4 Maritiem

Aan de orde is het VAO Maritiem (AO d.d. 17/05).

De voorzitter:

Dan is nu aan de orde het VAO Maritiem. Hartelijk welkom aan de minister en natuurlijk een hartelijk welkom aan alle mensen op de publieke tribune en aan mijn collega's in de zaal. Ik wil als eerste het woord geven aan de heer Van Aalst. Meneer Van Aalst, aan u het woord.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik dacht dat ik mijn collega al naar de interruptiemicrofoon zag gaan, maar helaas, helaas.

Voorzitter. Wij hebben een heel goed AO Scheepvaart gehad. Vandaar een kleine suggestie of in ieder geval een kleine hulp richting de minister vandaag om toch nog iets extra's te doen voor onze binnenvaartvloot. Wat ons betreft zou het motto moeten zijn "onze eigen binnenvaart eerst". Dus vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de binnenvaart wordt afgerekend op CCR-regels die in technisch en/of economisch opzicht onhaalbaar zijn voor bepaalde segmenten van de binnenvaartvloot;

verzoekt de regering om kleine binnenvaartschepen (dat wil zeggen: korter dan 86 meter en/of met een maximaal laadvermogen van minder dan 1.500 ton), naar voorbeeld van Duitsland, te vrijwaren van de toepassing van de CCR-regels die een bedreiging vormen voor een financieel gezonde bedrijfsvoering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Aalst en Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 187 (31409).

Dank. Het woord is aan de heer Laçin van de SP.

De heer Laçin (SP):

Dank voorzitter. Wij hebben zeker een goed AO gehad, met zowat alle neuzen dezelfde kant op volgens mij. Het gaat om behoud van de binnenvaart. Daarom ook de motie samen met de heer Van Aalst.

Ik heb zelf ook nog een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Declaration of Nijmegen als doel heeft om de CO2-uitstoot van de binnenvaart tot 2030 met 20% te reduceren;

constaterende dat een aantal spelers in de binnenvaartsector de Declaration heeft getekend maar de vertegenwoordigende organisaties van de binnenvaartschippers ontbreken;

overwegende dat de binnenvaartschippers een onmisbare schakel zijn bij het verduurzamen van de binnenvaart;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met vertegenwoordigende organisaties van de binnenvaartschippers en zich in te spannen om hen aan te laten sluiten bij de Declaration of Nijmegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 188 (31409).

De heer Laçin (SP):

Nog een slotopmerking, richting de heer Van Aalst ook. Na toch veel moeite van de heer Sienot heet het AO "Maritiem" en geen "Scheepvaart" meer.

De voorzitter:

Kijk, waarvan akte.

Dan is het woord aan de heer Dijkstra van de VVD.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Goedemorgen voorzitter en leden. Ik heb zelden zo'n, hoe zal ik het zeggen …

De voorzitter:

Constructief.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

… gepassioneerd AO Maritiem meegemaakt. Het was ook het eerste. Maar wij hebben ook echt goed gewisseld. Ik vond het mooi. Wij hebben een aantal dingen gemarkeerd. Het incident bij de stuw bij Grave gaan we op een later tijdstip doen net als het OVV-rapport... Dat is mooi, want het is wel belangrijk. We komen er later over te spreken.

Twee dingen wil ik hier benoemen. Allereerst zien we dat er veel animo is voor de maritiemeservicehaven in noordelijk Flevoland. Er is veel interesse vanuit de provincie en bij ondernemers, en ook enthousiasme, om de regionale economie te versterken. Het past ook heel mooi in ons verhaal van de maritieme sector als wereldtop. Bedrijven willen zich daar vestigen. We zien nog wel wat issues, waarschijnlijk juridisch, als het gaat om het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat, de overheden en natuurlijk de banken en dergelijke. Mijn verzoek is eigenlijk om op korte termijn samen met de betrokken partijen te overleggen met het oog op het vinden van een oplossing hoe wij de bouw, als wij dat echt willen, doorgang kunnen laten vinden. Ik wil graag dat u de Kamer erover informeert als het zover is. Daar heb ik geen motie voor nodig, want volgens mij delen wij die intentie.

Dan het punt waarvan ik inderdaad ook echt gepassioneerd was, naast dit punt. Dat zijn de cruiseschepen. Ook daarover hebben wij een toezegging gekregen. De minister gaat rond de tafel. Er moet wel wat gebeuren. Nogmaals, een aantal jaren geleden, in 2014, is er een boete opgelegd aan die cruisemaatschappij. Sindsdien komt er geen enkel cruiseschip meer naar Nederland voor onderhoud, terwijl we hele mooie partijen hebben die dat kunnen doen vanwege het feit dat er weleens werknemers uit het buitenland komen om dat in ploegen te doen, vergezeld door Nederlandse werknemers. Nu lopen we echt alles mis. Ook daar moet een oplossing komen. Ik hoop dat dat spoedig ter hand wordt genomen door het kabinet, natuurlijk in samenwerking met Sociale Zaken en Werkgelegenheid, want daar ligt volgens mij primair de bal. Ik hoop dat het tot een goede oplossing komt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan is het woord aan de heer Sienot van D66.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik sluit me natuurlijk aan bij de vorige spreker: het was niet alleen gepassioneerd, maar er sprak ook een grote betrokkenheid bij de sector uit. Ik heb de minister zelfs gepassioneerd horen spreken over schone schepen. Dat is dus fantastisch.

Er zijn twee zaken die ik nader aan de orde wil stellen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel nieuwe regels op de binnenvaartsector afkomen;

constaterende dat schippers beperkte investeringsruimte hebben om aan nieuwe richtlijnen te voldoen;

constaterende dat onze vaarwegen verladers kansen bieden voor duurzaam en goedkoop transport;

overwegende dat een toegepast kennisinstituut als MARIN de sector kan helpen om onderscheidende concepten te ontwikkelen die de concurrentiepositie van de binnenvaart versterken;

verzoekt de regering om in samenwerking met een kennisinstituut als MARIN onderzoek te doen naar rendabele, onderscheidende en duurzame concepten voor bestaande en nieuwe schepen in de binnenvaart,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot en Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 189 (31409).

De heer Sienot (D66):

Dan vervolg ik, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat stilliggen voor een sluis een veelvoorkomend probleem is voor binnenvaartschippers, waar de Kamer al eerder aandacht voor vroeg per aangenomen motie (34775-XII, nr. 59);

overwegende dat het beter is voor de binnenvaart als de schepen kunnen doorvaren zonder lange wachttijden bij de sluizen;

constaterende dat goederentransport over water een duurzame vorm van transport is en dit kabinet daarom vrachtverkeer over water wil stimuleren;

overwegende dat oplossingen, zoals centrale bediening op afstand, voorhanden lijken te zijn;

verzoekt de regering te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om openingstijden van sluizen in Nederland te verruimen, en de Kamer daar na de zomer over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Van der Graaf, Von Martels en Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 190 (31409).

De heer Sienot (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Ik kijk nog even naar de heer Von Martels. Nee? Dan kijk ik naar de minister. We schorsen enkele ogenblikken totdat de minister de moties heeft.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Ik heb ook warme herinneringen aan het eerste algemeen overleg Maritiem. Ik denk dat de naam ook heel terecht is gewijzigd, want die doet meer recht aan waar het over gaat. Ik dank ook de leden voor wederom hun constructieve inbreng. Ik zal de moties even langsgaan.

De motie op stuk nr. 187 van de heer Van Aalst vraagt om nog eens te onderstrepen hoe belangrijk wij het vinden dat ook de kleinere schepen voldoende perspectief houden om op de lange termijn hun goede werk te kunnen blijven doen en om, naar het voorbeeld van Duitsland, te kijken waar ze gevrijwaard kunnen worden van al te zware lasten. Ik wil daar graag oordeel Kamer aan geven, want ik vind het heel belangrijk dat wij in de pas lopen met andere landen en onze binnenvaart niet op achterstand wordt gezet.

Dan de motie op stuk nr. 188 van de heer Laçin. Die motie staat mij ook buitengewoon aan. Daarin wordt de regering verzocht om in gesprek te gaan met vertegenwoordigende organisaties van binnenvaartschippers om te kijken of we hen ervan kunnen overtuigen zich alsnog aan te sluiten bij de Declaration of Nijmegen. Ik wil dat heel graag doen, dus ik kan ook hier oordeel Kamer aan geven.

Dan de motie op stuk nr. 189 van de heer Sienot.

De heer Sienot (D66):

En Dijkstra.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

En Dijkstra ja, maar u was de indiener. Deze motie verzoekt de regering om in samenwerking met een kennisinstituut als MARIN onderzoek te doen naar rendabele, onderscheidende en duurzame concepten voor bestaande en nieuwe schepen in de binnenvaart. In het dictum staat: in samenwerking onderzoek te doen. Ons ministerie doet natuurlijk niet zelf dat onderzoek, maar dat doen instituten zoals MARIN. Als u het goed vindt en ik het zo mag lezen dat wij de opdracht geven en zij het onderzoek uitvoeren, dan kan ik deze motie oordeel Kamer geven. Dat wil ik heel graag doen. We zijn daar overigens ook al mee bezig, want er lopen al onderzoeken bij MARIN.

De heer Dijkstra heeft geen moties ingediend, maar wel twee punten onder de aandacht gebracht. Het eerste punt ging over de Maritieme Servicehaven op Urk. Hij heeft gevraagd om echt het overleg met Flevoland in te zetten. Daar zijn we al mee bezig. Naar mijn idee moeten we dat doen in samenspraak met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, die gaat over het Rijksvastgoed, dus ook over die gronden c.q. wateren. Ik denk dat we eruit moeten kunnen komen. Waar nodig, wil ik dat overleg een extra boost geven, want ik ben het zeer met de heer Dijkstra eens dat we de kans om de Maritieme Servicehaven van de grond te krijgen, niet moeten laten lopen.

Een ander punt waar de heer Dijkstra, net als in het algemeen overleg, wederom gepassioneerd voor heeft gepleit, is de problematiek rondom de cruiseschepen. Ik ben het zeer met hem eens dat wij de klandizie rondom het strippen van cruiseschepen en het opnieuw netjes inrichten, niet moeten laten lopen en niet in Hamburg moeten laten eindigen als dat ook gewoon in Nederland kan gebeuren en Nederlanders hieraan een boterham kunnen verdienen. Zoals u weet, vindt daarover overleg plaats met de collega's van Sociale Zaken, zowel met minister Koolmees als met staatssecretaris Van Ark die over de Inspectie SZW gaat. Er loopt een onderzoek naar hoe dat precies zit, hoe de Duitsers dat doen en waarom Hamburg aantrekkelijker is dan wij, om het even simpel te zeggen. In de loop van de maand juni komt dat beschikbaar. Ik ga er dan met de collega's verder over in gesprek. Ik hoop dat tot een goed einde te kunnen brengen. Uiteraard zal ik u daarover ook informeren.

Dan heb ik nog de motie op stuk nr. 190, waarin de regering wordt verzocht om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de openingstijden van sluizen in Nederland te verruimen, om zodoende de binnenvaart minder lang op te houden. Dat vind ik ook een heel goede suggestie, dus ik kan ook hier oordeel Kamer aan geven.

Dan was ik erdoorheen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Geheel in lijn met de sfeer die het AO had: vier moties, alle vier met oordeel Kamer. Ik dank de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven