26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 343 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2014

Met deze brief informeer ik u over ontwikkelingen in het project Vervanging F-16. Ik ga in op de voorbereidingen op de operationele testfase in de Verenigde Staten, Europese samenwerking, de Amerikaanse bestelreeksen en het overleg met omwonenden van de Nederlandse bases over geluidsaspecten.

Voorbereidingen op de operationele testfase

De eerste Nederlandse F-35 vlieger heeft zijn initiële opleiding in de Verenigde Staten voltooid. Op 24 januari jl., heeft hij, samen met zes Nederlandse technici, op de vliegbasis Eglin zijn opleidingscertificaat ontvangen. Op 18 februari is de tweede Nederlandse vlieger aan zijn opleiding begonnen. Later dit jaar volgen nog twee vliegers. Thans worden zes technici omgeschoold naar de F-35 en later dit jaar zullen nog tien personen worden opgeleid voor technische en ondersteunende taken. In totaal zullen 34 Nederlanders deelnemen aan de operationele testfase van de F-35.

Een van de Nederlandse toestellen is op 14 februari jl. overgevlogen naar de Amerikaanse vliegbasis Hill waar een Amerikaans F-35 onderhoudsdepot is gevestigd. Daar wordt het toestel gereedgemaakt voor installatie van de block 2B software. Tevens worden aanpassingen verricht in verband met resultaten uit de technische testfase (zogenoemde concurrency aanpassingen). Dit zal tot begin juni duren. Later dit jaar volgt het andere Nederlandse toestel. De kosten hiervan maken deel uit van de bestaande verplichtingen.

In januari jl. heeft het Pentagon gemeld dat aanpassing van het MoU over de operationele testfase, opgesteld in 2008, gewenst is. Zo zal Australië als waarnemer aan de operationele testfase gaan deelnemen en enkele functionarissen voor ondersteunende functies leveren. Ook de gewijzigde planning en de daarmee samenhangende veranderingen in de operationele testfase zijn redenen voor aanpassing van het MoU. Over die wijziging in de planning is de Kamer reeds geïnformeerd op 9 oktober 2013 (Kamerstuk 26 488, nr. 330). De operationele testfase vangt aan in 2015 en eindigt in 2019 met een eindrapportage. Defensie voert overleg met de Verenigde Staten over de praktische gevolgen van de voorgestelde wijzigingen in het MoU. Zodra hierover meer duidelijkheid bestaat, zal ik u nader informeren.

Wel is het al duidelijk dat de financiële bijdrage voor Nederland wordt verhoogd met 7,5 miljoen dollar, waarvan 3 miljoen dollar als bijdrage aan een risicoreservering. Dit bedrag wordt uit het projectbudget gefinancierd. De verhoging is gerelateerd aan de langere duur van de operationele testfase. De bijdrage gaat dus voor alle MoU-deelnemers omhoog. De risicoreservering is een beheersmaatregel voor de risico’s die het JPO en de Director Operational Test & Evaluation hebben onderkend (Kamerstuk 26 488, nr. 339). In de komende jaarrapportage zal ik nader ingaan op de financiële aspecten en de verwerking in het projectbudget.

Amerikaanse bestelreeksen

Met enkele weken vertraging heeft de Amerikaanse president begin maart de begroting voor Fiscal Year 2015 aan het Congres aangeboden. Daaruit blijkt dat het Amerikaanse bestelaantal voor 2015 wordt verlaagd van 42 naar 34 toestellen (waarvan 26 F-35A toestellen, dit was 30). Tevens is een vooruitblik gepubliceerd op de defensiebegrotingen voor de komende vijf jaar. Hieruit blijkt dat de bestelaantallen tot aan 2019 worden verlaagd ten opzichte van de eerdere plannen. Desondanks stijgen de F-35 productie-aantallen van jaar tot jaar. Het totale Amerikaanse bestelaantal blijft gehandhaafd op 2.443 toestellen. Ook Zuid-Korea heeft overigens recent gekozen voor de F-35.

Europese samenwerking

Het kabinetsbesluit de F-16 te vervangen door de F-35 heeft de internationale partners duidelijkheid verschaft. Dit biedt de ruimte om eerder gemaakte afspraken verder uit te werken. In het kader van het Production & Sustainment «European Footprint» MoU uit 2006 werkt Nederland samen met Italië aan business cases voor de samenwerking bij de assemblage van toestellen en het onderhoud aan motoren. Noorwegen heeft dit MoU in november 2013 opgezegd. Sinds de Noorse toetreding tot het MoU in 2007 is de planning van het F-35 programma veranderd en hebben de MoU-deelnemers, waaronder Nederland, nieuwe besluiten genomen over aantallen toestellen. Noorwegen streeft naar een werkverdeling die beter aansluit bij de huidige Noorse ambities, maar wil in Europees verband wel blijven samenwerken. Nederland blijft in gesprek met Noorwegen over de verdere uitwerking hiervan. Daarnaast wordt onderzocht hoe de samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en andere F-35 partnerlanden verder kan worden geïntensiveerd.

De samenwerking met België op het gebied van luchtruimbewaking, waarover u bent geïnformeerd op 23 oktober 2013 (Kamerstuk 33 763, nr. 11) vordert gestaag. Een gezamenlijke werkgroep is begonnen met de voorbereiding van het beoogde verdrag tussen de landen en de uitwerking van de bijbehorende operationele aspecten. Het voornemen is het verdrag in de loop van 2016 van kracht te laten worden.

Actualisering financiële gegevens

Defensie beoogt de jaarrapportage over de Vervanging van de F-16 op de eerste werkdag na 1 juni aan de Kamer te zenden. Er is echter een gerede kans dat dit niet lukt omdat de benodigde Amerikaanse financiële gegevens later dan gebruikelijk beschikbaar komen. Zo zal het Selected Acquisition Report over 2013 (SAR 2013) naar verwachting midden april worden gepubliceerd. Dit heeft te maken met de vertraagde bekendmaking van de Amerikaanse begroting en is later dan normaal. Over het SAR 2013 rapport zal ik u nog afzonderlijk informeren. Ook de financiële gegevens van het JPO komen later dan gebruikelijk beschikbaar omdat het JPO de nieuwe bestelreeksen van de F-35 partnerlanden daarin verwerkt. Die bestelreeksen worden bij de JSF Executive Steering Board van begin april a.s. vastgelegd in de Annex A van het PSFD MoU. Nederland geeft overeenkomstig de besluiten uit de nota In het belang van Nederland het aantal van 37 op. De nieuwe financiële gegevens zijn nodig voor de actualisering van het financiële hoofdstuk in de jaarrapportage. Ik zal u tijdig informeren als de rapportage niet op, of direct na, 1 juni kan worden aangeboden.

Geluidsaspecten

Indachtig de motie-Eijsink c.s. (Kamerstuk 33 763, nr. 22) hebben defensiemedewerkers inmiddels gesprekken gevoerd met de voorzitters van de Commissies Overleg & Voorlichting Milieuhygiëne (COVM) voor de vliegbases Leeuwarden en Volkel. Zij hebben besproken hoe het overleg over een geluidsmeetnet vorm kan krijgen. In goed overleg met de beide COVM’s zal op korte termijn opdracht worden gegeven tot een onderzoek waarin relevante onderwerpen verder worden uitgediept. U kunt hierbij denken aan de doelstelling van een beoogd geluidsmeetnet, de verschillende methoden en technieken evenals de kosten van meetsystemen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven