Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Van Gerven aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over verlaging van de vergoeding voor fysiotherapie bij aanvullende ziektekostenverzekering.

De voorzitter:

Ik heet de minister van harte welkom.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Momenteel buigen alle Nederlanders zich over de nieuwe ziektekostenverzekeringspakketten en zij zien dat de premies door vier jaar marktwerking en concurrentie fors zijn gestegen. Een gemiddelde stijging van 28% in vier jaar, als wij ook het eigen risico meetellen. Vooral de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, die vaak een lager inkomen hebben, betalen de rekening. Wij moeten zo snel mogelijk af van die marktwerking en de zorgpremies volledig naar draagkracht heffen, zo vindt de SP.

De kosten van de aanvullende verzekering zijn geëxplodeerd, met voor 2010 een stijging van gemiddeld 6%. Heel veel gehandicapten, ouderen en chronisch zieken hebben de aanvullende verzekering keihard nodig, omdat de tandheelkunde voor volwassenen, een aantal medicijnen en de fysiotherapie voor een groot gedeelte uit het pakket zijn wegbezuinigd. Noodzakelijke zorg waarvoor men een extra verzekering moet afsluiten, maar die bijvoorbeeld niet wordt gecompenseerd door een zorgtoeslag en waar risicoselectie plaatsvindt. Zo worden er mensen geweigerd voor tandzorg die zij nodig hebben.

De premies stijgen, terwijl bij een kwart van de aanvullende verzekeringen de vergoedingen voor fysiotherapie worden verlaagd. Dit treft weer de ouderen, chronisch zieken en gehandicapten, die vaak fysiotherapie nodig hebben. Vindt de minister niet dat mensen hierdoor onterecht zorg wordt onthouden en dat te hoge drempels worden opgeworpen? Is de minister bereid de gevolgen van de aanvullende verzekering te onderzoeken en met voorstellen te komen om de indicaties voor fysiotherapie in het basispakket weer te vergoeden en deze indicaties uit te breiden? Vindt de minister niet dat deze zorg in het basispakket thuishoort van Karim, een vrouw van 84 jaar met chronische klachten op basis van artrose en ouderdom die langdurig fysiotherapie nodig heeft?

Minister Klink:

Mevrouw de voorzitter. Eerst wil ik het even hebben over de feitelijkheden die de heer Van Gerven benoemt en die ik op zichzelf wel kan volgen, maar die tegelijkertijd ook om repliek vragen. De heer Van Gerven heeft het over de chronisch zieken. Ik wijs hem erop dat in het basispakket wel degelijk fysiotherapie zit voor mensen die deze op basis van medische indicatie nodig hebben. De eerste negen behandelingen zijn voor eigen rekening; maar daarna worden zij wel degelijk vanuit het basispakket gedekt. Er staat op lijsten van het CVZ een keur van aandoeningen die inderdaad aanspraak geven op een fysiotherapiebehandeling na negen keer, dus vanaf de tiende keer.

Vervolgens zegt de heer Van Gerven dat de aanvullende verzekeringen te duur zijn geworden, maar hij geeft tegelijkertijd aan dat dit voor een deel van de verzekeraars geldt. Er is ook bij het aanvullend pakket sprake van competitie. Op zichzelf is het mij welkom dat de heer Van Gerven dit onderwerp vandaag aansnijdt, want een ieder die vandaag naar dit vragenuurtje kijkt, dient zich bewust te zijn van het feit dat er grote verschillen zitten tussen de verzekeraars. Wat bij de ene verzekeraar gedekt is, is dat bij de andere niet. Er zijn ook enorme premieverschillen. Gisteren werd dat nog eens een keertje bij TROS Radar aangetoond; het loont echt de moeite om pakket- en prijsvergelijkingen te maken via internet of andere wegen. Men zal dan ook zien bij welke verzekeraar men goedkoper uitkomt. Maar het gaat dan altijd om diegenen die geen chronische aandoening hebben. 90% van de mensen heeft een aanvullend pakket. De heer Van Gerven spreekt over enorme premiestijgingen, maar die variëren dus nogal per verzekeraar. Nogmaals: oplettendheid is daarbij gepast.

Dan de vraag van de heer Van Gerven in hoeverre fysiotherapie in het basispakket moet worden opgenomen. Ook hij weet dat als wij dat gaan doen, er een pakketbeslissing moet worden genomen en dat ik over de omvang van het pakket wordt geadviseerd door het CVZ. Het CVZ kijkt daarvoor naar de effectiviteit c.q. de noodzakelijkheid van de opname. Daarbij bekijkt men ook de mate waarin mensen het zelf kunnen dragen, krachtens de koopkrachtbeelden die natuurlijk met bijstand, loon en inkomen dan wel andere uitkeringen te maken hebben. Het CVZ heeft ons geadviseerd om fysiotherapie in elk geval niet op te nemen. In elk geval heeft mijn voorganger daartoe niet besloten. De heer Van Gerven zal begrijpen dat ik dit tegen de achtergrond van de enorme financiële opgave waar wij de komende jaren voor staan, niet van plan ben.

In het algemeen stelt de heer Van Gerven dat dit allemaal te maken zou hebben met de marktwerking, die tot kostenverhoging zou hebben geleid. Mijn argumentatie is de heer Van Gerven bekend en zijn argumentatie is mij bekend. Juist voor de zaken waarvoor wij stappen hebben gezet naar een vrijere prijsvorming, zijn de prijzen niet exorbitant gestegen. Sterker nog, zij houden gelijke tred met of zijn lager dan de gebudgetteerde, van overheidswege vastgestelde prijzen.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Het antwoord van de minister is buitengewoon teleurstellend. Mensen willen niet veranderen. Dat blijkt keer op keer. Zij willen bij hun zorgverzekeraar blijven en ze willen dat het allemaal goed is geregeld. De minister zegt dat zij moeten kiezen uit al die pakketten die zij op internet en overal kunnen vinden, maar er is ook sprake van een risicoselectie. Mensen worden voor de aanvullende pakketten geweigerd op basis van hun medisch verleden. Dat zou de minister niet moeten willen.

Naar onze mening heeft dit zorgstelsel zijn beste tijd gehad en zouden wij moeten overgaan naar een premieheffing in solidariteit. Ik vraag de minister nogmaals om eens goed te kijken naar de indicaties voor fysiotherapie. In een eerder debat heeft de minister dat toegezegd. Wij hebben de lijst-Borst, maar deze is niet volledig. Ik heb net het voorbeeld gegeven van mevrouw Karim van 84 jaar. Zij heeft klachten door een chronische artrose en door ouderdom. Zij heeft langdurig fysiotherapie nodig, maar dat zit niet in het pakket. Dit is één voorbeeld, maar ik hoor van fysiotherapeuten dat zulke gevallen veel voorkomen. Wil de minister dit niet nog eens beoordelen en nagaan wat de effecten zijn van de aanvullende premies en van het feit dat mensen afzien van een aanvullende verzekering waardoor hun zorg wordt onthouden?

Minister Klink:

Mevrouw de voorzitter. Over het voorlaatste aspect kan ik vrij duidelijk zijn. Het CVZ bekijkt op dit moment inderdaad de indicaties. Wij hopen daar in het voorjaar van 2010 via het CVZ en via hun pakketadvies een nadere inkleuring van te krijgen. Leidt dit inderdaad tot het opnieuw opnemen van eventuele andere aandoeningen die chronisch van aard zijn, dan worden deze per 2011 aan het basispakket toegevoegd. Ik gaf zojuist al de criteria aan die het CVZ daarbij hanteert. Ik sluit niet uit dat die lijsten worden herzien.

De heer Van Gerven zegt dat mensen niet willen kiezen. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is dat men zich vergewist van de premieverschillen en de pakketverschillen in het aanvullende deel van de verzekeringen. De overheid kan daarin overigens niet ingrijpen, al was het maar vanwege de derde schaderichtlijn in Europa. Ik zou het ook niet willen. Wij hebben het niet voor niks buiten het basispakket geplaatst. De premieverschillen zijn aanzienlijk. Daarom ben ik blij dat daaraan gaandeweg meer bekendheid wordt gegeven. Ik hoop dat dit mensen aanzet tot het maken van een keuze.

Naar boven