Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2016

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta,

Gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht en titel III van de Waterschapswet;

 

B E S L U I T:

 

Artikel 1  

De bevoegdheden zoals vermeld in onderstaande lijst te mandateren aan de secretaris-directeur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta, met dien verstande dat de secretaris-directeur

  • 1.

    (potentieel) bestuursgevoelige zaken altijd vooraf voorlegt aan het Dagelijks Bestuur

  • 2.

    het dagelijks bestuur periodiek op de hoogte brengt van de uitoefening van de bevoegdheden genoemd onder nummers 2,3 en 4.

Nr.

Bevoegdheid

 

Programma’s

 

 

1.

Vaststellen programmaplannen en organiseren uitvoering programmaplannen als bedoeld in het rapport Hoofdlijnen van het organisatiemodel GSRW zoals vastgesteld op 17 februari 2015 en voort vloeiend uit de vastgestelde programmabegroting voor het betreffende jaar

 

 

 

Omgeving

 

 

2.

Het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures en het instellen van alle rechtsmiddelen, in alle instanties zowel eisend als verwerend, en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures

3.

Het uitoefenen van het recht van bezwaar en beroep tegen besluiten of handelingen van bestuursorganen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

4.

Het besluiten tot aansprakelijk stellen van personen of rechtspersonen. 

5.

Het besluiten tot het toekennen van schadevergoeding of nadeelcompensatie tot een bedrag van € 125.000,- (incl. b.t.w) per geval.

6.

Het verlenen van vergunningen en de handhaving daarvan.

7.

Het afhandelen van klachten.

8.

Het beslissen op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

 

 

 

Financiën

 

 

9.

Het besluiten tot het doen van nieuwe en vervangingsinvesteringen ten behoeve van infrastructuur en bedrijfsvoering, die in de investeringslijst bij de begroting zijn door het algemeen bestuur zijn aangewezen om te worden afgedaan bij of krachtens het dagelijks bestuur en waarvan het dagelijks bestuur (door tweede oormerking van de lijst) vervolgens heeft bepaald dat deze mogen worden afgedaan door de secretaris-directeur.

10.

Het besluiten tot het gunnen van opdrachten, het aangaan van verplichtingen en het afsluiten van contracten tot een bedrag van € 5.000.000,- (inclusief b.t.w.)

11.

Aanwenden van het exploitatiebudget per programma tot het maximum van de netto-lasten, zoals opgenomen in de door het AB vastgestelde programmabegroting.

12.

Aanwenden van de in een voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma beschikbaar gesteld investeringskrediet opgenomen reservering voor voorziene risico’s.

13.

Het doen van een subsidieverzoek aan derden.

14.

Het afsluiten van geldleningen binnen de kaders vastgelegd in het treasurystatuut.

 

 

 

Personeel

 

 

15.

Inrichten organisatiemodel

16.

Het benoemen van personeel van het waterschap (met uitzondering van de directieleden) en het besluiten tot het nemen van disciplinaire maatregelen en het verlenen van ontslag ten aanzien van deze personeelsleden.

17.

Overige besluiten in de vorm van beschikkingen op grond van voor het waterschap geldende rechtspositieregelingen.

 

 

 

Eigendommen

 

 

18.

Het besluiten tot het verrichten van grondtransacties tot een bedrag van € 500.000,- (incl. b.t.w.).

19.

In gebruik geven, verhuren of verpachten van onroerende zaken. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas.

20.

Het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan.

 

 

 

Aanleg en beheer van waterstaatswerken

 

 

21.

Het besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet met uitzondering van:

  • -

    Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarop de projectprocedure van paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet van toepassing is;

  • -

    Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarvan in een betekende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen waterschapsomslag is te verwachten of waarvan het realiseren ervan maatschappelijk gevoelig ligt[1].

 

 

 

 

Bedrijfsvoering

 

 

22.

Digitale gegevenslevering derden.

23.

Aanvragen van vergunningen.

[1] Zie toelichting in het delegatiebesluit. Deze bevoegdheid mandateert het dagelijks bestuur één op één aan de secretaris-directeur.

 

Artikel 2 Inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Het Besluit Mandaat, volmacht en machtiging Reest en Wieden 2014, zoals vastgesteld door het dagelijks bestuur op 9 december 2014 en de Mandaatregeling Waterschap Groot Salland 2014-II, zoals vastgesteld door het dagelijks bestuur op 1 juli 2014 worden beide ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van dit artikel genoemde datum;

  • 2.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2016;

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit Waterschap Drents Overijsselse Delta 2016.

 

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de vergadering van 5 januari 2016.

ir. H.H.G. Dijk,

interim-dijkgraaf

ir. E. de Kruijk

secretaris-directeur

Naar boven