27 (2018) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië inzake de voortdurende aanwezigheid van Australisch overheidspersoneel in Nederland ten behoeve van de reactie op het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines;

’s-Gravenhage, 18 december 2018

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 013635 in de Verdragenbank.

C. VERTALING


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië inzake de voortdurende aanwezigheid van Australisch overheidspersoneel in Nederland ten behoeve van de reactie op het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

Australië (hierna te noemen: „de partijen”)

Gelet op het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake de internationale missie tot bescherming van onderzoek, ondertekend op 28 juli 2014;

Gelet op het feit dat het Joint Investigation Team (JIT), dat overeenkomstig de JIT-overeenkomst het strafrechtelijk onderzoek uitvoert naar het neerhalen van MH17, bestaat uit de onderzoeksautoriteiten van Australië, België, Maleisië, Nederland en Oekraïne;

Gelet op de beslissing van de Staten die deelnemen aan het JIT om de vervolging en de berechting in Nederland van degenen die verantwoordelijk zijn voor het neerhalen van MH17 te steunen;

Gelet op het Memorandum van Overeenstemming tussen de Regering van Australië, de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van Maleisië, de Regering van Nederland en de Regering van Oekraïne inzake politieke steun voor de vervolging van de daders van het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014, ondertekend op 21 september 2017;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

a. „de Activiteit”:

de in artikel 2 bedoelde activiteiten;

b. „AFP”:

de Australische Federale Politie;

c. „Australisch overheidspersoneel”:

Australische overheidsfunctionarissen, waaronder functionarissen van de Australische Federale Politie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel en andere burgerlijke ambtenaren;

d. „WVDV”:

het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, gedaan te Wenen op 18 april 1961.

Artikel 2 Reikwijdte van de Activiteit

Australië mag tijdelijk Australisch overheidspersoneel en bijbehorende apparatuur en middelen naar Nederland sturen ter ondersteuning van het JIT, om bijstand te verlenen bij activiteiten en onderzoeken die betrekking hebben op het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 en bijstand te verlenen bij de voorbereiding van de vervolging van de daders van het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17, voor zover dit door de partijen in onderling overleg is of zal worden vastgesteld.

Artikel 3 Toepasselijke wet- en regelgeving

  • 1. Het Australisch overheidspersoneel eerbiedigt de soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties.

  • 2. Het Australisch overheidspersoneel eerbiedigt de Nederlandse wetgeving en onthoudt zich van elke actie of activiteit die onverenigbaar is met de doelen van dit Verdrag.

  • 3. Elke partij behoudt het volledige nationale gezag en toezicht over het eigen overheidspersoneel, naargelang van toepassing. Geen van beide partijen neemt administratieve of disciplinaire maatregelen tegen het overheidspersoneel van de andere partij. Indien tijdens de Activiteit administratieve of disciplinaire maatregelen dienen te worden genomen tegen het overheidspersoneel van een partij, nemen de betrokken nationale autoriteiten maatregelen in overeenstemming met hun nationale wet- en regelgeving en beleid.

Artikel 4 Rechtspositie van Australisch overheidspersoneel

  • 1. Australisch overheidspersoneel krijgt de rechtspositie die overeenkomt met die van het administratieve en technische personeel van een diplomatieke zending van een staat die partij is bij het WVDV. Mocht Nederland om de terugtrekking van Australisch overheidspersoneel uit Nederland verzoeken, dan zal Australië aan dit verzoek voldoen.

  • 2. Niettegenstaande het eerste lid prevaleren, indien een persoon die lid is van het Australisch overheidspersoneel eveneens is geaccrediteerd als diplomatiek ambtenaar van de Australische ambassade in Nederland met alle voorrechten en immuniteiten waarover diplomatieke ambtenaren krachtens het WVDV beschikken, en indien er sprake is van een tegenstrijdigheid tussen de rechten, de bescherming en de verplichtingen die krachtens het WVDV aan die persoon worden toegekend en de rechten, de bescherming en de verplichtingen die krachtens dit Verdrag aan die persoon worden toegekend, de rechten, de bescherming en de verplichtingen die krachtens het WVDV aan die persoon worden toegekend.

Artikel 5 Vorderingen

  • 1. De partijen zien af van het instellen van alle vorderingen tegen elkaar die uit de Activiteit kunnen voortvloeien, tenzij er sprake is van opzettelijk wangedrag, roekeloosheid of grove nalatigheid.

  • 2. Ten aanzien van vorderingen van derden die voortvloeien uit het handelen of nalaten van Australisch en/of Nederlands overheidspersoneel dat gedurende de Activiteit is verricht en dat niet onder de verantwoordelijkheid van een derde valt, geldt het volgende:

    • i. Op het moment dat de partijen onderling bepalen dat de aansprakelijkheid voor schade, verlies, letsel of overlijden kan worden toegerekend aan één partij, komen de kosten van de behandeling en de afwikkeling van de vordering uitsluitend voor rekening van die partij;

    • ii. Op het moment dat wederzijds wordt vastgesteld dat beide partijen verantwoordelijk zijn voor de schade, het verlies, het letsel of het overlijden, treden de partijen in overleg om een oplossing te vinden voor de behandeling en de afwikkeling van de vordering, waarbij elke partij dat deel betaalt dat past bij de mate waarin zij verantwoordelijk is voor de schade, het verlies, het letsel of het overlijden;

    • iii. Op het moment dat wederzijds wordt vastgesteld dat het niet mogelijk is om de aansprakelijkheid voor schade, verlies, letsel of overlijden toe te rekenen, worden de kosten van de behandeling en de afwikkeling van de vordering gelijkelijk over de partijen verdeeld; en

    • iv. In het geval dat één partij een kennisgeving van dergelijke vorderingen ontvangt, stelt de ontvangende partij de andere partij daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. De partijen verlenen elkaar bijstand bij het verkrijgen van het bewijsmateriaal dat met dergelijke vorderingen verband houdt.

Artikel 6 Binnenkomst en vertrek van overheidspersoneel

Australisch overheidspersoneel heeft onverwijld en zonder belemmering recht op binnenkomst in, vertrek uit en verplaatsing binnen Nederland ten behoeve van de Activiteit. Binnenkomst, vertrek en verplaatsing van Australisch overheidspersoneel geschiedt op basis van paspoorten, zonder visumplicht. De Australische Hoge vertegenwoordiger stelt de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden in kennis zodra blijkt dat een lid van het Australisch overheidspersoneel langer dan drie (3) maanden in Nederland moet blijven. De bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk der Nederlanden verstrekken het lid van het Australisch overheidspersoneel onverwijld en met een minimum aan administratieve formaliteiten de voor de Activiteit relevante juridische documenten.

Artikel 7 Verplaatsing en gebruik van middelen en vergunningen

Het is het Australisch overheidspersoneel en hun nationale autoriteiten toegestaan de voor de Activiteit benodigde apparatuur, voorraden en andere zaken, alsmede persoonlijke bezittingen en zaken voor eigen verbruik of gebruik van het Australisch overheidspersoneel, in te voeren, uit te voeren, te bezitten, op te slaan, te verplaatsen en te gebruiken, vrij van alle vergunningen, rechten, belastingen en heffingen. De vrijstelling van rechten, belastingen en heffingen is niet van toepassing op de aankoop van goederen in Nederland.

Artikel 8 Voorzieningen

Australisch overheidspersoneel:

  • a. wordt, in wederzijds overleg met Nederland, het gebruik van bases, opleidingscentra, politieterreinen en andere voorzieningen ten behoeve van de Activiteit toegestaan; en

  • b. heeft het recht om op aanwijzing van de Australische Hoge vertegenwoordiger of een andere Australische ambtenaar die door Australië is aangewezen en ter kennis van Nederland is gebracht, en in overleg met de bevoegde Nederlandse autoriteiten, in Nederland de tijdelijke voorzieningen op te zetten die nodig zijn voor de Activiteit.

Artikel 9 Uniformen

Australisch overheidspersoneel heeft het recht om tijdens de uitoefening van de Activiteit zijn nationale uniform te dragen.

Artikel 10 Coördinatie

Australië benoemt een Hoge vertegenwoordiger (hierna “de Australische Hoge vertegenwoordiger“ genoemd) die ter kennis van Nederland wordt gebracht. De Australische Hoge vertegenwoordiger is een lid van het Australisch overheidspersoneel, zoals gedefinieerd in artikel 1, onderdeel c, van dit Verdrag. De Australische Hoge vertegenwoordiger, dan wel ander Australisch overheidspersoneel dat door de Australische Hoge vertegenwoordiger is gemachtigd, is in verband met de Activiteit het aanspreekpunt in Nederland voor alle relevante Nederlandse autoriteiten en het Australisch overheidspersoneel dat AFP-personeel is, of personeel dat door de AFP wordt gecoördineerd.

Artikel 11 Veiligheid en beveiliging van overheidspersoneel

De partijen werken samen om de veiligheid van Australisch overheidspersoneel en de bij hen behorende middelen in Nederland te waarborgen. Wachtdiensten en soortgelijke taken die betrekking hebben op de veiligheid van Australisch overheidspersoneel en de bij hen behorende middelen vallen onder de verantwoordelijkheid van Nederland en worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet- en regelgeving van Nederland.

Artikel 12 Uitwisselen van informatie

  • 1. De partijen kunnen informatie uitwisselen overeenkomstig de toepasselijke bilaterale overeenkomsten of regelingen, met inbegrip van die ter bescherming van gerubriceerde informatie. Informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij is verstrekt en wordt niet aan derden doorgegeven, zonder de schriftelijke toestemming van de partij van herkomst.

  • 2. Geen van beide partijen geeft informatie vrij die betrekking heeft op het overheidspersoneel van de andere partij of de slachtoffers van MH17, met inbegrip van persoonsgegevens, namen, gewonden of doden, of andere informatie die gevoelig kan zijn, aan een persoon of entiteit zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere partij waarop de informatie betrekking heeft.

Artikel 13 Territoriale toepassing

Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, is dit Verdrag van toepassing op het Europese deel van Nederland.

Artikel 14 Inwerkingtreding, wijziging en overleg

  • 1. Elke partij stelt de andere partij met behulp van een diplomatieke nota in kennis van het feit dat aan de nationale vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan. Dit Verdrag treedt in werking op de datum van de laatste van de twee nota’s.

  • 2. Indien dit Verdrag in werking treedt voordat het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Australië inzake de aanwezigheid van Australisch overheidspersoneel in Nederland ten behoeve van de reactie op het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines, ondertekend op 1 augustus 2014, buiten werking treedt, dan houdt dat Verdrag op van kracht te zijn op de datum dat dit Verdrag in werking treedt.

  • 3. De partijen kunnen schriftelijk overeenkomen dit Verdrag te wijzigen en de partijen bereiken overeenstemming over de voorwaarden waaronder de wijziging in werking treedt.

  • 4. Elk geschil betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag wordt in der minne en voortvarend geschikt door middel van overleg tussen de partijen en wordt niet ter beslechting voorgelegd aan een derde partij, een nationaal of internationaal hof of tribunaal.

Artikel 15 Beëindiging

  • 1. Elke partij kan dit Verdrag beëindigen door de andere partij daarvan langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis te stellen. De beëindiging wordt van kracht zes (6) maanden na de datum waarop deze kennisgeving wordt gedaan.

  • 2. De beëindiging van dit Verdrag doet geen afbreuk aan de rechten en verantwoordelijkheden die betrekking hebben op geschillen, immuniteiten, vorderingen en informatie die voortvloeien uit acties die zijn ondernomen gedurende het tijdvak waarin dit Verdrag van kracht was.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Den Haag, op deze 18e dag van december tweeduizend en achttien.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, ANDRÉ HASPELS

Voor Australië, MATTHEW NEUHAUS


Uitgegeven de negentiende april 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK

Naar boven