Beleidsregel van het dagelijks bestuur van waterschap Drents Overijsselse Delta houdende regels omtrent subsidie voor Klimaat Actief! (Subsidieregeling Klimaat Actief! Waterschap Drents Overijsselse Delta)

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta,

 

gelet op artikel 1.4, lid 2 van de Algemene subsidieverordening Drents Overijsselse Delta 2016,

 

overwegende dat het gewenst is het nemen van klimaatadaptieve maatregelen door bewoners en derden in het beheersgebied te stimuleren;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Subsidieregeling Klimaat Actief! Drents Overijsselse Delta

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

verordening: Algemene subsidieverordening Drents Overijsselse Delta 2016;

waterschap: Waterschap Drents Overijsselse Delta;

dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta;

Artikel 2 Bevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het verstrekken van subsidie als bedoeld in deze beleidsregel.

Artikel 3 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op het verstrekken van subsidies om binnen het beheergebied klimaatadaptieve maatregelen te stimuleren die naar het oordeel van het dagelijks bestuur een waterbergend of water-infiltrerend effect hebben.

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvrager maakt gebruik van een door het dagelijks bestuur vastgesteld aanvraagformulier waarop staat vermeld welke gegevens en bescheiden verstrekt moeten worden.

  • 2.

    De aanvrager dient de aanvraag in tenminste zes weken voordat met de uitvoering van de maatregelen wordt begonnen.

Artikel 5 Subsidieverlening en subsidievaststelling

Voorafgaande aan een subsidievaststelling wordt een beschikking over subsidieverlening gegeven.

Artikel 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger, subsidievaststelling

  • 1.

    De maatregelen waarvoor subsidie wordt verleend dienen uiterlijk binnen een jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening te zijn uitgevoerd.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient binnen acht weken na afloop van de maatregelen een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, waarbij de subsidieontvanger gebruik maakt van het door het dagelijks bestuur vastgestelde formulier.

  • 3.

    Artikel 5.1, tweede lid, van de verordening (overleggen financieel verslag en activiteitenverslag) wordt niet toegepast voor subsidievaststelling in het kader van deze beleidsregel.

  • 4.

    Artikel 7.2 van de verordening (verlenen voorschotten) wordt niet toegepast voor betaling in het kader van deze beleidsregel.

Artikel 7 Subsidieplafond en subsidieondergrens

  • 1.

    Per kalenderjaar geldt voor te subsidiëren maatregelen in provincie Drenthe een subsidieplafond van € 53.000,- en in provincie Overijssel van € 47.000,-.

  • 2.

    De verdeling van de beschikbare bedragen vindt plaats in volgorde van ontvangst van gehonoreerde aanvragen.

  • 3.

    Per gehonoreerde maatregel of pakket van maatregelen wordt 50% van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van € 10.000,- aan subsidie verstrekt.

  • 4.

    Er wordt geen subsidie verstrekt lager dan € 1.000,-.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur kan bij het verstrekken van de subsidie van het bepaalde in het tweede lid afwijken ten behoeve van een maatregel die van buitengewoon belang is voor de stimulatie van klimaatadaptatie.

Artikel 8 Voorwaarden

  • 1.

    Subsidie wordt alleen verleend als de maatregel:

    • a.

      bijdraagt aan water vasthouden, infiltreren of bergen in de bebouwde omgeving;

    • b.

      bijdraagt aan de bewustwording van de rol van water bij klimaatverandering;

    • c.

      bijdraagt aan de doelen uit het waterbeheerplan of beheerprogramma van het waterschap; en

    • d.

      kosteneffectief is.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid gelden de volgende voorwaarden voor subsidieverlening:

    • a.

      de maatregel moet een voorbeeldwerking hebben. Het initiatief of het resultaat moet kunnen worden overgenomen of toegepast door derden;

    • b.

      de maatregel moet bijdragen aan meer kennis en bewustwording rond water op lokaal niveau door als initiatiefnemer actief te communiceren over het initiatief;

    • c.

      we subsidiëren enkel initiatieven die gezamenlijk in buurt- of wijkverband worden getroffen. Het gezamenlijke initiatief betreft een maatregel op minimaal drie particuliere percelen. Subsidie wordt niet verstrekt aan individuele initiatieven; en

    • d.

      ondersteuning van (‘geen bezwaar tegen’) de maatregel door de betreffende gemeente.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan aanvullende voorwaarden verbinden aan de subsidie om de zichtbaarheid van het waterschap te vergroten.

Artikel 9 Controle

Het waterschap kan onaangekondigd de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend controleren tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden.

Artikel 10 inwerkingtreding en titel

  • 1.

    De beleidsregel Subsidieregeling Klimaat Actief, zoals vastgesteld door het dagelijks bestuur op 19 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 2 bedoelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die zijn ingediend voor de datum van intrekking.

  • 2.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Subsidieregeling Klimaat Actief! Waterschap Drents Overijsselse Delta”.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur op 9 maart 2021

De secretaris

de dijkgraaf

TOELICHTING

 

Algemeen

 

Algemene subsidieverordening

De Algemene subsidieverordening Waterschap Drents Overijsselse Delta 2016 biedt de grondslag voor deze beleidsregel. Het dagelijks bestuur maakt namelijk gebruik van de bevoegdheid uit artikel 1.4, lid 2 van de verordening. Dit artikel bepaalt dat het dagelijks bestuur bevoegd is beleidsregels op te stellen voor subsidieverlening voor specifieke objecten.

 

Beleidsregel

Deze beleidsregel vormt het kader waarmee subsidies verleend kunnen worden aan maatregelen die bijdragen aan het klimaatbestendig maken van stedelijk gebied.

 

Leeswijzer

In de beleidsregel staan eerst de algemene, procedurele bepalingen die gelden voor het subsidiëren van klimaatadaptieve maatregelen. De bepalingen in artikel 8 vormen het toetsingskader met de criteria voor de toekenning van subsidie. We denken aan maatregelen die wateroverlast en droogte op particulier terrein voorkomen, zoals het aanleggen van groene daken, het afkoppelen en bergen van regenwater, het onttegelen van tuinen om water te infiltreren, etc. Bomen of beplanting om hittestress te voorkomen, subsidiëren we niet, omdat deze maatregel niet bijdraagt aan de kerntaken van het waterschap.

 

Voor de uitvoering van deze beleidsregel geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van €100.000,-, evenredig verdeeld tussen de provincies Drenthe en Overijssel op basis van de oppervlakte (hectares) in ons beheergebied. Dit resulteert in een bedrag van € 53.000,- en € 47.000,- voor respectievelijk de provincies Drenthe en Overijssel.

 

Klimaatadaptatie

Het waterschap speelt wendbaar in op het veranderende klimaat, heeft een duidelijk handelingsperspectief over omgang met extreem weer en weet dit naar haar omgeving te vertalen op basis van de nieuwste inzichten en kennis. Wij maken onze omgeving bewust van de gevolgen van extreem weer en helpen dit te vertalen naar kansen. Met omgeving bedoelen wij onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Wij gaan daarbij verder dan alleen communiceren over de gevolgen van klimaatverandering. Wij willen onze omgeving ook perspectief bieden in de kansen en mogelijkheden die er zijn om zelf een steentje bij te dragen aan een klimaatbestendige woon- en werkomgeving.

 

(1) Aanpassen aan klimaatverandering – vasthouden, infiltreren en bergen van water

Klimaatverandering vormt een potentieel risico voor de leefbaarheid van stedelijke gebieden. Water en klimaat zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom willen wij als waterschap een wezenlijke bijdrage leveren aan een leefbare stad waar het prettig wonen, werken en recreëren is. Vanuit onze rol op het gebied van de klimaatbestendige stad willen we samen met gemeenten en inwoners werken aan een leefbare stad.

 

We richten ons met deze regeling op het voorkomen van wateroverlast en droogte op particulier terrein in de bebouwde omgeving. Aanpassen aan klimaatverandering heeft in deze regeling betrekking op maatregelen om water vast te houden, te infiltreren of te bergen particulier terrein.

 

(2) Bewustwording door participatie

Onze wens is dat bewoners en bedrijven zich bewust zijn van klimaatverandering en de gevolgen die dit heeft op het dagelijkse leven. Dat betekent dat wij bij al onze activiteiten die wij in stedelijk gebied ontplooien goed moeten nadenken hoe wij de omgeving kunnen betrekken. Het waterschap wil graag in verbinding staan met de bebouwde omgeving. Om dit te bereiken willen wij bewoners actief betrekken bij onze opgave. We willen bewoners en maatschappelijke organisaties in stedelijk gebied stimuleren om zelf aan de slag te gaan met het klimaatbestendig maken van stedelijk gebied. Eén van de manieren om te stimuleren is door het verstrekken van subsidies.

Naar boven