16 Voedselschandaal Foppen

Aan de orde is het VAO Voedselschandaal Foppen (AO d.d. 02/10). 

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister van VWS; fijn dat u zich even kon vrijmaken. En de staatssecretaris van Economische Zaken is nog steeds bij ons. Het woord is aan de heer Graus van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. 

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik heb een aantal moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, "track and trace"-systemen van voedsel- en warenbedrijven in de praktijk volgbaar te maken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 439 (26991). 

De heer Graus (PVV):

Deze motie dien ik in naar aanleiding van het feit dat de firma Foppen de vergiftigde zalm niet tijdig kon terughalen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering tot zowel kwantitatieve als kwalitatieve verhoging van de NVWA-opsporings- en handhavingsmacht, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 440 (26991). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, de communicatie en gegevensuitwisseling tussen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Onderzoeksraad Voor Veiligheid te verbeteren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 441 (26991). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, hogere boetes en straffen mogelijk te maken inzake overtreding van de (Voedsel- en) Warenwet welke in verhouding staan tot het gepleegde delict en waarbij rekening wordt gehouden met de behaalde winsten en eventueel genomen risico's en gevaren voor dier- en volksgezondheid, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 442 (26991). 

De heer Graus (PVV):

Er zijn immers een paar doden gevallen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Foppen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit als "normaal functionerend" bedrijf werd gezien; 

verzoekt de regering, het interventiebeleid van de NVWA aan te scherpen opdat bedrijven zoals Foppen op een adequate manier kunnen worden opgespoord en aangepakt ter voorkoming van duizenden zieken en dodelijke slachtoffers welke er nu zijn gevallen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 443 (26991). 

De heer Graus (PVV):

Fijne kerstdagen, mijnheer de voorzitter. 

De voorzitter:

Insgelijks. Ik geef nu het woord aan de heer Bashir van de fractie van de Socialistische Partij. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik heb de volgende moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er een duidelijk verband is tussen een verhoogd aantal enterococcen en aanwezige schadelijke bacteriën; 

verzoekt de regering, te laten onderzoeken welke norm kan worden ingesteld voor enterococcen waarboven bedrijven verplicht worden te handelen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bashir en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 444 (26991). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat bij het voedselschandaal Foppen onvoldoende duidelijk is geworden welke bedrijven niet goed meewerkten aan het uit de schappen halen van besmette zalm waardoor mensen onnodig aan het risico van salmonellabesmetting zijn blootgesteld; 

verzoekt de regering, bij een terugroepactie onmiddellijk over te gaan tot openbaarmaking van de namen van de betreffende bedrijven waarbij ingezet wordt op maximale transparantie richting consumenten en afnemers, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bashir en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 445 (26991). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het bij Foppen vier à vijf dagen duurde voordat de afnemers van salmonellazalm bekend werden en de terugroepactie vorm kon krijgen terwijl de besmette zalm wettelijk binnen vier uur teruggeroepen had moeten worden; 

verzoekt de regering, bij de inspectie standaard eens in het jaar een terugroepoefening uit te voeren waarbij niet alleen naar de papieren werkelijkheid gekeken wordt, maar ook gekeken wordt of de fabrikant van een willekeurige batch binnen vier uur alle afnemers van die batch bij de inspectie kan aanleveren en tevens over te gaan tot het beboeten indien dit niet lukt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bashir en Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 446 (26991). 

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter! Namens de PvdA-fractie dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Foppen vanwege alle geconstateerde misstanden onder verscherpt toezicht staat van de NVWA; 

overwegende dat Foppen meermaals is geïnspecteerd, voor het laatst in het najaar van 2014; 

van mening dat de consument een geïnformeerde keuze moet kunnen maken ten aanzien van de producten die hij koopt; 

verzoekt de regering, inzicht te geven in de controles die door de NVWA bij visbedrijven worden uitgevoerd en een rapportage hierover in het eerste kwartaal van 2015 naar de Kamer te sturen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dikkers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 447 (26991). 

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Wij hebben begrepen dat juist de visbedrijven onder een extra inspectieregime vallen. Vandaar dat wij graag de inspectierapporten over deze groep bedrijven ontvangen. Wij zijn daar erg in geïnteresseerd. 

De voorzitter:

Ik stel vast dat mevrouw Lodders van de VVD-fractie afziet van haar spreektijd. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Het voedselschandaal bij visbedrijf Foppen was tragisch. Er zijn mensen overleden. De problemen gaan dieper en zijn omvangrijker dan wij tot nu toe dachten. Vandaar dat wij een tweetal moties indienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeksprogrammering van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit risicoanalyses uitvoert naar de kweekvisindustrie, waarbij onder andere gekeken wordt naar chemische stoffen en fraude; 

verzoekt de regering, bij deze risicoanalyses tevens de risico's van de kweekvisindustrie voor het milieu, de duurzaamheid, het vissenwelzijn, de traceerbaarheid van visproducten en de internationale controle en handhaving in kaart te laten brengen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 448 (26991). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

In de zalmindustrie wordt een gevaarlijk landbouwgif gebruikt. Het is zeer wenselijk het gebruik daarvan te beëindigen. Daarover dienen wij de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat wetenschappers waarschuwen voor het landbouwgif endosulfan in zalm, vanwege de negatieve effecten hiervan op de hersenontwikkeling bij kinderen, het immuunsysteem en de stofwisseling, en het verband met autisme, ADD, ADHD en een verlaagd IQ; 

constaterende dat in Nederland een verbod geldt op het gebruik van endosulfan en dat sinds 2005 dit verbod tevens in Europa van toepassing is; 

constaterende dat in 2012, ondanks het Europese verbod, er een uitzondering op dit verbod is gemaakt voor de kweekzalmindustrie; 

verzoekt de regering, er bij de Europese Commissie op aan te dringen de uitzondering op het verbod op het gebruik van endosulfan op te heffen en het verbod ook weer te laten gelden voor de zalmindustrie, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 449 (26991). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik druk het kabinet nogmaals op het hart om met de kweekvisindustrie niet dezelfde fouten te maken die wij met de bio-industrie voor zoogdieren gemaakt hebben. De risico's voor de volksgezondheid, de aantasting van het dierenwelzijn en de groei van een industrie die nog niet zo uit de klauwen is gegroeid als de gewone bio-industrie, zouden wij binnen de perken moeten houden. Wij zouden moeten leren van de lessen van de bio-industrie voor zoogdieren. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Schippers:

Voorzitter. In zijn motie op stuk nr. 439 verzoekt de heer Graus de regering, "track and trace"-systemen van voedsel- en warenbedrijven in de praktijk volgbaar te maken. Ieder bedrijf heeft verplicht een "track and trace"-systeem. Dit wordt bij audits gecontroleerd en bedrijven melden interne problemen actief bij de NVWA, die in de gaten houdt of bedrijven bij problemen voldoende actief optreden. Zo niet, dan treedt de NVWA zelf op. Er wordt in de motie dus gevraagd om een "track and trace"-systeem dat al bestaat. 

De heer Graus (PVV):

Ik weet dat er een "track and trace"-systeem bestaat. Ik vraag om het volgbaar te maken, omdat bij Foppen bleek dat het niet volgbaar was. Het terugroepen ging moeizaam. De heer Bashir heeft ook een aantal moties ingediend, omdat bleek dat het helemaal niet volgbaar is. Daar gaat het mij om. 

Minister Schippers:

Het is niet goed gegaan. Dat is evident. Het hoort wel goed te gaan volgens het systeem. Het systeem werkt dus niet. Ik zie de motie als ondersteuning van beleid, omdat we het al hebben. Het gaat alleen niet altijd zoals we zouden willen dat het gaat. 

De voorzitter:

En dus? 

Minister Schippers:

Ondersteuning beleid. 

De voorzitter:

En dus oordeel Kamer? 

Minister Schippers:

Oordeel Kamer. 

De voorzitter:

Daar bestaat enige discussie over. Vandaar dat ik dat even vraag. 

Minister Schippers:

O, sorry. 

In zijn motie op stuk nr. 440 verzoekt de heer Graus de regering, te komen tot zowel kwantitatieve als kwalitatieve verhoging van de NVWA opsporings- en handhavingsmacht. We hebben een plan van aanpak voor de NVWA ingediend. Daarin zit een versterking van deze opsporings- en handhavingsmacht. Ik ontraad de motie, omdat ik aanneem dat wat er gevraagd wordt boven op ons voorstel komt. En we hebben dus net een voorstel tot verhoging gedaan. 

In de motie op stuk nr. 441 verzoekt de heer Graus om hogere boetes en straffen. Ik citeer: verzoekt de regering het interventiebeleid van de NVWA aan te scherpen opdat bedrijven zoals Foppen op een adequate manier kunnen worden opgespoord en aangepakt. 

De voorzitter:

U citeert nu de motie op stuk nr. 443. U bent de motie op stuk nr. 441 vergeten. 

Minister Schippers:

Sorry, ik heb de motie op stuk nr. 444 voor me. 

De voorzitter:

Doet de staatssecretaris de motie op stukken nrs. 441 en 442? 

Minister Schippers:

Of is het de motie op stuk nr. 443; dan zitten mijn blaadjes door elkaar. 

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 444 gaat over de Voedsel en Warenautoriteit en die behandelt waarschijnlijk de staatssecretaris. Dan gaan we nu verder met de motie op stuk nr. 442. 

Minister Schippers:

De motie op stuk nr. 442 gaat over hogere boetes en straffen. Ik heb al een voorstel bij de Kamer ingediend om dat mogelijk te maken. In januari hebben wij een plenair debat over het boeteplafond. Ook heb ik aangegeven in het algemeen overleg op 2 oktober dat ik een omzetgerelateerde boete zal invoeren. Als dat debat met de Kamer goed gaat, zal ik een AMvB maken waarin de concrete bedragen en de systematiek nader worden ingevuld. 

De voorzitter:

De heer Graus wil zijn motie aanhouden. 

De heer Graus (PVV):

Voorzitter, misschien mag ik dat even toelichten. Ik heb toegevoegd dat er ook rekening moet worden gehouden met de risico's die men heeft genomen. Ik heb dat gedaan, omdat er doden zijn gevallen. Nu de minister dit zegt, ben ik ben bereid om de motie aan te houden. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn motie (26991, nr. 442) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Minister Schippers:

Ik ga verder met de motie op stuk nr. 443 over het interventiebeleid van de NVWA. De heer Graus stelt voor om dat beleid aan te scherpen. Naar aanleiding van Foppen is het interventiebeleid aangepast. De kleur donkeroranje is geschrapt; het is nu rood. Dat heb ik gedaan om het interventiebeleid helderder te maken. Hierover bestond namelijk enig misverstand. Ook zijn de termijnen waarna hard opgetreden moet worden waar dat moet, aangescherpt. Als je hard op moet treden, moet een bedrijf dat doen en bedrijven die dat niet doen, worden in de toekomst stringent vervolgd. Verdere aanscherping vind ik vooralsnog niet nodig, omdat we dit pas net hebben gedaan. Ik vind wel dat we het actief moeten volgen en dat we het eind 2015 moeten evalueren. Op basis van die evaluatie kunnen we dan beslissen om het wel of niet verder aan te scherpen. 

De heer Graus (PVV):

Voorzitter, ik houd deze motie ook tot nader order aan. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Graus stel ik voor, zijn motie (26991, nr. 443) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Minister Schippers:

De heren Bashir en Van Gerven verzoeken de regering in hun motie op stuk nr. 444, de regering te laten onderzoeken welke norm kan worden ingesteld voor enterococcen waarboven bedrijven verplicht worden te handelen. Er is geen norm, maar het niveau van enterobacteriën is een indicatie van de hygiëne in het productieproces en daarmee ook een indicator voor een mogelijk risico. Hoge waarden zijn voor bedrijven aanleiding, het proces kritisch te bekijken en waar nodig aan te passen. Overschrijding van de norm voor entorokokken is geen directe reden om het eindproduct af te keuren. Er is ook geen rechtstreeks verband tussen de hoeveelheid entorokokken en de aanwezigheid van schadelijke bacteriën. Een verlaging van deze norm heeft in relatie tot de beheersing van de voedselveiligheid dan ook geen zin. De indicatiewaarde wordt over het algemeen gezien als goed hanteerbaar om een juiste inschatting te kunnen maken van de hygiëne binnen een bedrijf. Ik zou de motie dan ook willen ontraden. 

In de motie op stuk nr. 445 van de heren Bashir en Van Gerven wordt de regering verzocht om bij een terugroepactie onmiddellijk over te gaan tot openbaarmaking van de namen van de betreffende bedrijven. De NVWA probeert zo effectief en zo efficiënt mogelijk recalls uit te voeren. Binnen het kader van de regelgeving bekijken we in hoeverre gebruikgemaakt kan worden van intermediaire organisaties en brancheorganisaties om informatie nog sneller naar de bedrijven te krijgen en met de bedrijven te delen. Over de wijze waarop wij dat doen, zal ik de Kamer begin volgend jaar informeren. De indieners zouden de motie kunnen aanhouden en deze, als de informatie onvoldoende is, in stemming kunnen brengen. In het andere geval zou ik de motie echt als voortijdig willen ontraden. 

De heer Bashir (SP):

Als de minister bereid is om de Kamer in januari te informeren, kan ik de motie aanhouden. 

Minister Schippers:

Ja, dat zal begin volgend jaar gebeuren. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Bashir stel ik voor, zijn motie (26991, nr. 445) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Minister Schippers:

In de motie van de heer Bashir en de heer Van Gerven op stuk nr. 446 wordt de regering verzocht om bij de inspectie standaard eens in het jaar een terugroepoefening uit te voeren. We hebben een oefening gehad in mei met verschillende partijen. Die oefening was succesvol en die zullen we ook herhalen. De indieners vragen in deze motie echter om standaard eens in het jaar een oefening uit te voeren. Ik laat het oordeel daarover aan de Kamer. 

Tot slot reageer ik op de motie op stuk nr. 447, waarin de regering wordt verzocht om inzicht te geven in de controles die door de NVWA bij visbedrijven worden uitgevoerd en om een rapportage hierover in het eerste kwartaal van 2015 naar de Kamer te sturen. Momenteel werkt de NVWA aan een analyse van de inspectieresultaten van alle visverwerkende bedrijven. De rapportage hierover wordt begin 2015 gepubliceerd. De NVWA is voornemens om in 2015 de inspectieresultaten van de visafslagen openbaar te maken. Volgens mij is de motie daarmee ondersteuning van beleid. 

De voorzitter:

Het oordeel is dus aan de Kamer. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik zal namens het kabinet over drie moties een oordeel vellen. Allereerst kom ik bij de motie op stuk nr. 441, waarin de regering wordt verzocht om de communicatie en gegevensuitwisseling tussen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Onderzoeksraad Voor Veiligheid te verbeteren. Volgens mij verloopt die uitwisseling van gegevens heel goed. De Onderzoeksraad heeft ook toegang tot alle gegevens van de NVWA. Om die reden ontraad ik deze motie. 

In de motie op stuk nr. 448 wordt de regering verzocht om bij de risicoanalyses tevens de risico's van de kweekvisindustrie onder de loep te nemen. De NVWA controleert de naleving van de erkenning van de visbedrijven en doet ook onderzoek naar contaminanten en microbiologische besmettingen in kweekvis. We controleren nu al veel op geïmporteerde vis uit Azië. Dit jaar zijn er 237 monsters op vis uit derde landen genomen voor de monitoring in het kader van het Nationaal Plan Residuen. Daarbij wordt onderzocht of er geen overschrijding te vinden is in het kader van bijvoorbeeld diergeneesmiddelen of contaminanten. Als er overschrijdingen zijn, wordt er ook opgetreden. Bij de risicoanalyses die in de diverse ketens worden gedaan door het bureau, wordt ook de visketen verder onder de loep genomen. De uitkomsten daarvan kunnen leiden tot nadere prioritering en interventies. Ook zal de NVWA vanaf 2015 geïmporteerde vis nader onderzoeken op de aanwezigheid van resistente bacteriën. Op het punt van dierenwelzijn lopen er inmiddels verschillende onderzoeken waarover wij de Kamer te zijner tijd nader willen informeren. Om die reden zou ik de motie zoals die nu is geformuleerd, willen ontraden. Ik hoop dat ik heb kunnen laten zien dat er al wel heel veel verschillende acties worden ondernomen. 

Ik kom nu op de motie op stuk nr. 449, die eveneens door mevrouw Ouwehand en mevrouw Thieme is ingediend. Ook die motie wil ik ontraden. Het middel endosulfan is sinds 2005 niet meer toegestaan in de Europese Unie, maar door het historisch gebruik van endosulfan kunnen restanten nog steeds in grondstoffen voor diervoeders aanwezig zijn. Wij weten dat vissen gevoelig zijn voor endosulfan. Om die reden liggen de normen voor visvoer ook lager dan voor voeders voor andere diersoorten. De normen zijn ook nog eens in 2012 verhoogd, specifiek die voor zalm. Dat is via een Europese verordening gebeurd. Wij zijn ons er niet van bewust dat dit middel in Noorwegen nog gebruikt wordt. Noorwegen maakt onderdeel uit van de Europese Economische Ruimte. Voor de landen die daarvan deel uitmaken gelden dezelfde verboden als voor EU-landen. Om die reden wil ik deze motie ontraden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

De stemming over de moties zal vanavond plaatsvinden. Ik dank de staatssecretaris voor haar aanwezigheid van vandaag en voor haar bijdrage aan de feestvreugde. 

Naar boven