Vragen van het lid Van der Ham aan de minister van Economische Zaken, in haar afwezigheid gesteld aan de staatssecretaris van Economische Zaken, over het wegvallen van steun voor de wijziging van de Winkeltijdenwet in de Kamer en de opportuniteit om het wetsvoorstel door te zetten.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Wij kunnen zaken doen vanmiddag. In deze tijden van economische neergang en stijgende werkloosheid hebben wij het komende kwartiertje een unieke kans om 20.000 banen te redden. Wat is het geval? Het kabinet is hard bezig met een wetsvoorstel om de koopzondagen streng aan banden te leggen. Wat ons betreft is dat een slecht plan, niet alleen omdat het de keuzevrijheid van gemeenten, ondernemers en burgers beknot, maar ook omdat het banen kost. Dat is met name het geval in de grensstreek, maar ook elders in Nederland kost het banen. Het Platform Detailhandel Nederland heeft berekend dat een beperking van de koopzondag 20.000 banen kost. Het is waanzinnig dat het kabinet dit plan wil doorzetten. Wij hebben ons daar ook erg tegen verzet.

Afgelopen vrijdag keek ik in De Telegraaf en las: Herkansing voor de koopzondag. Was getekend het CDA. Mevrouw Blanksma van het CDA stelde: "Met het oog op de economische crisis is een aanscherping van de winkeltijden twijfelachtig." Het feit dat die aanscherping van de koopzondag in het regeerakkoord staat en een vurige wens is van de ChristenUnie schoof zij terecht weg. Zij zei dat de economische realiteit van nu meegewogen moet worden. Dat is heel goed. Bravo daarvoor! Ik neem aan dat het CDA nog steeds die mening is toegedaan. Ik hoop dat vandaag nog te horen.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, het is een vragenuur.

De heer Van der Ham (D66):

Dat is zeker het geval, voorzitter, maar het is ook een zakenuurtje. Wij moeten het nu gewoon even aftikken. De steun voor het geplande voorstel is nu weg. U hebt het stiekem al een beetje naar achteren geplaatst, want u rook natuurlijk ook onraad. Ik vraag de regering dus om dat wetsvoorstel terug te trekken. Het is slecht voor de economie en slecht voor de werkgelegenheid. Ik val het CDA van harte bij. De ambtenaren die hier nu mee bezig zijn, kunnen zich beter richten op zaken die bijdragen aan de economie: het verder openstellen van de innovatiesubsidies, het aanspreken van banken op hun kredietverlening, het wegnemen van de bureaucratie en het investeren in een goed investeringsklimaat.

Laten wij nu zaken doen met de staatssecretaris. Wij zitten toch allemaal bij elkaar. Trek de wet nu terug. Red duizenden banen. Ik krijg graag een toezegging van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Heemskerk:

Voorzitter. Voor een deel is dit een herhaling van het spoeddebat dat minister Van der Hoeven met uw Kamer heeft gevoerd over het wetsvoorstel inzake de koopzondagen en waarbij overigens toen alleen de oppositiefracties aanwezig waren. Dat is een afgewogen voorstel dat gebaseerd is op het coalitieakkoord om het oneigenlijke gebruik van de toerismebepaling uit de winkelwet tegen te gaan. Op basis van dat wetsvoorstel heeft uw Kamer ruim 200 vragen gesteld, ik geloof in totaal 213, en die worden gewoon keurig beantwoord. Juist in deze economisch slechte tijden en in een tijd waarin het Centraal Planbureau met nieuwe ramingen is gekomen, is het terecht dat de Kamer heel veel vragen heeft gesteld over de economische gevolgen en de werkgelegenheid. Nogmaals, wij zullen die zo nauwkeurig mogelijk beantwoorden. Het Centraal Planbureau zal de effecten in kaart brengen. Het zal overigens niet meevallen om een verschil te maken tussen aan de ene kant de economische recessie en aan de andere kant de effecten van het feit dat mensen op zondag wellicht op een andere manier en op een andere plek iets gaan aanschaffen. De minister heeft dat in ieder geval aangekondigd in haar brief van 27 maart 2009. De minister verwacht de nota naar aanleiding van het verslag en het resultaat van het onderzoek na het zomerreces naar uw Kamer te kunnen sturen. Dat is ook het moment om met uw Kamer te debatteren over het wetsvoorstel.

De heer Van der Ham (D66):

Die 250 vragen? Houdt ermee op! Daar zijn veel en veel te veel ambtenaren mee bezig, zorg ervoor dat de wet wordt ingetrokken en zet die ambtenaren op iets anders, bijvoorbeeld op innovatiesubsidies of het verminderen van de bureaucratie. Vandaag zijn inderdaad nieuwe cijfers naar buiten gekomen. De werkgelegenheid neemt af, mogelijk zijn volgend jaar 730.000 mensen zonder werk. Door dit wetsvoorstel staan er zo'n 20.000 banen op het spel. Als de Winkeltijdenwet zou worden opengebroken, zouden er zelfs 5000 banen bij kunnen komen. U bent toch staatssecretaris van Economische Zaken en ook een vrijdenkend man? U denkt niet zo in dogma's. Laat dat regeerakkoord nu lekker gaan, zorg ervoor dat economische ontwikkeling mogelijk wordt, dat er ondernemerschap kan zijn en dat dit niet wordt beknot door deze regering. Met alle respect, maar dit een beetje bureaucratische antwoord stelt mij weinig gerust. Stop ermee, zorg ervoor dat die wet wordt ingetrokken en ga u op nuttiger dingen richten.

Ten slotte, voorzitter, nog een vraag. Hoe veel fte ambtenaren zijn nu bezig met die wet aan te passen en de vragen te beantwoorden?

Staatssecretaris Heemskerk:

Voorzitter. De vragen liggen er en die worden gewoon keurig beantwoord. Zoals u weet, hebben wij ook een forse taakstelling om het aantal beleidsambtenaren te verminderen. Desalniettemin proberen wij de Kamer altijd netjes antwoord te geven op de gestelde vragen.

De heer Van der Ham zal weten dat hij een karikatuur maakt van het wetsvoorstel. De kern is dat er 12 koopzondagen per gemeente mogelijk zijn en dat op basis van een toerismebepaling dat aantal eventueel zou kunnen worden uitgebreid. Waar moet daarover beslist worden? Op rijksniveau of moet die afweging op lokaal niveau plaatsvinden? Het komt mij voor dat Zandvoort, Scheveningen daarin hun eigen afwegingen moeten maken en wellicht Staphorst een andere. Dat is de kern van het wetsvoorstel en de karikatuur dat dit alleen maar leidt tot minder koopzondagen, laat ik aan de heer Van der Ham, dat het alleen maar leidt tot het verdwijnen van banen laat ik ook aan hem. Inderdaad zegt deze coalitie niet "niet alleen kijken, kijken, kijken, maar kopen, kopen, kopen en ook nog op de pof". Dat is niet de richting die wij in willen gaan. Wij willen een gebalanceerde samenleving waarin mensen op hun manier lokaal invulling willen geven aan het moment en de wijze waarop zij gaan winkelen. Als dat op een zondag is buiten de aangewezen twaalf, dan is dat aan de lokale gemeenteraad, de lokale democratie om dat in te vullen.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. De staatssecretaris gebruikt een heleboel grote woorden en vergelijkingen, maar maakt hij zich geen zorgen? Vorig jaar op 4 april kwam vicepremier Rouvoet na de ministerraad naar buiten – de enige keer dat hij dat mocht doen – om kraaiend van plezier te melden dat het zo mooi ging en dat de Winkeltijdenwet zou worden aangepast, maar het duurt maar en het duurt maar. Het was toch zo'n evenwichtig coalitieakkoord. Maakt hij zich geen zorgen dat het zo lang duurt?

Terzijde zou ik mevrouw Blanksma nog willen vragen of haar steun voor dit wetsvoorstel wel of niet is weggevallen. Daar zijn haar concrete vragen over gesteld door collega Van der Ham.

Staatssecretaris Heemskerk:

Ik maak mij inderdaad zorgen als ik kijk naar de situatie waarin de economie zich op dit moment bevindt. Dat de cijfers van het Centraal Planbureau naar buiten zijn gekomen, betekent dat heel veel mensen zich zorgen maken over het bedrijf of over een baan. U hoeft zich geen zorgen te maken dat de twee ambtenaren die bezig zijn met de antwoorden van de 213 vragen die u gesteld hebt, op tijd zullen zijn en dat er een gedegen studie aan ten grondslag ligt van het Centraal Planbureau.

De heer Elias (VVD):

Ik heb geen 213 vragen gesteld ...

De voorzitter:

Mevrouw Blanksma mag nu reageren.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. Ik word nu van twee kanten uitgedaagd, door de VVD en D66. Het CDA-standpunt is duidelijk: wij gaan nooit voor de uitbreiding van de huidige Winkeltijdenwet. Dat is nu ook niet aan de orde in de wetgeving. Lokale overheden hebben de bevoegdheid om binnen de huidige kaders te beslissen om de Winkeltijdenwet toe te passen. Wel is nu sprake van onduidelijkheid over het toeristenregime. Wij hebben daar onze vragen over gesteld en de antwoorden daarop laten wij meewegen in ons uiteindelijke besluit over hoe om te gaan met het toeristenregime.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik vind dit gewoon heel goedkoop populisme van D66. Wel heb ik een vraag aan de staatssecretaris over die 20.000 banen. Sinds de Raad Nederlandse Detailhandel dat zogenaamde onderzoek presenteerde, zweeft dat getal boven de markt. Kan de staatssecretaris daar eens op ingaan? Zijn die 20.000 banen nattevingerwerk? CNV-onderzoek wijst namelijk precies de andere kant op: ondanks de groei van het aantal koopzondagen in de afgelopen jaren zijn er helemaal niet zo veel banen bijgekomen. In de periode die achter ons ligt, is het aantal koopzondagen inderdaad uitgebreid en dat heeft helemaal niet voor heel veel meer banen gezorgd in de detailhandel. Als we doorgaan met het uitbreiden van het aantal koopzondagen, gaat dat juist banen kosten in het midden- en kleinbedrijf.

Staatssecretaris Heemskerk:

In dit land hebben we vrijheid van meningsuiting en die geldt ook voor de Raad Nederlandse Detailhandel. Als die dus wil berekenen dat het tot een verlies van 20.000 banen leidt, dan zijn dat zijn sommen en zal dat wel zo zijn. Wij hebben het echter aan het Centraal Planbureau gevraagd, dat bij uitstek het geschikte orgaan is om dat door te rekenen. Later zal blijken of het een slag in de lucht of juist goed onderbouwd was.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben best wel een beetje geschokt door de antwoorden van de staatssecretaris. Van die 20.000 banen zegt hij dat het wel zo zal zijn. We zitten al maanden in een crisis. Mensen raken hun baan kwijt of maken zich zorgen om hun baan. En wij moeten wachten op een broedende kip in de coalitie, want het duurt eindeloos voordat die vragen worden beantwoord. Intussen worden banen om zeep geholpen en maken ondernemers zich zorgen. Is het niet veel simpeler om het gewoon aan de gemeenten over te laten of winkels wel of niet open zijn op zondag? Dat kan dan onderwerp van debat zijn in de gemeenteraad en dan zijn we er klaar mee. Iedereen weet namelijk dat dit hier tot niets leidt; we zitten nu eenmaal met een coalitie met een onmogelijk compromis, dat ten koste gaat van de werkgelegenheid. Ik wil graag dat de staatssecretaris hierop reageert; ik heb namelijk ook een amendement liggen om dit aan de gemeenten over te laten.

Staatssecretaris Heemskerk:

De Kamer heeft 213 vragen gesteld en krijgt daarop antwoord. De Kamer heeft ook gevraagd om een onafhankelijk instituut als het Centraal Planbureau te laten kijken naar de werkgelegenheidseffecten. Ook op die vraag krijgt de Kamer antwoord. De kern van het wetsvoorstel is inderdaad dat de gemeenteraad de afweging moet maken met betrekking tot het al dan niet verruimen van het toeristische regime op basis van substantieel toerisme en een aantal andere belangen als werkgelegenheid, economische bedrijvigheid, de zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Dat is nu ook precies de beste plaats waar dit kan gebeuren.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Door de wet van oud-minister Wijers kunnen we op zondag winkelen en hebben we 20.000 extra banen. Van de staatssecretaris heb ik begrepen dat hij nu ook twee ambtenaren een baan heeft gegeven om de vragen te beantwoorden. Maar heeft hij vorige week op Radio 1 gehoord dat de supermarkten zeggen dat zij 5000 banen extra zien als er meer ruimte voor het winkelen in supermarkten op zondag wordt geschapen? De staatssecretaris laat dit liever over aan de gemeenten, maar dat is altijd met een maximum. Of mogen de gemeenten besluiten dat zij ook 52 zondagen per jaar open zijn?

Mijn tweede vraag is gericht aan het onduidelijke CDA. In de krant – deze keer had het kennelijk niet gekozen voor de Krant op Zondag, maar waarschijnlijk vanwege de problematiek van het winkelen misschien terecht voor de vrijdagskrant – stond namelijk duidelijk te lezen dat de economische realiteit van nu moet worden meegenomen. Wat betekent dat? Mevrouw Blanksma kan wel met grote chocoladeletters in de krant staan, maar vandaag is zij een stuk minder duidelijk. Ik wil nu gewoon duidelijkheid, dan weten die twee ambtenaren van het ministerie ook of ze met iets anders kunnen doorgaan.

Staatssecretaris Heemskerk:

Ik heb niet twee extra ambtenaren een baan gegeven; er zijn twee ambtenaren bezig met het beantwoorden van de vragen die u hebt gesteld. Het kabinet geeft eerlijk gezegd minder ambtenaren een baan, omdat wij een zeer forse taakstelling hebben met betrekking tot het aantal beleidsambtenaren bij de rijksoverheid. Wat betreft de 5000 extra banen: ook dat is een slag in de lucht. Het lijkt mij niet zo dat opeens de totale consumptie in Nederland gaat toenemen. Eerder zullen wij zien dat er enigszins wordt gespaard. Het is ook goed dat er niet op de pof wordt geconsumeerd. Het Centraal Planbureau houdt zich bezig met de vraag hoe je al die effecten bij elkaar kunt optellen en van elkaar kunt aftrekken. Op die vraag krijgt de Kamer antwoord. Gemeenten kunnen inderdaad 12 koopzondagen per jaar toestaan en dat aantal verruimen op basis van de toerismebepaling. Zij moeten zelf een afweging maken, waarvoor wij een aantal criteria hebben gegeven. De lokale democratie in Zandvoort, Scheveningen of Staphorst moet hieraan zelf invulling geven.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Ik heb in de eerste termijn heel helder aangegeven wat er procedureel voorligt. Wij hebben vragen gesteld en zullen het antwoord daarop meewegen in de totale afweging van ons standpunt over de duidelijkheid van het toerismeregime. Wij zullen ook werkgelegenheidsaspecten meenemen in de afweging, maar ook de zondagsrust zal een rol spelen in het totaal.

De heer Van der Vlies (SGP):

De beantwoording door de staatssecretaris lijkt mij op zichzelf genomen procedureel helder. Jammer dat het zo lang duurt, maar goed, zorgvuldigheid wil ook wat. Als mede-initiatiefnemer van een initiatiefwetsvoorstel zeg ik: wij zijn er klaar voor. Wij zien uit naar het moment dat ook de regering zich beschikbaar stelt voor het afrondende plenaire debat. Mevrouw Blanksma gaat afwegen. Dat is haar goed recht, maar ik wil toch wel even klip-en-klaar vernemen of de CDA-fractie zich gebonden weet aan het coalitieakkoord en de inzet daarvan. Het is geen open afweging; er is een doelstelling afgesproken in het coalitieakkoord en ik neem aan dat de drie partijen die de coalitie vormen, zich daaraan gebonden weten en zich zo zullen blijven gedragen.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Ik kan heel kort zijn: het antwoord is "ja".

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Wederom onduidelijkheid alom in de coalitie, door uitlatingen van een CDA-Kamerlid. Ik citeer: "Ik sluit niet uit dat je er ruimer over zou kunnen denken; je moet het voorstel in het licht van deze tijd bezien." Ten eerste zou ik graag de reactie daarop van de staatssecretaris willen vernemen. Wat vindt hij er nu van dat een coalitiepartner zoiets zegt?

De regel is: 12 koopzondagen. Daarboven kan de gemeente zelf beslissen. Dat is de ruimte die de staatssecretaris nu wil geven op grond van de toerismebepaling. Kan het zijn dat een gemeente gaat beslissen dat men ieder jaar, elke zondag, gedurende 52 zondagen per jaar open is, dus dat er geen sluiting van de winkels is op zondag?

Staatssecretaris Heemskerk:

Uw eerste vraag was wat ik van ruimdenkende mensen vind. Welnu, daar ben ik zeer voor. Tegelijkertijd constateer ik dat het CDA zich gebonden voelt aan het coalitieakkoord. Ook daar ben ik zeer voor. Ik stel zelfs vast dat die twee zaken niet met elkaar in strijd zijn. Uw tweede vraag was of er bovenop die 12 zondagen nog 40 extra zondagen komen. In totaal hebben wij er 52. Het antwoord op die vraag is: ja, dat kan. Er zijn steden die kiezen voor 52 koopzondagen.

Naar boven