Peilbesluit Oranjewijk Urk

De Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland;

gelezen het voorstel van het college van Dijkgraaf en Heemraden, nummer 182364 (zaaknummer 182190);

gelet op het bepaalde in artikel 5.2 van de Waterwet en artikel 5.12 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving:

overwegende dat:

• er een peilwijziging is aangevraagd door gemeente Urk voor de ontwikkeling de woonwijk Oranjewijk te Urk;

• het peilbesluit een peilverhoging betreft ten opzichte van het huidige streefpeil;

• er onderzoek is verricht naar de effecten van de toekomstige waterhuishouding op de omgeving;

• het peilbeheer wordt afgestemd op de bestemming en gebruik van de gronden en de daarmee samenhangende waterhuishoudkundige uitgangspunten voor een optimaal gebruik van deze gronden;

• er een toetsing heeft plaatsgevonden tussen de verschillende belangen in het plangebied;

• de effecten op de grondwaterstand in de omgeving als gevolg van de peilverlaging, zijn afgewogen tegen het belang om het watersysteem aan de inundatienormen te laten voldoen;

• er geen negatieve grondwatereffecten zullen optreden naar het omringende gebied als gevolg van de peilverhoging;

• er voldaan wordt aan de ontwateringsnormen voor wegen en bebouwing in het plangebied;

• het watersysteem voldoet aan de normen voor wateroverlast;

• gedurende een periode van zes weken, van 7 november tot en met 19 december 2013, het ontwerp peilbesluit Urk Oranjewijk, voor belanghebbenden ter inzage heeft gelegen;

• de ter inzage legging op de gebruikelijke wijze is bekendgemaakt;

• gedurende genoemde periode van zes weken geen schriftelijke of mondelinge zienswijzen zijn ingekomen.

besluit:

voor het peilbesluit Urk Oranjewijk te bepalen dat:

I.

• het peilbesluit Urk Oranjewijk vervangt de vigerende peilbesluiten Polderwijk, Hoge en Lage Afdeling Noordoostpolder en Onderbemaling Tollebeek voor zover Urk Oranjewijk is opgenomen in deze peilbesluiten.

II.

• drie peilvakken, peilvak Polderwijk, Lage Afdeling en OT2 te wijzigen zoals aangeven op kaart 2 (peilenkaart) in de bijlage op dit peilbesluit;

• het peilvak Polderwijk, peil NAP -4,90 m te vergroten;

• een gedeelte van peilvak Lage Afdeling in peil te verhogen van

• NAP -5,70 m naar NAP –4,90 m;

• een gedeelte van peilvak OT2 (onderbemaling Tollebeek) in peil te verhogen van NAP -6,20 m naar NAP –5,70 m;

• het westelijk deel van Oranjewijk zal afwateren op Polderwijk en het oostelijk deel van Oranjewijk zal afwateren op de Lage Afdeling zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Locatie	Peilvak	Peil (m NAP)
Oranjewijk west	Polderwijk	-4,90
Oranjewijk oost	Lage Afdeling	-5,70

• de maximale afvoer vanuit het plangebied te allen tijde 1,5 l/s/ha bedraagt;

• boven het gestelde streefpeil water uit het plangebied wordt afgevoerd;

• de optredende waterstanden onder invloed van meteorologische omstandigheden en onderhoudswerkzaamheden tijdelijk 0,20 m hoger of 0,20 m lager kunnen zijn dan het streefpeil (bij maatgevende afvoer);

• incidentele peilstijgingen van meer dan 0,20 m kunnen optreden als gevolg van niet te beïnvloeden factoren, zoals aanhoudende hevige neerslag;

• Vooraf aan de peilwijziging door waterschap Zuiderzeeland bij de aanvraag van de Watervergunning een toetsing wordt uitgevoerd of de peilregulerende kunstwerken voldoen aan de maximale afvoer van 1,5 l/s/ha;

• het peilbesluit wordt geëvalueerd en, indien nodig, herzien binnen maximaal 10 jaar, of wanneer er naar oordeel van het waterschap aanleiding bestaat tot het wijzigen van het streefpeil met 0,10 m of meer;

• het peilbesluit in werking treedt 1 dag na bekendmaking;

• het peilbesluit kan worden aangehaald als peilbesluit Urk Oranjewijk.

Aldus vastgesteld in de Algemene Vergadering d.d. 25 maart 2014.

Lelystad, 27 maart 2014,

de plaatsvervangend secretaris, ir. L. Rietman,

de voorzitter, ir. H.C. Klavers.

Inwerkingtreding

Genoemd peilbesluit treedt in werking op 9 april 2014.

Beroep

Tot en met 21 mei 2014 kunnen belanghebbenden tegen de vaststelling van het peilbesluit een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht.

Het beroepschrift moet worden ondertekend en bevat daarnaast ten minste: de naam van de indiener, het adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit en vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, de gronden van het beroep en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft.

Het instellen van beroep is alleen mogelijk voor belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht tegen het ontwerpbesluit.

Voor de behandeling van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogeljk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de Rechtbank Midden-Nederland. In dat geval is extra griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een beroepschrift is ingediend. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet.