2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Fritsma aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de politieke crisis op Curaçao.

De voorzitter:

Als eerste krijgt de heer Fritsma van de PVV het woord. Ik herinner hem eraan dat hij twee minuten heeft om zijn vraag te stellen.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Afgelopen weekend bereikten ons berichten over de bespottelijke toestanden op Curaçao. Niet duidelijk was wie er precies de baas was op het eiland. Er was een interim-kabinet benoemd onder leiding van Stanley Betrian, maar de ontslagen, en dus voormalige, minister-president, Gerrit Schotte, sloot zich op en weigerde uit het regeringsgebouw te vertrekken. We leken dus met twee regeringen op één eiland te zitten. Er vielen termen als "coupe" en "staatsgreep" en de chaos was compleet. Deze wantoestanden zijn natuurlijk niet ongebruikelijk in een bananenrepubliek, maar de PVV-fractie vindt het wel erg jammer dat een dergelijke bananenrepubliek zich binnen ons Koninkrijk der Nederlanden bevindt. Dat dit een blamage is voor het Koninkrijk moge immers duidelijk zijn. Als de minister daar anders over denkt, hoor ik het graag.

Gelukkig is er geen sprake geweest van ongelukken of geweld en heeft Gerrit Schotte het regeringsgebouw uiteindelijk toch verlaten. Misschien dat hij nu tijd heeft om in Venezuela bij zijn vriend Chavez op de koffie te gaan. Veel reden tot vrolijkheid is er verder echter niet. Een ding is immers weer glashelder geworden: alle tijd, alle energie en alle geld die je in Curaçao investeert, is verspilde moeite. We krijgen er alleen maar onrust, criminaliteit, corruptie en valse beschuldigingen voor terug. Het is hoog tijd dat het kabinet dit inziet, zoals de PVV-fractie dat allang doet. Mijn belangrijkste vraag aan de minister is dan ook: kunt u ervoor zorgen dat Curaçao zo snel mogelijk uit ons Koninkrijk verdwijnt?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor een antwoord dat maximaal twee minuten mag duren.

Minister Spies:

Mevrouw de voorzitter. Ik zal een poging wagen, maar het is natuurlijk wel een zaak die de Koninkrijksregering al een aantal maanden zeer indringend heeft beziggehouden en waarover wij grote zorgen hebben.

We hebben gezien dat de regering-Schotte op 2 augustus demissionair is geworden en dat vervolgens een meerderheid van de Staten het vertrouwen in de regering heeft opgezegd en de gouverneur heeft gevraagd om een formateur te benoemen die een interim-kabinet moest formeren. Dat is gebeurd en afgelopen zaterdag is dit interim-kabinet geïnstalleerd. Daarmee is recht gedaan aan de democratische spelregels waarin de meerderheid van de Staten op Curaçao zich heeft uitgesproken.

Natuurlijk gaan onze zorgen in de eerste plaats uit naar de inwoners van Curaçao. Zij hebben immers te maken met een politieke impasse en grote politieke instabiliteit. Ik ben heel blij dat tot op heden de rust op Curaçao is gehandhaafd en dat naar het lijkt het gezonde verstand bij de meeste mensen nog steeds zegeviert. Het interim-kabinet heeft nu vooral als opdracht om verkiezingen te organiseren en deze zo goed mogelijk te laten verlopen en om te starten met de voorbereiding van bijvoorbeeld een landsverordening die moet leiden tot screening van nieuwe kabinetsleden.

De betrokkenheid van Nederland, waar de heer Fritsma aan refereert, is beperkt, want dit is een politieke impasse die in het land Curaçao is ontstaan en die daar ook opgelost moet worden. De heer Fritsma wil weten of ik ervoor kan zorgen dat Curaçao zo snel mogelijk het Koninkrijk verlaat. Mijn antwoord op deze vraag is nee. Deze wens is tot op heden niet geuit door de bevolking van Curaçao. Bij referenda heeft de bevolking zich voor dit Koninkrijksverband uitgesproken. Als er al gesproken wordt over andere verhoudingen binnen het Koninkrijk dan zal dat via de Koninkrijksregering moeten plaatsvinden en niet via de Nederlandse regering.

De heer Fritsma (PVV):

Het kabinet vindt kennelijk dat Curaçao rustig in het Koninkrijk kan blijven. Het verwijst daarbij ook naar de wens van de bevolking. Zo duidelijk ligt dat natuurlijk niet. De fel anti-Nederlandse Schotte is niet voor niets aan de macht gekomen. Er is draagvlak voor het anti-Nederlandse sentiment. Dat hoeven wij natuurlijk niet te pikken. Wij moeten de duidelijke boodschap afgeven dat het zo niet langer kan. De minister geeft een beschrijving van de situatie, maar geen oordeel. Het valt niet mee. Als ik de minister hoor, dan lijkt het alsof het probleem is opgelost: Schotte is weg en het valt wel mee. Dat is natuurlijk niet zo. Ik geef een voorbeeld. Nederland heeft op Curaçao schulden gesaneerd ter waarde van meer dan 1 miljard euro. Vindt de minister dat goed besteed belastinggeld? Het antwoord is natuurlijk nee. Meteen na die schuldsanering namen de tekorten weer in rap tempo toe. Mijn vraag aan de minister is waar zij de grens trekt.

Minister Spies:

De politieke impasse op Curaçao kan uitsluitend op Curaçao worden opgelost. De Staten van Curaçao moeten hun verantwoordelijkheid nemen en zij hebben dit in meerderheid ook gedaan. Op 19 oktober zal de bevolking van Curaçao zich opnieuw kunnen uitspreken en nieuwe Statenleden kunnen kiezen. Waar trekt deze regering de grens, bijvoorbeeld op het gebied van de financiën? Al op 13 juli jongstleden heeft de rijksministerraad besloten om een aanwijzing te geven omdat de financiële toekomst van Curaçao er buitengewoon beroerd voorstaat. Die aanwijzing moet Curaçao volgen. Daar waar wij verantwoordelijkheden en bevoegdheden hebben, onder meer via het College financieel toezicht, trekken wij een volstrekt heldere lijn. Inmiddels is er ingegrepen en is er verantwoordelijkheid genomen. De politiek van Curaçao is een aangelegenheid van het land Curaçao zelf.

De heer Fritsma (PVV):

Dit is natuurlijk niet alleen een zaak van Curaçao. Dit is ook een zaak van de Nederlandse belastingbetaler die in de loop der jaren al veel te veel geld in die bodemloze put heeft zien verdwijnen. Waarom kiest het kabinet voor het belang van corrupte eilanden in plaats van voor het belang van de Nederlandse belastingbetaler? Ik probeer het nog één keer. Waarom erkent het kabinet niet dat Curaçao ons Koninkrijk en de Nederlandse belastingbetaler gewoon onwaardig is?

Minister Spies:

Ik hecht eraan om verschil te maken tussen Curaçao en de andere landen binnen het Koninkrijk; wat de heer Fritsma niet doet. Men heeft wellicht kennisgenomen van de verklaring die namens Sint-Maarten, Aruba en Nederland afgelopen zondag is uitgegeven. Wij doen Aruba en Sint-Maarten onrecht als wij die landen over een kam zouden scheren met Curaçao.

De Nederlandse belastingbetaler heeft inderdaad een keer fors bijgedragen aan schuldsanering, maar dat was ook één keer. De heer Fritsma heeft deze minister en deze regering nog nooit kunnen betrappen op ambities om daar ineens een andere keuze in te maken. Wij hebben willens en weten schulden gesaneerd met steun van de Tweede Kamer en daar blijft het bij.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Twee jaar Schotte was twee jaar intimidatie, corruptie en wanbeleid. Schotte heeft bij alle overheidsbedrijven politieke vriendjes benoemd. Twee jaar zaten de meeste van die bedrijven goed in hun slappe was. Zij hadden veel geld, maar nu zitten ze bijna allemaal diep in de schulden. Ik wil van de minister weten waar het geld is gebleven. Wat heeft Schotte met al dat geld gedaan?

Minister Spies:

De heer Van Raak zou heel precies de rapportages van het College financieel toezicht moeten lezen. Dan weet hij dat de Koninkrijksregering aan het Cft heeft gevraagd om er precies op het punt van de overheids nv's nog veel dieper in te de duiken. De zorg van de heer Van Raak is ook de zorg van de Koninkrijksregering. Het kan niet zo zijn dat overheids-nv's een zodanig grote bedreiging voor het financieel gezond worden van Curaçao blijven vormen.

Mevrouw Hachchi (D66):

Terecht is opgemerkt dat het niet aan ons is om te beslissen over de onafhankelijkheid van Curaçao. Ik zeg dat ook tegen de collega's. De bevolking van Curaçao moet daarover beslissen. De minister gaf aan dat de gang van zaken op Curaçao, ook de aanstelling van een interim-kabinet, democratisch was. Is het ook langs de staatsrechtelijke lijnen verlopen? Ik heb stukken van een aantal staatsrechtgeleerden gelezen en daarin rijzen nogal wat vragen. Daarom wil ik een duidelijk antwoord van de minister op de vraag: loopt het via de staatsrechtelijke lijnen?

Minister Spies:

Met respect voor alle juristen die zich staatsrechtgeleerden noemen – ook die verschillen weleens van opvatting – constateer ik heel praktisch dat een meerderheid van de Staten heeft vergaderd en moties heeft aangenomen waarin het vertrouwen in individuele ministers is opgezegd. Ook wijs ik erop dat de gouverneur is gevraagd om een formateur aan te wijzen, die een interim-kabinet zou moeten benoemen. In een democratisch land heeft de meerderheid van de volksvertegenwoordiging het nog altijd voor het zeggen. De gouverneur heeft dus niet meer en niet minder gedaan dan handelen volgens die staatsrechtelijke regels, die democratische principes.

De voorzitter:

Minister, wilt u in het vervolg proberen om iets korter te antwoorden?

Minister Spies:

Het was wel iets wat van belang is.

Naar boven