Intrekking status locaalspoorweg Leusden-De Haar
9 januari 2007
Nr. HDJZ/S&W/2006-1976
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 1, eerste lid, van de Locaalspoor- en Tramwegwet (Stb.
1900, 118);
Besluit:
Enig artikel
Met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin
dit besluit wordt geplaatst, wordt de spoorweg Leusden-De Haar, in artikel
1, onderdeel b, van het besluit van 15 december 2004/Nr.HDJZ/S&W/2004-3094
(Stcrt. 2004, 248) aangewezen als locaalspoorweg, niet meer beschouwd als
locaalspoorweg als bedoeld in de Locaalspoor- en Tramwegwet.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,K.M.H. Peijs.
Toelichting
Doel van dit besluit is het intrekken van de status als locaalspoorweg
van het traject Leusden-De Haar. De reden voor deze intrekking is dat deze
spoorweg in onbruik is geraakt en de bovenbouw van deze spoorweg in de jaren
tachtig van de vorige eeuw is afgebroken. De spoorweg is grotendeels in gebruik
als wandelpad. Er bestaan geen concrete plannen om deze spoorweg in de toekomst
te reactiveren. Met het intrekken van de status als locaalspoorweg, valt het
traject Leusden-De Haar niet langer onder de werking van de Spoorwegwet 1875
en de Locaalspoor- en Tramwegwet. Hiermee vervallen ook de taken die ProRail
op grond van artikel 1 van het Besluit mandaat en machtiging ProRail Spoorwegwet
voor Leusden-De Haar in mandaat verrichtte.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K.M.H. Peijs.
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen
zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat,
ter attentie van Hoofddirectie Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische
Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende
te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich
richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan
verenigen.