29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2013

Hierbij bied ik u aan de «Rapportage Projectbureau Nieuw Aardgas – status van de transitie hoogcalorisch gas»1. Op basis van dit rapport heb ik besloten om de transitieperiode voor hoogcalorisch gas (H-gas) voor de laatste keer te verlengen, ditmaal tot 1 oktober 2014. Per 1 oktober 2014 vervalt de limiet aan het gehalte hogere koolwaterstoffen, uitgedrukt als PE waarde van 8,7%, en wordt de maximale Wobbe-index vastgelegd op 55,7 MJ/m3.

In deze brief zal ik dit besluit toelichten en zal ik ingaan op de bevindingen van het Projectbureau Nieuw Aardgas. Hiermee sluit ik een traject af dat eerder is toegelicht in mijn brieven van maart 2011, juni 20112 en juni 20123. In deze brieven heb ik u geïnformeerd over de uitgangspunten voor het beleid ten aanzien van de transitie voor de H-gas gebruikers en de voortgang van de transitie.

Hoogcalorische gasmarkt

Nederland kent een gasnet voor hoogcalorisch gas (H-gas) en een gasnet voor laagcalorisch gas (L-gas / G-gas). Het G-gas, voornamelijk gas uit het Slochterenveld in Groningen, is het standaardgas voor eindgebruikers in Nederland, met name voor kleinverbruikers zoals huishoudens. Het H-gas wordt gebruikt door een aantal grote industriële afnemers die direct zijn aangesloten op het gasnet van Gasunie Transportservices. Het H-gas was tot voor kort voornamelijk afkomstig van de kleine binnenlandse gasvelden (onshore en offshore) en buitenlandse import (Noors en Russisch gas dat door een pijpleiding via Duitsland naar Nederland komt). Als gevolg van de afname van de productie van H-gas uit de kleine gasvelden zal er in toenemende mate buitenlands H-gas worden geïmporteerd op het hoogcalorische gasnet. Deze mogelijkheid is vergroot door de terminal voor vloeibaar aardgas (LNG) die sinds 2011 operationeel is op de Maasvlakte: de Gate terminal. In de vorm van LNG kan gas uit andere landen naar Nederland komen. Verder zal er ook meer groen gas worden ingevoed. Deze gassen verschillen in samenstelling. De belangrijkste parameters voor de samenstelling in dit kader zijn het PE-getal en de Wobbe-index.

PE staat voor Propaanequivalent en geeft het gehalte hogere koolwaterstoffen (ethaan, propaan, butaan en pentaan) weer. De Wobbe-index karakteriseert het verbrandingsgedrag van gas.

De installaties van de H-gasgebruikers zijn ingesteld op een bepaalde range van de gassamenstelling. Als deze installaties worden gevoed met gas dat sterk afwijkt van deze waarden of dat snelle schommelingen vertoont in de samenstelling, dan kan dit ernstige consequenties hebben voor het functioneren van de installaties en daarmee ook voor de veiligheid. Op zich is dit geen nieuw probleem, maar door de toenemende import van gas met andere samenstellingen is de kans dat grote en snelle schommelingen zich vaker voordoen groter geworden. Dit gaf aanleiding tot zorgen bij de afnemers over het functioneren van de apparatuur en mogelijke risico’s ten aanzien van veiligheid. In 2010–2011 heeft het Ministerie van Economische Zaken een studie laten uitvoeren door KEMA, KIWA en Arcadis waarin werd geconcludeerd dat de veiligheid voor consument en werknemer op een gelijk niveau dient te blijven bij een eventueel andere samenstelling van aardgas. Daarvoor is een aantal aanpassingen en maatregelen nodig.

Om de eindgebruikers de tijd te geven hun installaties aan te passen aan de veranderende gassamenstelling heeft het Ministerie van Economische Zaken in 2011 met de landelijke netbeheerder GTS en de Gate terminal een aantal maatregelen afgestemd voor een bepaalde overgangsperiode. De belangrijkste maatregelen zijn het stellen van een limiet van 8,7% aan de hoogte van de PE-waarde van de bij Gate terminal in te voeren gassen en het door GTS beperken van de Wobbe-index tot maximaal 54 MJ/m3. Andere maatregelen behelzen een signaleringssysteem van GTS dat klanten informeert over de te verwachten gassamenstelling en tankmanagement door de Gate terminal ter voorkoming van snelle variaties. Deze aanpak is vastgelegd in een brief aan de Tweede Kamer van 28 maart 2011.

Bevindingen van het Projectbureau Nieuw Aardgas

In 2011 is het Projectbureau Nieuw Aardgas (PNA) opgericht dat namens het Ministerie van Economische Zaken toezicht houdt op deze transitie. Uitgangspunt was dat op basis van de bevindingen van het Projectbureau over de voortgang van de aanpassingen door de eindgebruikers, per jaar besloten kan worden om de overgangsperiode te verlengen, uiterlijk tot eind 2014.

In juni 2012 is door PNA gerapporteerd dat 23 in Nederland op H-gas aangesloten bedrijven per eind 2012 nog niet gereed zijn met de vereiste aanpassingen aan de installaties. In een brief aan de Tweede Kamer van 14 juni 2012 is door de Minister van Economische Zaken besloten om de overgangsperiode te verlengen tot eind 2013 en op basis van een nieuwe rapportage in 2013 te bezien of de overgangsperiode met nog een jaar moet worden verlengd.

Uit de enquête van 2013, beschreven in de bijlage bij deze brief, blijkt dat van de 57 H-gas gebruikers er inmiddels 41 gereed zijn. Twaalf bedrijven geven aan nog niet de noodzakelijke aanpassingen te hebben gedaan en vier bedrijven hebben ondanks herhaald verzoek niet gereageerd op de enquête. Het grootste probleem is niet zozeer een veranderde gassamenstelling maar vooral de kans op snelle schommeling in de gassamenstelling. Het ontbreken van harde specificaties van het nieuwe gas en de geringe hoeveelheid LNG die tot dusver vanuit Gate is uitgezonden in het netwerk maken het moeilijk voor de bedrijven om op basis van ervaring en beschikbare informatie keuzes te maken voor ontwerpspecificaties van de aanpassingen. Hierdoor hebben ze meer tijd nodig voor overleg met de leveranciers van hun installaties. Het Projectbureau adviseert om nog eenmaal de termijn te verlengen en de maatregelen te continueren. Hierbij verdient het aanbeveling om aan te sluiten bij het traject van de zogenoemde netnormverhoging. Dit traject behelst een door GTS in 2011 geplande verhoging van de maximale waarde van de Wobbe-index voor H-gas van 54 naar 55,7 MJ/m3 per 1 oktober 2014.

Verlenging tot 1 oktober 2014

Ik neem het advies van het Projectbureau over om de termijn te verlengen tot 1 oktober 2014. Bedrijven houden al rekening met de netnormverhoging van de Wobbe-index per 1 oktober 2014 voor het plannen van de aanpassingen van de installaties. Het ligt derhalve voor de hand om bij dit traject aan te sluiten.

De andere belangrijke maatregel behorende bij de overgangstermijn is de beperking bij de Gate terminal op het invoeden van LNG met een PE-waarde hoger dan 8,7%. Mede gezien de huidige beperkte vraag naar LNG in Nederland en het gegeven dat het onwaarschijnlijk is dat LNG met een hogere PE-waarde op korte termijn aangeboden wordt bij Gate terminal, kan deze beperking ook per 1 oktober 2014 worden opgeheven.

Het is zaak voor de bedrijven om zich aan te passen aan de nieuwe gassamenstelling. Om eventuele risico’s te beperken zal een tweetal andere maatregelen worden gecontinueerd: het signaleringssysteem GC-link van GTS en het tankmanagement van Gate terminal. Het Projectbureau Nieuw Aardgas zal namens het Ministerie van Economische Zaken de transitie blijven monitoren en contacten onderhouden met de desbetreffende bedrijven, ook in de eerste fase na het beëindigen van de transitietermijn.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Kamerstuk 29 023, nrs. 84 en nr. 91

X Noot
3

Kamerstuk 29 023, nr. 118

Naar boven