26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 346 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2014

Mede namens de Minister van Economische Zaken wil ik u danken voor de uitgangspuntennotitie groot project Vervanging F-16 van 4 april jl. Wij hebben hier goed nota van genomen en zullen dit gebruiken als leidraad voor de rapportages.

Als het gaat om de verzenddatum van de voortgangsrapportages Vervanging F-16 vraag ik uw begrip voor het feit dat op 1 maart het jaarverslag van Defensie nog niet is vastgesteld en beoordeeld door de Auditdienst Rijk. Ik ben daarom voornemens de voorjaarsrapportage te sturen ná de beoordeling van het jaarverslag door de Auditdienst Rijk. Hiermee kunnen we zeker stellen dat de gegevens in de voortgangsrapportage aansluiten op en herleidbaar zijn tot de informatie in de begroting en het jaarverslag van Defensie. Deze beoordeling en de rapportage door de Auditdienst Rijk zijn normaliter gereed omstreeks 15 maart. De voortgangsrapportage Vervanging F-16 zal ik u dan op de eerstvolgende werkdag toezenden. Defensie legt in die voortgangsrapportage financiële verantwoording af over het gehele voorafgaande begrotingsjaar. Zoals door u verzocht, zal ik u tevens informeren over niet-financiële informatie die betrekking heeft op de periode 1 juni tot en met 30 november van het voorafgaande jaar. Ook informatie van na 30 november, die nog kan worden verwerkt, zal ik daar waar mogelijk toevoegen.

Ik ben voornemens de tweede voortgangsrapportage op de derde dinsdag van september te sturen zodat ook deze cijfers volledig aansluiten en herleidbaar zijn tot de ontwerpbegroting die u dan ontvangt. Die rapportage gaat in op de informatie uit het Selected Acquisition Report en bevat de nieuwste ramingen voor de Nederlandse investerings- en exploitatiekosten, gebaseerd op de gegevens die Nederland van het F-35 Joint Program Office (JPO) ontvangt. Zoals door u verzocht, rapporteer ik ook in september over niet-financiële informatie. Het gaat dan om de periode 1 december tot en met 31 mei. Tevens zal het Ministerie van Economische Zaken in deze rapportage berichten over de aan de F-35 gerelateerde omzet van het Nederlandse bedrijfsleven en de afdracht van het bedrijfsleven aan de Staat op grond van de Medefinancieringsovereenkomst. Deze informatie is niet beschikbaar voor de voorjaarsrapportage. Aangezien zowel de rapportage in maart als die in september financiële informatie bevat, ben ik voornemens beide rapportages te laten vergezellen door een accountantsrapport van de Auditdienst Rijk.

Voorts hecht ik er aan op te merken dat het kabinet u reeds heeft geïnformeerd over de nucleaire taak van de F-35 met de brief van 14 januari 2014 (Kamerstuk 33 783, nr. 5). Naar verwachting zal daaraan in de voortgangsrapportages niets worden toegevoegd.

In mijn brief van 4 april jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 343) heb ik gemeld dat er een gerede kans bestaat dat de jaarrapportage Vervanging F-16 over 2013 niet op 1 juni a.s. kan worden aangeboden. Het is inmiddels duidelijk dat het JPO de op Nederland toegespitste financiële gegevens inderdaad later verstuurt. Hierdoor is het niet mogelijk die voor 1 juni te verwerken én een oordeel van de Auditdienst Rijk te vragen. Met het oog op de overstap naar de nieuwe rapportagesystematiek, ben ik voornemens u de eerst volgende rapportage op de derde dinsdag van september toe te zenden. Die rapportage zal de nieuw gedefinieerde uitgangspunten hanteren en dus gaan over de periode tot en met 31 mei.

Tot slot, reageer ik op uw brief van 23 april jl. U schetst hierin de elementen die u in de toekomstige D-brief uitgewerkt wilt zien. Ik zal hieraan voldoen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven