Tijdelijke subsidieverordening Groenblauw Buurtidee Hoogheemraadschap van Rijnland

 

Het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland,

 

gelet op:

artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet;

artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 1.5, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Rijnland (ASV),

 

besluit vast te stellen de volgende verordening: Tijdelijke subsidieverordening Groenblauw Buurtidee

Hoogheemraadschap van Rijnland

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Algemeen bestuur: verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland.

  • 2.

    D&H: dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland.

  • 3.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Rijnland.

  • 4.

    Klimaatadaptieve maatregelen: het nemen van maatregelen die de gevolgen van de klimaatverandering beperken, waardoor de samenleving zich beter kan aanpassen aan het veranderende klimaat.

  • 5.

    Projectsubsidie: subsidie voor een activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en zijn gericht op een specifiek eindresultaat.

 

Artikel 2 Doel

Het doel van deze subsidieverordening is:

Het bevorderen van het waterbewustzijn, het stimuleren van eigen initiatieven vanuit de samenleving op het gebied van watereducatie, het beleefbaar maken van water of het nemen van klimaatadaptieve maatregelen.

 

Artikel 3 Uitvoering verordening

D&H is belast met de uitvoering van deze verordening.

 

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    D&H is bevoegd subsidieplafonds vast te stellen binnen het door de vv vastgestelde begrotingsbudget.

  • 2.

    In afwijking van artikel 2.2 van de ASV is D&H bevoegd tijdvakken open te stellen voor het indienen van subsidieaanvragen.

 

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    D&H is bevoegd de subsidiabele activiteiten nader te specificeren in een openstellingsbesluit.

  • 2.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op het bevorderen van het waterbewustzijn, watereducatie, het beleefbaar maken van water of het nemen van klimaatadaptieve maatregelen.

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in het tweede lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

 

Artikel 6 Begunstigden

In afwijking van artikel 3.1 van de ASV wordt subsidie niet verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen.

 

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend op een door D&H beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend per email (info@rijnland.net) o.v.v. Groenblauw Buurtidee.

 

Artikel 8 Aan te geven, te overleggen of te verklaren gegevens en bescheiden

Bij de aanvraag moeten de volgende gegevens en bescheiden worden verstrekt die nodig zijn voor een beslissing omtrent de subsidieaanvraag:

  • a.

    de naam en contactgegevens van de aanvrager;

  • b.

    een beschrijving van het idee, met inbegrip van de start- en einddatum;

  • c.

    een beschrijving van de beoogde doelgroep;

  • d.

    een beschrijving van de betrokken organisaties;

  • e.

    een beschrijving van hoe het idee bijdraagt aan het doel van deze subsidieregeling zoals opgenomen in artikel 2;

  • f.

    de locatie waar het idee wordt uitgevoerd;

  • g.

    een overzicht van de kosten;

  • h.

    offertes.

 

Artikel 9 Rangschikking

  • 1.

    In afwijking van artikel 2.2, lid 1 van de ASV maakt D&H voor het bepalen van de volgorde van behandeling een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      zichtbaarheid, toegankelijkheid voor de buurt;

    • b.

      reikwijdte;

    • c.

      herstel sponswerking bodem;

    • d.

      zichtbaar waterelement;

    • e.

      versterking van biodiversiteit

    • f.

      educatieve waarde;

    • g.

      originaliteit;

    • h.

      betrokkenheid bij realisatie;

    • i.

      investering in onderhoud;

    • j.

      geografische spreiding;

    • k.

      bestuurlijke aandachtsvelden zoals opgenomen in het openstellingsbesluit.

  • 2.

    De genoemde criteria in artikel 9, lid 1 wegen even zwaar en worden beoordeeld met punten van 0 tot en met 10.

 

Artikel 10 Beslistermijn

In afwijking van artikel 4.2, lid 1 van de ASV beslist D&H binnen 8 weken na sluiting van de periode voor het indienen van een aanvraag om subsidie.

 

Artikel 11 Subsidiebedrag

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 25% van de totale kosten en maximaal €10.000,00.

 

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie geweigerd indien:

  • a.

    met het uitvoeren van het idee is gestart voordat de subsidie is aangevraagd;

  • b.

    er voor dezelfde activiteiten al subsidie is verstrekt op grond van deze verordening;

  • c.

    de activiteit niet ten goede komt aan het beheergebied van het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • d.

    de activiteit niet bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze subsidieverordening zoals omschreven in artikel 2;

  • e.

    de activiteit de realisatie van het eigen groene dak betreft;

  • f.

    de activiteit gericht is op 1 persoon/1 huishouden;

  • g.

    de subsidie wordt aangevraagd door een overheidsorganisatie;

  • h.

    de activiteit bijdraagt aan commerciële doelstellingen;

  • i.

    de activiteit niet bijdraagt aan de geografische verspreiding van de subsidieprojecten;

  • j.

    de activiteit niet gericht is op het betrekken van de omgeving.

 

Artikel 13 Verplichtingen

  • 1.

    Naast de verlichtingen opgenomen in artikel 5.1 van de ASV zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    In communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project vermeldt de subsidieontvanger het feit dat het hoogheemraadschap van Rijnland heeft bijgedragen.

  • b.

    De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de datum waarop de maatregelen uiterlijk moeten zijn getroffen.

 

Artikel 14 Bevoorschotting en betaling

Het voorschot bedraagt maximaal 75% van het verleende subsidiebedrag.

 

Artikel 15 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen twaalf weken na de beëindiging van de activiteiten bij D&H een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend per email (info@rijnland.net) o.v.v. Groenblauw Buurtidee.

  • 3.

    De subsidieontvanger toont door middel van een activiteitenverslag inclusief beeldmateriaal aan dat de activiteiten zijn verricht.

  • 4.

    De subsidieontvanger verantwoordt de kosten door middel van een financieel verslag, facturen en betaalbewijzen.

 

Artikel 16 Beslistermijn vaststelling

D&H stelt de subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag vast.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

 

Artikel 18 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 31 december 2023, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

 

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieverordening Groenblauw Buurtidee Hoogheemraadschap van Rijnland

 

Leiden, 27 januari 2021

De verenigde vergadering

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

M. Middendorp, secretaris

Toelichting

 

Algemene toelichting

 

Aanleiding

In het WBP5 en het coalitieakkoord staat ‘samen werken aan water’ centraal. Dit betekent onder andere dat het hoogheemraadschap van Rijnland de ambitie heeft om de opgaven van het waterschap meer te verbinden aan andere maatschappelijke opgaven. Het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden (D&H) wil de kennis, creativiteit en oplossingskracht van inwoners en bedrijven beter benutten om op die manier maatschappelijke meerwaarde te creëren.

 

Actieve burgers, scholen, belangengroepen en bedrijfsleven nemen steeds vaker het heft in eigen hand en ontwikkelen ideeën en activiteiten om hun leefomgeving mooier en beter te maken. Dit soort maatschappelijke initiatieven weten het hoogheemraadschap van Rijnland steeds vaker te vinden en kloppen bij ons aan voor expertise, informatie en financiën.

 

Doel

Maatschappelijke initiatieven kunnen een bijdrage leveren aan de opgaven van het hoogheemraadschap van Rijnland, waaronder klimaatadaptatie en waterbewustwording. Daarom stelt het hoogheemraadschap van Rijnland jaarlijks een budget beschikbaar voor deze initiatieven.

 

Werkwijze

Het budget wordt beschikbaar gesteld via de subsidieverordening Groenblauw Buurtidee. Jaarlijks kunnen in een bepaalde periode (tijdvak) subsidieaanvragen worden ingediend. Deze worden vervolgens beoordeeld aan de hand van een aantal criteria. Mocht het budget worden overschreven, dan worden de aanvragen gerangschikt. De aanvragen met de meeste punten ontvangen subsidie.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Voor zover nodig is hierna per artikel een toelichting opgenomen.

 

Toelichting artikel 9: Rangschikking

Op basis van het waarderingskader (zie driehoek hieronder) zijn 11 criteria geformuleerd om de ideeën/subsidieaanvragen te rangschikken op het moment dat de aangevraagde bedragen boven het financieringsplafond uitkomen. Met behulp van rapportcijfers (nul tot en met tien) per criterium wordt de volgorde voor toekenning van subsidie bepaald.

Legitimiteit: wat maakt het verschil?

Toegevoegde waarde voor samenleving? Dient het meerdere of slechts 1 belang / beleidsveld?

Criteria:

  • Zichtbaarheid, toegankelijkheid voor de buurt (een schoolplein achter een gesloten hek scoort bijvoorbeeld minder dan een voor de buurt toegankelijk schoolplein).

  • Reikwijdte (regentonnenplan voor de hele wijk scoort bijvoorbeeld beter dan alleen voor de eigen straat of biodiversiteit verhogend groen scoort beter dan kunstgras).

 

Bijdrage aan doelen/ taken van Rijnland – WBP5 en coalitieakkoord?

Criteria:

  • Herstel sponswerking bodem (gaat het bijvoorbeeld alleen om een tegel eruit of ook om maatregelen voor het verbeteren van de opname van water door de grond).

  • Zichtbaar waterelement.

  • Versterking van biodiversiteit.

  • Educatieve waarde.

Welke activiteiten worden ondernomen die niemand anders onderneemt?

Criterium:

  • Originaliteit.

 

Betrokkenheid: van wie en voor wie is het project?

Van wie is het initiatief? Waaruit blijkt eigenaarschap? Hoe kunnen mensen betrokkenheid vorm geven?

Criteria:

  • Betrokkenheid bij realisatie (op basis van welk deel weggezet wordt bij een commerciële partij en welk deel de buurt zelf oppakt).

  • Investering in onderhoud (zal het idee bijv. 5 jaar of meer blijven bestaan).

 

Rendement: waar slaat de winst neer? Wie profiteren?

Waarom en hoeveel moet de samenleving hiervoor betalen?

Criteria:

  • Geografische spreiding (de subsidie verdelen over het beheersgebied van Rijnland, met als uitgangpunt de bestuurlijke regio’s; hoe meer ideeën er in een regio zijn binnengekomen, hoe lager het cijfer).

  • Bestuurlijke aandachtsvelden (mate waarin het idee binnen de bestuurlijke aandachtsvelden valt; het bestuur bepaalt bij de jaarlijkse openstelling specifieke aandachtsvelden, zoals groenblauwe schoolpleinen en microplastics).

Naar boven