Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 april 2010 over NPV toetsingsconferentie.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Wij hebben inmiddels twee debatten gevoerd over de noodzaak om te komen tot een kernwapenvrije wereld. Ik wil de minister – hopelijk met steun van de Kamer – een aantal uitspraken meegeven om hem te sterken in zijn pleidooi voor een kernwapenvrije wereld. Vandaar de volgende moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de NAVO uitgaat van verdediging van het grondgebied van het bondgenootschap mede door middel van kernwapens;

overwegende dat ter uitvoering daarvan aan lidstaten, die zelf geen kernwapenmacht zijn, de zogeheten kernwapentaak is toebedeeld, die in strijd is met, de geest van, het NPV-verdrag;

van mening dat de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Europa niet langer gezien dient te worden als veiligheidsgarantie;

overwegende dat daarmee ook de kernwapentaak voor die betreffende NAVO-lidstaten kan vervallen;

verzoekt de regering, in NAVO-verband in te brengen dat Nederland niet langer waarde hecht aan deze kernwapentaak en deze dan ook niet langer voor zijn rekening wenst te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Azough. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 84(32123 V).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het NAVO-beleid inzake kernwapens de Nederlandse regering verhindert, openheid te verschaffen over de eventuele aanwezigheid van kernwapens op Nederlands grondgebied;

van mening dat de discussie over kernwapens niet alleen de kernwapenstaten aangaat, maar ook staten waar kernwapens gestationeerd zijn;

verzoekt de regering, er bij de NAVO op aan te dringen dat openheid kan worden gegeven over de aanwezigheid van kernwapens in lidstaten van de NAVO,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Azough. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 85(32123 V).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de ambities van de Amerikaanse regering om te komen tot nucleaire ontwapening gesteund moeten worden;

van mening dat de in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens onderdeel zouden kunnen zijn van onderhandelingen over ontwapening tussen de VS en Rusland;

verzoekt de regering, aan de Amerikaanse regering over te brengen niet langer te hechten aan de bescherming van het Europese vasteland door middel van de aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Europa en de terugtrekking van deze kernwapens wenselijk te achten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Azough. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 86(32123 V).

Wij wachten enkele ogenblikken tot de minister over alle moties beschikt.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van Velzen voor haar toelichting en de ingediende moties.

Zoals bekend pleit ik reeds langer voor een kernwapenvrije wereld. Ik meen dat het vraagstuk van non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening niet alleen bij de Kamer maar ook bij de regering hoog op de agenda staat. Er zijn positieve ontwikkelingen, want na lange tijd van weinig vooruitgang is het einddoel van een kernwapenvrije wereld weer duidelijk aan de horizon verschenen. Het nieuw Startakkoord en de Amerikaanse Nuclear Posture Review zijn belangrijke stappen op weg hiernaar toe. Kernontwapening en een kernwapenvrije wereld zijn nu in ieder geval weer onderwerp van discussie en verdienen naar de mening van de Nederlandse regering zeer duidelijk ondersteuning. Tegelijkertijd vereist het een behoedzame en zorgvuldige aanpak om datgene wat je wilt, namelijk een kernwapenvrije wereld, daadwerkelijk te realiseren. Wij moeten dus op het juiste moment de juiste stappen zetten en bovendien geen gaten in onze verdediging laten vallen.

Ten tweede zijn eenzijdige stappen ten aanzien van de kernwapens in Europa of met betrekking tot de kernwapentaak van de NAVO in mijn ogen contraproductief. Dit is de zaak van het bondgenootschap als geheel. Besluiten hierover moeten en kunnen dus alleen door het gehele bondgenootschap worden genomen. De landen of lidstaten van de NAVO die anders daarover denken, moet je juist meenemen. Daarom heb ik met een aantal collega's het initiatief genomen om het NAVO-kernwapenbeleid, de kernwapentaak en de aanwezigheid van kernwapens op Europees grondgebied te agenderen voor de ministeriële bijeenkomst van de NAVO morgen en overmorgen in Tallinn. Ik wil daarover dus een serieuze discussie aangaan en het begin maken om te komen tot een gefaseerde aanpak, waarmee de rol van de kernwapens en de aantallen in Europa kunnen worden gereduceerd. Nogmaals, mijn inzet is om te komen tot een kernwapenvrije wereld en niet zozeer een kernwapenvrij West-Europa. Stappen zijn dus gericht op de verdere totstandbrenging van die kernwapenvrije wereld. Er is dus bereidheid om hierover te praten en te kijken welke stappen in bondgenootschappelijk verband mogelijk zijn. Op basis daarvan wordt in het nieuwe strategische concept invulling gegeven aan de verdediging en de veiligheid van het grondgebied zonder kernwapens.

Ik kijk nu naar de moties. Het aannemen van de eerste motie moet ik ontraden. De eerste motie verzoekt immers zeer nadrukkelijk om zo nodig een eenzijdige stap te zetten, namelijk door kenbaar te maken dat Nederland niet langer bereid is om de kernwapentaak voor zijn rekening te nemen. Dit staat dus los van de vraag of er nog een kernwapentaak is en of die bondgenootschappelijke verplichting binnen de NAVO blijft bestaan. Ik ontraad de aanname van deze motie daarom ten stelligste, want die brengt het doel niet dichterbij.

De tweede motie gaat over openheid. Als wij het hebben over het doel van een kernwapenvrije wereld, is het de vraag of openheid de meeste urgentie heeft. Dat is de eerste kanttekening die ik bij deze motie plaats. De tweede kanttekening is dat ik het met het oog op de veiligheid niet wenselijk acht om overal openheid van zaken te geven over wie, wat en waar welke wapens zijn. Deze veiligheid en bescherming zijn namelijk noodzakelijk om zeker te stellen dat ongewenste groeperingen niet de hand daarop leggen. Dit lijkt mij dus niet de meest voor de hand liggende stap om te komen tot het verhinderen van proliferatie richting terroristische groeperingen of anderszins. Bovendien brengt dit extra kosten voor beveiliging met zich. Mijn kanttekeningen bij deze motie zijn dus de prioriteit plus de vragen ten aanzien van de veiligheid.

Ik ben wel voorstander van meer transparantie over de stappen die de NAVO zet met betrekking tot de reductie van het aantal kernwapens op Europees grondgebied. Daarmee geef je ook een impuls aan de discussie over de verdere terugdringing van het aantal kernwapens in de wereld. Daarom ontraad ik de aanname van de motie zoals die nu luidt, hoewel niet zo stellig als de eerste motie.

Dan kom ik aan de derde motie. De moties schuiven steeds meer in mijn richting. Ik heb enige aarzeling bij deze motie. Met een aantal collega's heb ik namens de Nederlandse regering het initiatief genomen om over de kernwapentaak, de aanwezigheid van kernwapens op Europees grondgebied en het nut daarvan te discussiëren. Enerzijds geven wij daarmee aan dat naar ons oordeel de in Europa aanwezige Amerikaanse kernwapens deel zouden moeten uitmaken van onderhandelingen over ontwapening tussen de Verenigde Staten en Rusland, zoals ook wordt gesuggereerd. Anderzijds maken wij in de discussies daarover aan de Verenigde Staten duidelijk dat wij voldoende vertrouwen hebben in de veiligheidsgaranties van onze bondgenoot en derhalve niet de kernwapens als zodanig nodig hebben om daarmee zeker te stellen dat de Verenigde Staten, net als andere bondgenoten, pal staan voor de veiligheid van eenieder binnen het bondgenootschap. Ik heb al duidelijk gemaakt dat ik vind dat deze onderhandelingen zouden moeten plaatsvinden. Ik heb ook al duidelijk gemaakt dat ik het niet nodig vind om als veiligheidsgarantie Amerikaanse kernwapens op Nederlands grondgebied te hebben. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel in de motie wordt meer van mij gevraagd en dan is de motie onwenselijk. Ofwel de motie is in lijn met het beleid, maar dan is de motie overbodig omdat zij het beleid ondersteunt. Als ik heel vriendelijk ben, vat ik de motie op als ondersteuning van het beleid en als ik onvriendelijk ben vat ik haar op als overbodig. Ik laat het oordeel aan de Kamer over, maar ik interpreteer de motie als beleidsondersteunend.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 16.35 uur tot 16.45 uur geschorst.

Naar boven