besluitvorming, die in oktober verwacht wordt.

Indien de dienstregeling afwijkt van de bedieningseisen uit de concessie, dan dient NS hiervoor ontheffing aan te vragen. Indien en wanneer ik een dergelijk verzoek ontvang, dan beoordeel ik deze.

Vraag 9

Kunt u de antwoorden op bovenstaande vragen gelijktijdig aan de Eerste en Tweede Kamer doen toekomen, gezien de relevantie van de geuite kritiek, de plannen om opnieuw een langjarige concessie te verstrekken aan de NS en het gesprek dat de gedeputeerde Olthof gaat voeren met president-directeur Koolmees over het vervoer dat nodig is en past binnen de ambities voor Noord-Holland Noord?

Antwoord 9

Ja, ik zal een afschrift van deze brief aan de Tweede Kamer toesturen.

Vraag 10

Kunt u, gezien de start van het verkiezingsreces en het belang van de aangekaarte problematiek, de vragen uiterlijk 2 oktober 2023 beantwoorden?

Antwoord 10

Ja, dat kan ik.

Naar boven