11 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de aangehouden motie-Geurts/Van Helvert (21501-33, nr. 584) en de aangehouden motie-Van Gerven (28973, nr. 174). 

Ik stel voor, bij het debat over de Voorjaarsnota 2016 maximumspreektijden te hanteren van: 

  • -VVD en PvdA: twaalf minuten; 

  • -SP, CDA, PVV en D66: tien minuten; 

  • -ChristenUnie, GroenLinks, SGP, PvdD en 50PLUS: zeven minuten; 

  • -Groep Bontes/Van Klaveren en Groep Kuzu/Öztürk: drieënhalve minuut; 

  • -Houwers, Klein en Van Vliet: twee minuten. 

Ik stel voor, de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het Voorstel van rijkswet van het lid Van Laar tot wijziging van de artikelen 14 en 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (vervallen van de mogelijkheid een algemene maatregel van rijksbestuur uit te vaardigen zonder wettelijke grondslag daartoe) (27570 (R1672)); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever, en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts (34375). 

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Bruins tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Schouten. 

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het debat over onnodige risico's met vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor van de agenda af te voeren. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 

21501-08, nr. 552; 21501-32, nr. 681; 21501-32, nr. 752; 21501-32, nr. 770; 26991, nr. 449; 27428, nr. 302; 28286, nr. 735; 28286, nr. 736; 28286, nr. 737; 28286, nr. 738; 28286, nr. 739; 28286, nr. 740; 28973, nr. 145; 30175, nr. 207; 30175, nr. 208; 30175, nr. 209; 30175, nr. 210; 30196, nr. 270; 31389, nr. 101; 21501-08, nr. 551; 31389, nr. 111; 32336,nr. 37; 32813, nr. 31; 33400-VI, nr. 110; 33400-XIII, nr. 106; 33400-XIII, nr. 113; 33400-XIII, nr. 114; 33400-XIII, nr. 115; 33400-XIII, nr. 117; 33400-XIII, nr. 118; 33529, nr. 78; 33576, nr. 24; 33605-XIII, nr. 15; 33750-XIII, nr. 80; 34058, nr. 22; 34300-XIII, nr. 149; 34300-XIII, nr. 153. 

Ik deel mee dat de volgende moties zijn vervallen: 

34300-VII, nr. 44; 34300-VII, nr. 46; 30420, nr. 232; 30420, nr. 237; 33836, nr. 12; 34300-J, nr. 18; 30420, nr. 233; 30420, nr. 236; 23235, nr. 138; 23235, nr. 139; 21501-08, nr. 620; 30196, nr. 405; 32849, nr. 49. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Privacy (AO d.d. 18/05), met als eerste spreker het lid Verhoeven namens D66; 

  • -het VAO Vervolg Onderwijs2032 (AO d.d. 18/05), met als eerste spreker het lid Van Meenen namens D66; 

  • -het VSO over de reactie op het rapport "Private activiteiten van bekostigde onderwijsinstellingen" van de Inspectie van het Onderwijs (28753, nr. 39), met als eerste spreker het lid Siderius namens de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Sjoerdsma. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. De situatie in Venezuela is zeer zorgwekkend. President Maduro brengt zijn land naar de rand van de afgrond. Dat is niet alleen vervelend voor de mensen in Venezuela, maar het is ook bedreigend voor ons eigen Koninkrijk. Venezuela is ons grootste buurland. Daarom vraag ik graag mede namens de VVD en de PvdA om het al geplande plenaire debat zo spoedig mogelijk in te plannen, uiterlijk voor het zomerreces. 

De voorzitter:

Wie hierover? De heer Van Vliet. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Er is dan een meerderheid. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Hallo! 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik hoop op uw steun. 

De voorzitter:

U doet het verzoek mede namens? 

De heer Sjoerdsma (D66):

De VVD en de PvdA. 

De voorzitter:

Ooo, dat is heel fijn. Dank u wel. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik wilde toch nog wat zeggen. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Vliet, vertel. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ja, u vroeg nog of ik iets wilde zeggen. Ik wil van harte steun uitspreken, want die meneer Maduro is echt een lelijke dictator. Dank u wel. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Hartelijk dank! 

De voorzitter:

We zullen er rekening mee houden in de planning. 

Het woord is aan mevrouw Siderius. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. De SP wil graag een debat met de staatssecretaris van Onderwijs over het feit dat docenten aan leerlingen examentrucjes leren om het eindexamen met goed gevolg af te leggen. Zij leren dus bijvoorbeeld niet meer de taal, maar zij leren foefjes om het juiste antwoord uit de multiple choice te krijgen. 

De voorzitter:

En u wilt een debat? 

Mevrouw Siderius (SP):

Ja, want dit kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. 

De heer Van Meenen (D66):

Ik ken ook nog wel een paar trucs: kies altijd het langste antwoord bij mutiple choice! Maar los daarvan is het natuurlijk een kwalijke zaak dat de toetsen zo zijn ingericht. Ik kan echter geen steun verlenen, omdat we in juni nog een algemeen overleg over examens hebben. Ik wil voorstellen om het daarbij te behandelen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik leerde mezelf altijd trucjes aan, maar die moeten niet vanuit school worden aangeleerd; dat is geen goede zaak. Steun voor de inhoud, maar als het sneller kan via het algemeen overleg, liever via het algemeen overleg. 

De voorzitter:

Voorlopig geen steun dus. 

De heer Rog (CDA):

Geen steun voor een plenair debat, maar dit kan betrokken worden bij het algemeen overleg over examens, waarover het hier ook gaat. Dat staat voor half juni op de agenda. 

Mevrouw Straus (VVD):

Geen steun voor een plenair debat, maar wel steun voor het betrekken hiervan bij het algemeen overleg. Ik ontvang ook graag een brief van de staatssecretaris met een reactie hierop. 

Mevrouw Vermue (PvdA):

Wel steun voor een brief. En verder dit inderdaad betrekken bij het algemeen overleg over examens. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de fractie van de ChristenUnie. 

De voorzitter:

Mevrouw Siderius? 

Mevrouw Siderius (SP):

Ik zal mijn nederlaag erkennen, maar ik vind die brief wel interessant. Het zou fijn zijn als we via de commissiegriffier nog aanvullende vragen kunnen stellen. 

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Visser. 

Mevrouw Visser (VVD):

Voorzitter. Je zult maar heel duurzaam zijn geweest met je auto, er al zestien of zeventien jaar lang in rijden en opeens je gemeente niet meer in kunnen, terwijl je wel netjes je belasting hebt betaald en je ook je apk hebt laten doen. Om die reden heeft de VVD in december een motie ingediend die gelukkig ook door de Kamer is aangenomen. Vandaag verscheen er een bericht in De Telegraaf naar aanleiding van een TNO-onderzoek naar milieuzones die die oude auto's juist tegenhouden. Wij zijn voor schone lucht en schoneluchtbeleid, maar niet voor anti-autobeleid. 

De voorzitter:

Nee. En u wilt een debat. 

Mevrouw Visser (VVD):

We willen graag naar aanleiding van dit bericht in De Telegraaf, in combinatie met de beantwoording van de Kamervragen en het antwoord op de motie, een debat aanvragen over de wijze waarop wij nu verdergaan met milieuzones, met autobeleid en wat dat betekent. 

De heer Van Helvert (CDA):

Het CDA is ook voor schone lucht, maar tegen een lappendeken van milieuzones. Gezien de eerdere inbreng van de minister op dit punt, is het, na dit rapport, goed om met haar te overleggen. 

De voorzitter:

Dus u steunt het debat. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Van harte steun. Weg met die stomme zones! 

De heer Madlener (PVV):

Het blijkt nu dat die zones niets of bijna niets opleveren voor het milieu. We pesten dus automobilisten zonder dat het enig doel dient. Dat moet natuurlijk hier in een debat worden besproken. 

De voorzitter:

Volgens mij heeft iedereen zijn standpunt kenbaar gemaakt tijdens deze regeling van werkzaamheden. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun. 

De voorzitter:

Zo hoort het. 

Mevrouw Siderius (SP):

Ook van de SP steun. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Geen enkele steun voor dit debat. We hebben binnenkort een algemeen overleg over duurzaamheid. Als we hierover willen praten, kan het daar prima. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook van de ChristenUnie beslist geen steun voor dit debat. Het is gemeentelijk beleid en gemeenten hebben er baat bij. We willen de milieuzones dus graag overeind houden. We steunen dit dus beslist niet. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik snap niet waarom de VVD zo veel energie wil steken in het gemeenten onmogelijk maken om te zorgen voor de gezondheid van hun burgers. Dus ook geen steun voor dit debat. Een brief is prima, zeker ook omdat TNO zelf al heeft laten weten dat de kop van De Telegraaf totale onzin was. Die reactie zie ik graag bevestigd in een brief, die we dan kunnen betrekken bij het al geplande algemeen overleg. Tegen mevrouw Visser zeg ik: dat is dan ook de snelste manier om hierover te spreken, zijnde de argumenten waarvan ik weet dat die altijd graag door de VVD worden gehanteerd als het gaat om het aanvragen van een debat. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Van GroenLinks zeker geen steun voor deze vendetta tegen groene maatregelen. 

De voorzitter:

Mevrouw Visser, u hebt wel een meerderheid voor het houden van een debat. We zullen het debat dus aan de lijst van debatten toevoegen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Segers. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sta hier mede namens de fracties van CDA, D66, SP en SGP. Het gaat om een verzoek dat ik in januari al heb gedaan, namelijk om als het rapport-Oosting II komt, zo spoedig mogelijk een debat daarover in te plannen, met een feitelijke vragenronde daartussen. Volgende week woensdag is de presentatie van het rapport. Ik zie de feitelijke vragenronde graag snel daarna, om de woensdag of donderdag daarna een debat daarover in te plannen. 

De heer Van Oosten (VVD):

Steun. 

De voorzitter:

Mijnheer Pechtold, het verzoek is mede namens D66 gedaan. 

De heer Pechtold (D66):

O ja, steun. 

De heer Nijboer (PvdA):

Prima. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun. 

De voorzitter:

Mijnheer Segers, u hebt gewoon een meerderheid. Daar zullen we in de planning rekening mee houden. 

Het woord is aan de heer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Daar sta ik weer, maar nu nadat de Rekenkamer heeft gesproken. Die concludeerde gisteren dat er sprake is van ernstige onvolkomenheden bij de bedrijfsvoering van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer waren daar al achter, want beide Kamers hebben Kamerbreed gezegd dat er bij de Voorjaarsnota meer geld bij moet. Wij hebben als oppositie geprobeerd om daar voor 1 mei een debat en helderheid over te krijgen. Dat heeft de coalitie toen met de kleinste meerderheid, namelijk met 76 zetels, weten tegen te houden, maar inmiddels lezen we in de kranten: miljoenen voor de marechaussee, miljoenen voor de politie en miljoenen voor asiel. Het is echter onduidelijk hoeveel dat is en of dat extra geld is. Dat is alle reden om niet nog zes weken te wachten, maar nu gewoon een debat te voeren over de financiën van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Laten we daarvoor al een jaar geleden een debat hebben aangevraagd! Dat staat nu hoog op de lijst. Mijn verzoek, mede namens het CDA, de ChristenUnie en de SGP, is dus om dit debat op de kortst mogelijke termijn in te boeken. 

De heer Van Nispen (SP):

Volledige steun voor het verzoek. Dit zijn terechte opmerkingen van D66. Natuurlijk moet er ook een brief komen over de uitvoering van de drie moties die in november 2015 zijn aangenomen bij de behandeling van de begroting voor het jaar 2016. Daarnaast heeft de SP al eerder gevraagd om een brief die inzage biedt in de financiële problematiek van het ministerie. Dat werd toen met een flutbriefje weggewuifd. Het is belangrijk om alsnog een brief te krijgen die eerlijke inzage biedt in de financiële problematiek op het ministerie, zodat we de Voorjaarsnota daarnaast kunnen leggen. 

Mevrouw Helder (PVV):

Ik zit een beetje met de vingers tussen de deur, want ik wil volgende week een verzoek indienen bij de regeling. Op de agenda staat het debat over de financiën van de politie; uit mijn hoofd zeg ik dat dat punt 54 is. Dit zijn twee losse debatten. Ik vind dat zij bij elkaar horen. 

De heer Pechtold (D66):

Dat is punt 53. 

Mevrouw Helder (PVV):

Ik heb het over het zogenoemde P&M-rapport. Ik wil volgende week bij de regeling, hopelijk met steun van de collega's die dit debatverzoek hebben gesteund, ook verzoeken om dat debat spoedig te agenderen. Ik zou het verzoek van collega Pechtold dus wel willen steunen, maar ik wil mijn eigen verzoek niet in de wielen rijden. Vandaar dat ik het verzoek nu even niet steun. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ik kan meevoelen met het verzoek om een brief, maar ik zie wel een relatie met de Voorjaarsnota. Ik kan het niet mooier maken voor de heer Pechtold. Dat debat zou er al zijn en zal er dan ook komen, maar ik blijf hechten aan de cijfers en de Voorjaarsnota. Dat duurt nu niet lang meer. Ik zou zeggen: nog even geduld, ook die brief erbij en daarna hebben we dan het debat. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun, mede namens de heer Van Vliet. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Van harte steun; zo snel mogelijk een debat hierover. 

De heer Nijboer (PvdA):

Steun voor het snel plannen van het debat, maar wel eerst de Voorjaarsnota en de brief. 

De voorzitter:

Eerst de Voorjaarsnota? Dat is in de laatste week voor het reces. 

De heer Nijboer (PvdA):

Volgens mij is de deadline voor de Voorjaarsnota op 1 juni. 

De voorzitter:

Dan komt zij naar de Kamer, maar het debat is eind juni. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb het natuurlijk over de Voorjaarsnota. Het debat over de Voorjaarsnota is apart gepland. Het gaat hier over het debat dat de heer Pechtold heeft aangevraagd. We moeten als Kamer eerst de Voorjaarsnota en een brief hebben en dan kan het debat gevoerd worden. 

De heer Pechtold (D66):

Sint-juttemis! Voorzitter, ik wil toch ook uw hulp inroepen. Mijn aanvraag voor een debat over de problematiek van de financiën van Veiligheid en Justitie is een jaar oud. Een jaar geleden constateerden we dit al. Inmiddels hebben de Tweede en Eerste Kamer hun zorgen geuit, zijn er in de Tweede en Eerste Kamer diverse debatten geweest en heeft de Rekenkamer gisteren vernietigend geoordeeld. Ik heb hiervoor uw hulp nodig, voorzitter. Inmiddels lekken uit het ministerie wel allerlei bedragen die in de Voorjaarsnota zouden staan. 

De voorzitter:

Maar volgens mij hebt u steun, mijnheer Pechtold. 

De heer Pechtold (D66):

Nou, nog niet, voorzitter. Tenminste … 

De voorzitter:

Jawel, de heer Nijboer … 

De heer Pechtold (D66):

Maar niet ná de Voorjaarsnota. Wij willen de komende weken, dus over een week of twee, een volwaardig debat, ook omdat ik natuurlijk wil voorkomen dat de Voorjaarsnota, die over onderwijs, zorg, de JSF en weet-ik-het-allemaal-niet gaat, dadelijk helemaal gedomineerd wordt door een heel belangrijk iets. We hebben het over V en J. Daar zitten terrorisme, de vluchtelingenproblematiek, politie, het OM en de rechtspraak bij, en alles knelt, piept en knarst. Dat is een apart debat. Wat mij betreft — dat zou een handreiking aan mevrouw Helder kunnen zijn — komt er een apart debat over de politie, want dat is inderdaad een apart iets. Maar over de financiën van V en J wil ik gewoon voor de Voorjaarsnota een volwaardig debat hebben. Dat heb ik een jaar geleden al gekregen. Het enige verzoek is nu: plan het in voor de komende twee, maximaal drie weken. 

De heer Nijboer (PvdA):

Om verwarring te voorkomen: daar heeft de PvdA geen enkel probleem mee. 

De voorzitter:

Ja, precies. 

De heer Nijboer (PvdA):

Wij willen de Voorjaarsnota ontvangen hebben. Die komt binnen tien dagen. Aanstaande donderdag spreekt de Kamer al over de Rekenkamerrapporten. Daarbij zal ongetwijfeld ook deze thematiek aan de orde komen bij verschillende fracties, ook de PvdA. Dus volgens mij zijn we het gewoon eens. 

De voorzitter:

Ja, dat dacht ik ook. Mevrouw Helder? 

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter, … 

De voorzitter:

Niet om het ingewikkelder te maken. 

Mevrouw Helder (PVV):

Nee hoor. Ik wil voor de Handelingen opmerken dat ik anders het verzoek wel degelijk gesteund zou hebben, want ik vind niet dat we tot na het debat over de Voorjaarsnota moeten wachten. Dan zou ik het wel eventjes aan een meerderheid willen helpen. 

De voorzitter:

Ja. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik zal het ook niet ingewikkelder maken, maar ja, dan moeten de anderen wel meedoen. Volgens mij is het eenvoudige van dit verzoek dat het niet een nieuw verzoek is om een debat. 

De voorzitter:

Nee. 

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Want dan zou ik me kunnen voorstellen dat u zegt: joh, wacht even. Maar het is een debat waarvan de aanvraag al heel lang loopt, en er is hoogstens een extra reden om te versnellen. Dus dat is de reden waarom het CDA het verzoek van de heer Pechtold steunt om het volgende week te doen. Dat is dus een aanzienlijke vereenvoudiging. 

De voorzitter:

Dat is helder. Dank u wel. Mijnheer Pechtold, u hebt wel steun voor uw verzoek, dus daar gaan we in de planning rekening mee houden. 

De heer Pechtold (D66):

Dank u, voorzitter. En aan welke spreektijden dacht u? 

De voorzitter:

Nou, volgens mij staat er vier minuten voor. Maar ik begrijp uit deze charmante vraag dat u meer spreektijd wilt. 

De heer Pechtold (D66):

Ik zou zes wel waarderen voor dit grote ministerie. 

De voorzitter:

Mevrouw Helder. 

Mevrouw Helder (PVV):

Die waardeert zes minuten natuurlijk ook. 

De heer Van Nispen (SP):

Daar kan ik het ook mee eens zijn, maar ik zou wel graag een termijn willen verbinden aan de brief over de uitvoering van de drie moties. 

De voorzitter:

Ja, oké. 

De heer Van Nispen (SP):

Dus in ieder geval … 

De heer Pechtold (D66):

Dinsdag 12.00 uur. 

De heer Van Nispen (SP):

Ja, dat lijkt me een goede suggestie van de heer Pechtold. 

De voorzitter:

Vóór het debat. 

Dan stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik zal goed naar de spreektijden kijken. Hiermee zijn we gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven