Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 april 2010 over herclausuleren artikel 3.1.5 Besluit veiligheidsregio's.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Er leeft een punt van discussie tussen de staatssecretaris en de SP-fractie. De staatssecretaris zegt: wij hebben nu geen regels, wij krijgen wel regels, dat is per definitie een verbetering en daarmee is het goed. Als het niet goed is, zien wij het volgens haar straks wel bij de evaluatie. Ik ga uit van het adagium – ik zeg het toch maar in het Engels – better safe than sorry, dus zorg dat de regels zo goed zijn dat wij over twee jaar kunnen evalueren, dat wij dan kunnen concluderen dat er gelukkig niets mis is gegaan en dat wij de regels misschien wat kunnen versoepelen. Dat wil de staatssecretaris niet. Daarom dien ik een motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

roept de staatssecretaris op, geen afwijkingen van de vaste voertuigbezetting van brandweervoertuigen toe te staan indien er sprake is van gebruiksfuncties zoals omschreven in de tabel uit bijlage 1, behorende bij artikel 3.2.1, eerste lid van het Besluit veiligheidsregio's, en dit als zodanig in het besluit op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gerkens en Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18(31968).

Mevrouw Laaper (PvdA):

Voorzitter. Er is vanmiddag een spoed-AO ingelast om nog voor het reces te kunnen besluiten om de voorhang van het Besluit veiligheidsregio's op te heffen. Wij vinden dat de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's zoals gepland, dus per 1 oktober 2010, doorgang moet kunnen vinden. Wij kunnen ons vinden in de huidige formulering, maar wij hadden een aantal extra randvoorwaarden gesteld. Wij zijn blij met de toezeggingen die de staatssecretaris vanmiddag heeft gedaan in het algemeen overleg. Zij steunt het voorstel van de PvdA-fractie om te komen tot een landelijke paraplu over de pilots in de verschillende regio's, met daarbij een onafhankelijke wetenschappelijke toetsing door een extern onderzoeksbureau en een goede regie op dit proces door het ministerie. Wij zijn ook blij met de toezegging dat de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's indien nodig eerder kan plaatsvinden dan na de gestelde termijn van twee jaar en dat het artikel, indien nodig, kan worden aangescherpt.

De motie van de SP-fractie zet de zaak alleen maar weer op slot. De tabel die door mevrouw Gerkens is genoemd, biedt een schijnoplossing. Wij geven verreweg de voorkeur aan transparante, expliciete en gefundeerde keuzes door de besturen van de veiligheidsregio's boven impliciete keuzes op de werkvloer op grond van een capaciteitstekort bij de vrijwilligers. Wij denken dat door de zorgvuldige lijn die nu wordt ingezet de toekomstbestendigheid van de brandweerzorg in Nederland wordt vergroot en daarmee de veiligheid van de burger beter wordt gediend. Daar gaat het de PvdA om.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Veiligheidsregio's de mogelijkheid geven om experimenten uit te voeren met de bezetting van brandweervoertuigen is geen goed idee. Alle ongetwijfeld goede bedoelingen van de staatssecretaris ten spijt, in het land zullen de veiligheidsregio's deze mogelijkheid toch voornamelijk als bezuinigingsmaatregelen gaan uitmelken.

Ik heb tijdens het algemeen overleg twee keer gepoogd bepaalde randvoorwaarden te stellen. Ik heb de staatssecretaris gevraagd grenzen aan te geven binnen deze experimenten. Zij wilde dat niet doen. Ook kan zij geen garantie geven dat met een verminderde voertuigbezetting de brandweerzorg niet zal verslechteren. Met andere woorden: zij kan die brandweerzorg niet garanderen. Dat begrijp ik. Ik begrijp volkomen dat zij die garantie niet kan geven. Dat geeft precies aan waar het hier om gaat, namelijk het gevaar dat door de verminderde voertuigbezetting de brandweerzorg in gevaar komt. Voor ons is dat absoluut onacceptabel. Het is mogelijk dat door deze regels mensenlevens in gevaar komen. Het is mogelijk dat de veiligheid van brandweerlieden erdoor in het geding komt. Dat is voor de PVV-fractie een onaanvaardbaar risico. Daarom hebben wij de motie van mevrouw Gerkens ondertekend.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Wij hebben deze middag in een spoed-AO met elkaar gesproken over de veiligheidsregio's, de bezetting van voertuigen en de voorhang van een besluit dat nog bij de Kamer ligt. Ik kom direct op de ingediende motie. Ik heb vanmiddag al gezegd dat de koppeling met de lijst, die mevrouw Gerkens en de heer Brinkman in de tekst van hun motie leggen, mij te rigide is. Die koppeling blokkeert het goed te onderbouwen alternatieve maatwerk dat nodig is voor het stimuleren van brandveiligheid. Ik richt mij echt op veiligheidsdoelen en argumenten om het bereiken van die doelen te waarborgen. Daarover hebben wij tijdens het algemeen overleg uitgebreid gesproken. Ik beschrijf die doelen ook en koppel ze aan de veiligheid van de burgers, de gezondheid en de veiligheid van de hulpverleners, dus van de brandweermannen en -vrouwen. Ik koppel ze ook aan een zorgvuldige procesgang met overleg en verantwoording bij de besturen van de veiligheidsregio's waar het hoort.

Verder benadruk ik dat het hierbij gaat om een lokale of regionale taak, niet om een nationale taak. In Nederland bestaat immers geen nationale brandweer. Soms is bij specifieke gevallen een specifieke aanpak nodig. Verder benadruk ik dat wij elkaar tijdens het AO eigenlijk redelijk dicht zijn genaderd. Er is wel een verschil van opvatting met in ieder geval de eerste indiener van de motie, maar de standpunten liggen niet mijlenver uit elkaar. Wat nu voorligt, interpreteren wij net iets anders. De lijst waaraan mevrouw Gerkens dit wil koppelen, is mij net iets te rigide. Daarom ontraad ik de Kamer om de motie aan te nemen.

Alle toezeggingen die ik tijdens het algemeen overleg heb gedaan, aan mevrouw Laaper en andere woordvoerders, doe ik uiteraard gestand. Dat betekent dat ik zal kijken naar de landelijke paraplu, naar de koppeling, naar het onafhankelijk onderzoek en naar de evaluatie. Wellicht zullen wij eerder toch nog aanpassingen doorvoeren in wat nu voorligt. Het gaat mij om de toekomstbestendigheid van het beleid dat is gericht op het bevorderen van de brandveiligheid. Dat moet gewaarborgd worden.

Met de heer Brinkman verschil ik echter wel van mening. Hij bestempelt alle experimenten als: geen goed idee. Ik heb deze middag tijdens het algemeen overleg een aantal voorbeelden genoemd. Ik had het bijvoorbeeld over twee auto's voor vier personen, waardoor een meer flexibele inzet mogelijk is en je verbeteringen kunt doorvoeren. Daarmee kan de veiligheid uiteindelijk beter worden gegarandeerd, in tegenstelling tot wat de heer Brinkman nu zomaar naar voren brengt. Er mag geen misverstand over bestaan dat de veiligheid van brandweermensen op de eerste plaats komt. In het verleden ben ik voorzitter geweest van een veiligheidsregio. Wij zullen de veiligheid van brandweermensen niet in het geding brengen. Juist daarom regelen wij nu iets. In het verleden was hierover niets geregeld. Nu regelen wij het wel. Laten wij dat zijn weg laten gaan.

Ik ontraad de Kamer dus het aannemen van de motie-Gerkens/Brinkman, omdat die leidt tot te weinig flexibiliteit. Wellicht komen we in de toekomst toch nog op zo'n punt uit. Ik wil echter eerst de experimenten hun gang laten gaan.

Mevrouw Gerkens (SP):

Het argument van de staatssecretaris is: we hadden tot nu toe niets geregeld en nu regelen we eindelijk iets, dus het is goed. Ik zeg echter: we hebben niets geregeld, ik ben heel blij dat de staatssecretaris nu iets regelt, maar laat zij het dan direct goed regelen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

U adviseert mij om het nog strakker te regelen. Ik vind dat ik het goed regel, maar u vindt dat het nog net iets strakker moet worden geregeld. Dat zou net iedere flexibiliteit weghalen voor de experimenten in de regio's. Wij zijn elkaar dus eigenlijk vrij dicht genaderd; dat zei ik zojuist al. Uw laatste stapje is mij echter net een brug te ver. Misschien komen we er uiteindelijk wel toe. Wij zullen dit goed volgen bij de evaluatie van de pilots.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik ben benieuwd of het woord de Van Dale gaat halen. Ik heb het er niet in kunnen vinden. Wij stemmen hedenavond over de motie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven