Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 26 maart 2008 over de Voedsel en Waren Autoriteit.

De voorzitter:

U weet allen dat het kerstregime geldt. Ik heb zojuist gezegd dat ik zal proberen, het in de geest van Pinksteren toe te passen, al weet ik niet of dat helpt.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik wil u alvast een fijne kerst toewensen. Ik zal de overwegingen en constateringen zo veel mogelijk weglaten, omdat het onderwerp al maandenlang in de kranten heeft gestaan. Ik dien mijn eerste motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot het openbaar ter inzage leggen van dossiers bij de VWA,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 178(26991).

De heer Graus (PVV):

Ik heb in het AO niet gehoord dat dat is toegezegd, mevrouw Van Velzen; ik weet al wat u gaat vragen. Ik heb het uit de pers vernomen, maar ik heb daarom gevraagd en het is het niet toegezegd in het AO. Daarom heb ik de motie ingediend.

De voorzitter:

Ik herinner u aan het kerstregime, mevrouw Van Velzen, dus één korte vraag.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ja, vrolijk Pasen, voorzitter.

De voorzitter:

Pasen is al geweest.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Kerst ook. Welke dossiers, mijnheer Graus?

De heer Graus (PVV):

Ik doel natuurlijk op de dossiers waarover in het AO is gesproken. Alle dossiers van de VWA, eventueel van de AID, moeten ter inzage komen te liggen. Dat heb ik gevraagd tijdens het AO, dus daarover moeten wij niet meer uitwijden.

Ik dien mijn volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot herinvoering van postacademisch onderwijs voor keuringsartsen van de VWA, voorzien van een verplicht minimumaantal te behalen punten, volgens het zogenaamde puntensysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 179(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot zowel kwalitatieve als kwantitatieve opbouw van het aantal controles, geïntensiveerde opsporing en vervolging, betere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, het inzetten van meer onaangekondigde controles door meerdere handhavers en controleurs van AID en VWA bij slachterijen, om het "waarschuwingssysteem" voor te zijn en de kans op intimidatie en/of bedreiging van deze controleurs en handhavers te verkleinen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 180(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de wettelijke norm bij een dodingsbad rond de 100 milliampère (mA) moet liggen;

constaterende dat uit getuigenverslagen is gebleken dat het mA van het dodingsbad niet altijd de wettelijke norm van 100 mA haalt, waardoor de kans bestaat dat dieren dit bad overleven en levend opengesneden worden;

verzoekt de regering, de transportband waarbij het mA van het dodingsbad onder de wettelijke norm van 100 mA ligt, stil te leggen voor het aantal uren dat wordt bepaald door het verschil in het geconstateerde aantal mA en de wettelijke norm,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 181(26991).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Het onderzoek van de heer Hoekstra heeft bij mijn fractie de verontrusting nog niet weggenomen. Het is dan ook goed dat de minister heeft aangekondigd dat er een nader onderzoek komt. Wij hopen dat de omvang van de misstanden in slachterijen en bij diertransporten daardoor duidelijk wordt en dat de mensen op de werkvloer en klokkenluiders gehoord worden, want alles moet op alles gezet worden om perverse, geldbeluste en dieronvriendelijke handelingen te laten stoppen. Ik zou een aantal adviezen en zaken graag meegenomen zien in het onderzoek. In verband met het kerstregime heb ik dat in de vorm van een motie gedaan.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de heer Hoekstra het VWA-rapport "Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten" herkenbaar vindt, maar dat de feitelijke omvang van de gesignaleerde problematiek niet is vastgesteld en dat deze op basis van de beschikbare gegevens ook niet door hem is vast te stellen;

constaterende dat de minister van LNV voornemens is, verder onderzoek uit te laten voeren;

verzoekt de regering, in de onderzoeksopdracht onder meer het volgende mee te geven:

  • - een inventarisatie van en onderzoek naar door mensen op de werkvloer in slachthuizen en bij diertransporten gemelde misstanden;

  • - eventuele intimidatie en manipulatie van dierenartsen;

  • - de kwaliteit van dierenartsen bij vleeskeuringen;

  • - de afwikkeling van sancties, opgelegd aan overtreders;

  • - de kwalitatieve handhaving door de VWA;

  • - de kwantitatieve handhaving door de VWA;

  • - de voor- en nadelen van fusie tussen de AID, de VWA en de PD;

  • - de effecten van marktwerking in de vleeskeuringen;

  • - een vergelijking van handhavingcijfers en overtredingen van voor en na 2006;

  • - het Europaproof zijn van zelfregulering zoals constructies als KDS,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 182(26991).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Wij hebben kort gedebatteerd over de op handen zijnde fusie. Wij hebben daarover een meningsverschil met de minister en daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel de Algemene Rekenkamer als de heer Hoekstra zich zorgen maakt over de fusieplannen tussen de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), de Algemene Inspectiedienst (AID) en de Plantenziektenkundige Dienst (PD);

constaterende dat de Algemene Rekenkamer stelt dat de voor 2011 geplande fusie op korte termijn in ieder geval niet leidt tot verdere professionalisering van de handhaving, en dat de heer Hoekstra adviseert om de zaken eerst intern bij de diensten op orde te krijgen;

verzoekt de regering, te focussen op het verder professionaliseren in handhaving, zowel kwalitatief als kwantitatief, en activiteiten ten bate van de geplande fusie van de VWA, AID en PD tot die tijd stil te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 183(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de VWA vanaf 2006 de wettelijke vleeskeuringstaken heeft uitbesteed aan het commerciële bedrijf BV KDS dat in handen is van de vleessector zelf en gelieerd is aan een bedrijf dat ook slachtverzekeringen verkoopt voor het door de BV KDS te keuren vlees;

van mening dat het onwenselijk is dat een slager zijn eigen vlees keurt, wanneer het gaat om wettelijk uit te voeren keuringstaken;

verzoekt de regering om de huidige werkwijze van toezicht op controle in de vee- en vleessector af te schaffen en de wettelijke controletaken op dieren en vlees weer uit te laten voeren door onafhankelijke functionarissen die direct in dienst van de overheid zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 184(26991).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Tot slot vraag ik de minister om degene die het nadere onderzoek zal verrichten, voldoende staf mee te geven die de situatie in Nederland op waarde kan schatten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Ik begrijp dat u veel moties wilt indienen. U moet daarom direct beginnen met ze voor te lezen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De moties die ik wil indienen, luiden als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de Europese transportverordening (EG nr.1/2005) de verplichting spreekt dat bij het inladen van dieren voor de vergunningplichtige transporten een keuringsarts aanwezig dient te zijn om de verplichte papieren naar waarheid te kunnen invullen en ondertekenen;

overwegende dat de Nederlandse regering met het afzien van verplichte controle door keuringsartsen tijdens het laden van dieren mogelijk handelt in strijd met de verordening;

verzoekt de regering, het kwaliteitskeurmerk Dierwaardig Vervoer te laten toetsen door de Food and Veterinary Office aan de eisen van de Europese Transportverordening (EG nr. 1/2005) alvorens tot erkenning daarvan over te gaan en de Kamer hierover te informeren;

verzoekt de regering tevens, daarbij specifiek goedkeuring te vragen voor de afwijking van de in de verordening opgenomen verplichting dat bij het inladen van dieren voor vergunningplichtige transporten een keuringsarts aanwezig dient te zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 185(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Hoekstra-rapport over het functioneren van de VWA aangeeft dat "private kwaliteitssystemen, voor zover gericht op dierenwelzijn, vooralsnog aan de beginfase staan en nog onvoldoende waarborg zijn voor een nieuwe en effectieve risicogerichte handhavingsaanpak";

constaterende dat het door de veevervoersector gepresenteerde kwaliteitssysteem onvoldoende garanties biedt dat normering, controle en sanctionering op een onafhankelijke wijze gebeuren en tevens nog niet is geaccrediteerd;

verzoekt de regering om alvorens de klepcontrole te vervangen door het kwaliteitskeurmerk Dierwaardig Vervoer, de Kamer zich te laten uitspreken over de vraag of de voorstellen tot normering, controle en sanctionering zoals opgenomen in het kwaliteitssysteem het welzijn en de gezondheid van dieren tijdens transport afdoende waarborgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 186(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een verstrengeling is opgetreden van economische belangen en wettelijke overheidstaken in de vee- en vleessector;

constaterende dat het ministerie van LNV onvoldoende in staat is om een scherpe scheiding aan te brengen tussen het tegemoetkomen aan de economische belangen van de vee- en vleessector en het afdwingen en waarborgen van voedselveiligheid en dierenwelzijn;

verzoekt de regering om de VWA en haar wettelijke taken volledig onder het ministerie van VWS te laten ressorteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 187(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de VWA de wettelijke vleeskeuringstaken vanaf 2006 heeft uitbesteed aan het commerciële bedrijf BV KDS dat in handen is van vertegenwoordigers van de vleessector zelf, en gelieerd is aan een bedrijf dat ook slachtverzekeringen verkoopt voor het door BV KDS te keuren vlees;

constaterende dat Europese regelgeving verbiedt dat wettelijke overheidstaken en verantwoordelijkheden worden uitbesteed aan commerciële bedrijven;Thieme

verzoekt de regering, de uitbesteding van wettelijke controles van geslachte dieren aan het commerciële bedrijf BV KDS en de huidige werkwijze van toezicht op controle ter goedkeuring voor te leggen aan de Food and Veterinary Office (FVO) en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 188(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat werknemers en ex-werknemers in de vee- en vleessector zich bedreigd en/of onveilig voelen bij het melden van misstanden en illegale praktijken in deze sector via gangbare juridische wegen;

constaterende dat geraadpleegde advocaten adviseren om misstanden en illegale praktijken in de vee- en vleessector niet te melden omdat de bescherming van deze getuigen onvoldoende is;

verzoekt de regering om mensen die getuige zijn van dierenmishandeling, illegale praktijken en andere misstanden in de vee- en vleessector een veilige en adequate voorziening te bieden om misstanden te melden en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 189(26991).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vanaf 5 januari 2007 het vervoer van gewonde, zieke en kreupele dieren verboden is;

constaterende dat malafide veehandelaren toch adverteren voor het vervoer van dergelijke dieren en hun vrachtwagens met een lier uitrusten om deze dieren naar het slachthuis te kunnen vervoeren;

verzoekt de regering om binnen een halfjaar veewagens die voorzien zijn van een lier te verbieden om zo het illegaal vervoeren van zieke, zwakke en kreupele dieren door malafide veetransporteurs tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 190(26991).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter, als er geen verhelderende vragen over moties kunnen worden gesteld, hoe kun je je daar dan een oordeel over vormen? Dan maakt u het debat wel heel moeilijk.

De voorzitter:

Ik begrijp het. Misschien geeft het antwoord van de minister aanleiding tot verheldering. Het spijt mij, kerstregime is kerstregime.

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. De volgende motie dien ik in mede namens de heer Ormel.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uiterlijk 2011 de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), de Algemene Inspectiedienst (AID) en de Plantenziektenkundige Dienst (PD) zullen fuseren;

overwegende dat Hoekstra aanbeveelt dat het van belang is, alvorens tot een fusie over te gaan, nauwkeurig te bezien welke verbeteringen vooraf moeten zijn gerealiseerd en welke verbeteractiviteiten juist door de voorgenomen fusie een kans krijgen;

van mening dat de nieuwe organisatie een autoriteit dient te zijn die met gezag en onafhankelijkheid binnen de rijksoverheid kan functioneren;

van mening dat de VWA, de AID en de PD naast overeenkomsten ook verschillende missies hebben die in de nieuwe organisatie herkenbaar dienen te blijven, in het bijzonder de opsporingsbevoegdheid van de AID;

verzoekt de regering, aan te geven op welke wijze de opsporingsactiviteiten enerzijds en de borging van voedselveiligheid, dierwelzijn en volksgezondheid anderzijds gestalte krijgen in de nieuwe organisatie, alvorens over te gaan tot fusie van VWA, AID en PD;

verzoekt de regering tevens, alvorens door te gaan met de fusie van VWA, PD en AID, een inventarisatie te maken van verbeterpunten die bij de VWA gerealiseerd moeten zijn voordat de fusie plaatsvindt en aan te geven welke in de fusie plaatsvinden en hierover de Kamer binnen zes maanden te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Waalkens en Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 191(26991).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik stel voor, dat wij de minister eerst laten reageren op alle moties. Als u daarna per se iets moet vragen, dan kan dat, maar heel kort. Ik snap dat dit onbevredigend is, maar ik kan er weinig aan doen. Het woord is aan de minister.

Minister Verburg:

Voorzitter. Ik ga in op alle moties, maar het zijn er nogal wat.

De motie op stuk nr. 178 is van de heer Graus. Hij verzoekt de regering daarin tot het openbaar ter inzage leggen van dossiers bij de VWA. Dit kan niet in algemene zin. Wij zijn bezig met een traject, ook op basis van de motie van de heer Waalkens, waarbij wij maximale openheid betrachten, maar dit is te algemeen. Dat is de reden waarom ik de aanneming van deze motie ontraad.

In zijn motie op stuk nr. 179 verzoekt de heer Graus de regering tot herinvoering van het postacademisch onderwijs voor keuringsartsen van de VWA, voorzien van een verplicht minimaal aantal te behalen punten, volgens het zogenaamde puntensysteem. Ik heb vorige week uitvoerig betoogd dat de opleiding en de bijscholing van veterinairen van heel groot belang is. Ik ga daar ook werk van maken, maar wat de heer Graus hier vraagt, is te specifiek. Ik ben in overleg met de Veterinaire Faculteit in Utrecht en de KNMvD, want die gaan over de opleidingen. Ik ontraad de aanneming van deze motie, omdat die te specifiek is, maar de geest van de motie spreekt mij aan. In die zin ga ik een en ander uitvoeren.

In de motie op stuk nr. 180 verzoekt de heer Graus de regering tot zowel kwalitatieve als kwantitatieve opbouw van het aantal controles, geïntensiveerde opsporing en vervolging, betere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, het inzetten van meer onaangekondigde controles door meerdere handhavers en controleurs van AID en VWA bij slachterijen, om het "waarschuwingssysteem" voor te zijn en de kans op intimidatie en of bedreiging van deze controleurs en handhavers te verkleinen. Ik ben daar voluit mee bezig. Ik heb dat vorige week ook aangegeven. De geest van de motie spreekt mij aan. Ik zie de motie als een ondersteuning van mijn beleid.

In de motie op stuk nr. 181 verzoekt de heer Graus de regering, de transportband, waarbij het mA van het dodingsbad onder de wettelijke norm van 100 mA ligt, stil te leggen op het moment dat die onder een bepaald minimum komt. Ik begrijp de zorg van de heer Graus, maar ik kan op dit punt geen toezegging doen. Een en ander is wel onderdeel van verbeterplannen. Ik ga het ook nog nader laten uitzoeken, maar ik ontraad de aanneming van deze motie.

In de motie op stuk nr. 182 van mevrouw Van Velzen wordt een aantal verzoeken gedaan in de richting van de onderzoeksopdracht. Ik vind die opsomming voorbarig. Ik heb vorige week toegezegd dat ik de Kamer op korte termijn zal informeren over de naam van degene die het nadere onderzoek naar aard en omvang gaat doen. Daarbij zal ik ook mijn opdracht formuleren. Ik ontraad de aanneming van deze motie.

In de motie van mevrouw Van Velzen op stuk nr. 183 wordt de regering zich verzocht om zich te focussen op de verdere professionalisering in de handhaving zowel kwalitatief als kwantitatief, en activiteiten ten bate van de geplande fusie van de VWA, AID en PD tot die tijd stil te leggen. Het een sluit het ander niet uit. Vorige week heb ik aangegeven dat ik mogelijkheden zie en daaraan werk om de verschillende diensten van elkaar te laten profiteren. De sterke punten van de een kunnen worden toegepast bij de ander. Ik ontraad de aanneming van deze motie, want onderling en verder samenwerken zou het functioneren zelfs kunnen versterken. Op dat punt mogen wij geen kans missen.

In de motie op stuk nr. 184 van mevrouw Van Velzen wordt de regering verzocht om de huidige werkwijze van toezicht op controle in de vee- en vleessector af te schaffen en de wettelijke controletaak op dieren en vlees weer uit te laten voeren door onafhankelijke functionarissen die direct in dienst van de overheid zijn. Ik ontraad eveneens de aanvaarding van deze motie. Ik zal nogmaals zeggen waarom, al kent men de reden eigenlijk al. Dit systeem van toezicht op controle kan namelijk alleen als er sprake is van een onafhankelijk kwaliteitssysteem, van onafhankelijk toezicht en van handhaving van sancties. Uiteindelijk blijft de Voedsel en Waren Autoriteit verantwoordelijk.

De motie van mevrouw Thieme op stuk nr. 185 bevat twee verzoeken. Zij verzoekt de regering, het kwaliteitskeurmerk veewaardig vervoer door het Food and Veterinary Office te laten toetsen aan de eisen van de Europese Transportverordening. Tevens verzoekt zij de regering, hierbij specifiek goedkeuring te vragen voor afwijking van de in deze verordening opgenomen verplichting dat bij het inladen van dieren voor vergunningsverplichte transporten een keuringsarts aanwezig dient te zijn. Dit zal het FVO niet doen, omdat het hier niet voor bedoeld is. Wij hebben dit systeem gemeld bij de Europese Commissie. Het FVO doet van tijd tot tijd onderzoek in de verschillende lidstaten, ook in Nederland. Tot klepkeuring wordt alleen overgegaan bij het niet voldoen aan het kwaliteitssysteem. Hierbij is een dierenarts aanwezig. Per 1 april 2008 heb ik de klepkeuring weer ingevoerd voor die bedrijven die niet voldoen aan het kwaliteitssysteem of waar het kwaliteitssysteem nog onder de maat is.

In haar motie op stuk nr. 186 verzoekt mevrouw Thieme de regering, alvorens de klepcontrole te vervangen door het kwaliteitskeurmerk dierwaardig vervoer, de Kamer zich te laten uitspreken over de vraag of de voorstellen tot normering, controle en sanctionering zoals opgenomen in het kwaliteitssysteem, het welzijn en de gezondheid van dieren tijdens het transport afdoende waarborgen. Ik heb mijn plannen op dit punt vorige week uitvoerig toegelicht. Ik heb ook aangegeven waar het kwaliteitskeurmerk aan moet voldoen. Dit wordt getoetst. De Kamer weet dat het ene voorstel de toets wel kan doorstaan, maar het andere nog niet. Dit betekent dat dit nog veel beter moet. Ik ontraad evenwel de aanneming van deze motie.

Voorts vraagt mevrouw Thieme de regering in haar motie op stuk nr. 187 om de Voedsel en Waren Autoriteit en haar wettelijke taken volledig onder het ministerie van VWS te laten ressorteren. De verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn helder. De Voedsel en Waren Autoriteit heeft een eigen onafhankelijke positie ten aanzien van het adviseren van de regering en het communiceren naar buiten toe, bijvoorbeeld richting burgers en bedrijven. Het gaat hierbij om het eigenaarschap. Ik wil de aanneming van deze motie ontraden. Ik wijs erop dat de heer Hoekstra in zijn rapport op dit punt geen enkele opmerking heeft gemaakt of een aanbeveling heeft gedaan.

In de motie op stuk nr. 188 verzoekt mevrouw Thieme de regering, de uitbesteding van wettelijke controles van geslachte dieren aan het commerciële bedrijf BV KDS en de huidige werkwijze van toezicht op controle ter goedkeuring voor te leggen aan het FVO en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren. Naar aanleiding van een eerdere motie heb ik al aangegeven dat deze mogelijkheid bestaat en dat Europa deze toelaat. De constructie is dan ook conform Europese regelgeving. Ik ontraad de aanneming van deze motie.

In de motie op stuk nr. 189 verzoekt mevrouw Thieme de regering om mensen die getuige zijn van dierenmishandeling, illegale praktijken en andere misstanden in de vee- en vleessector, een veilige en adequate voorziening te bieden om misstanden te melden en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren. Mij is niets ter ore gekomen waaruit blijkt dat een veilige melding niet mogelijk zou zijn. Ik ontraad dan ook de aanneming van deze motie; mensen kunnen aangifte doen bij de politie of anderszins.

In een volgende motie op stuk nr. 190 verzoekt mevrouw Thieme de regering om binnen een halfjaar veewagens die voorzien zijn van een lier, te verbieden om zo het illegaal vervoeren van zieke, zwakke en kreupele dieren door malafide veetransporteurs tegen te gaan. Ik kan deze vrachtwagens, uitgerust met een lier, niet in het algemeen verbieden. Soms zijn deze nodig om dieren op een verantwoorde wijze te vervoeren, hetzij levend, hetzij dood. Ik ga dit niet in zijn algemeenheid verbieden. Wel zullen wij het niet volgens de regels vervoeren van dieren voorkomen en aanpakken. Daarover hebben wij vorige week uitvoerig gesproken. Ik ontraad dus het aannemen van deze motie.

Over de motie-Waalkens/Ormel, die een groot aantal opvattingen, overwegingen enzovoorts bevat, zeg ik in algemene zin en kortheidshalve dat de punten van aandacht uit deze motie mij aanspreken. Over enkele daarvan hebben wij vorige week al van gedachten gewisseld. Ik neem deze punten van aandacht mee. Ik ben voornemens om een externe audit te laten doen voordat de fusie definitief doorgaat. Ik zal de punten die hierin genoemd worden, meenemen in de opdracht voor die externe audit, en bekijken of op grond daarvan nog goede aanbevelingen zijn te doen.

De voorzitter:

Iedereen die iets niet heeft begrepen, kan nu één vraag ter verheldering stellen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb een vraag over de motie op stuk nr. 9, de motie van mevrouw Thieme over de klepcontroles. Ik lees deze motie eigenlijk als een oproep aan de Kamer. Ik snap niet zo goed waarom deze aan de regering gericht is. Aan de minister vraag ik of zij bereid is om op korte termijn met de Kamer te spreken over de kwaliteitskeurmerken, die aan de Kamer voor te leggen en daarover in debat te gaan. Dat hebben wij tot nu tot niet gedaan.

Minister Verburg:

Ik zal hierover heel duidelijk zijn. De Voedsel en Waren Autoriteit beoordeelt die systemen. Ik spreek daarover zelf ook in laatste instantie een oordeel uit. Daarvoor heb ik een aantal criteria, die wat mij betreft niet ter discussie staan. Daarom vind ik het niet zinvol om deze criteria met de Kamer te bediscussiëren.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

De minister heeft geen oordeel gegeven over de laatste motie. Zij heeft wel gezegd wat zij daarmee eventueel wil doen. Is deze motie voor haar ondersteuning van beleid?

Minister Verburg:

Ja. Ik zie deze motie als ondersteuning van beleid.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Om kort in te gaan op de vraag van mevrouw Van Velzen: het zou nu juist goed zijn als wij wel over dat kwaliteitssysteem debatteren, temeer daar het niet geaccrediteerd is en de minister het ondertussen wel in praktijk laat brengen. Ik plaats een opmerking bij de motie met betrekking tot het toetsen van het systeem dat wij KDS inschakelen om vleeskeuringen te doen. Misschien moet deze toetsing niet plaatsvinden bij de FVO, maar dan toch echt wel bij de Europese Commissie, aangezien wij hierbij te maken hebben met een commercieel bedrijf en niet met een stichting. In de Europese verordening staat dat het een stichting moet zijn. Dat is niet het geval.

Minister Verburg:

Hierover hebben wij twee of drie keer met elkaar van gedachten gewisseld aan de hand van een grote serie vragen, waarin ik uitvoering ben ingegaan op de positionering van de KDS. Daarbij is een stichting met een stichtingsbestuur dat onafhankelijk opereert. Ik weet niet hoeveel vragen hierover zijn gesteld, maar misschien mag ik mevrouw Thieme naar de antwoorden op deze vragen verwijzen.

De heer Graus (PVV):

Ik heb heel veel vragen, maar ik mag er slechts één stellen. Die gaat over iets wat mij zeer verbaasde. Mevrouw Thieme spreekt over veewagens en niet over destructors. Een veewagen hoeft geen lier te hebben. Ik heb gezien dat een koe dusdanig met een lier in een wagen werd getrokken dat haar poot zowat afgebroken werd. Ik snap de opmerking van de minister dus niet. Een veewagen hoeft geen lier te hebben. Als een dier te kreupel is om zonder lier in de wagen te worden getrokken, dan moet het niet met de veewagen mee maar moet het worden geëuthanaseerd. Dan moet het niet nog urenlang op transport staan.

Minister Verburg:

Mijn antwoord aan mevrouw Thieme en nu ook aan de heer Graus blijft hetzelfde. Transport moet op een verantwoorde manier plaatsvinden in het belang van de dieren. Een algeheel verbod op een lier aan een vrachtwagen vind ik daarvoor niet nodig. Ik ben het wel eens met de heer Graus en iedereen die daarover verder een opmerking heeft gemaakt, dat dit op een zorgvuldige manier gedaan moet worden en dat er fatsoenlijk moet worden gehandhaafd.

De heer Ormel (CDA):

De opmerking van de heer Graus maakt bij mij juist los dat ik de minister erg mild vind over de motie over veewagens met een lier. Ik vind dit juist een uiterst dieronvriendelijke motie. Soms is een lier gewoon nodig om een dier dat bijvoorbeeld tegenstribbelt, op een heel zachte, professionele wijze in een wagen te krijgen. Vindt de minister niet dat het juist erg dieronvriendelijk is om wagens met een lier te verbieden?

Minister Verburg:

Wij kunnen dit allemaal het beste op een ander moment bespreken. Ik heb mijn oordeel over de motie gegeven. Ik heb de heer Graus gezegd dat een lier soms nodig kan zijn. De heer Ormel vult dit nog wat aan. Dit lijkt mij op zichzelf een goede aanvulling.

De heer Waalkens (PvdA):

De minister heeft in een reactie op de motie van de SP over het uitbesteden van de keuring en de controle gezegd dat de VWA verantwoordelijk is.

Minister Verburg:

Nee, ik ben verantwoordelijk. Ik heb dit overigens ook gezegd. De heer Waalkens zal het mij niet euvel duiden dat ik niet helemaal door de krochten heen ga. Het oordeel en dus uiteindelijk ook het besluit zijn echter van mij.

De voorzitter:

Ik dank de leden voor de medewerking. Ik hoop dat zij er begrip voor hebben dat ik soms niet helemaal een robot ben. Ik schors de vergadering één minuut. Daarna beginnen wij aan het volgende debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven