27 (2006) Nr. 5

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (met Bijlage);

Chisinau, 19 juni 2006

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 011467 en 012899 in de Verdragenbank.

C. VERTALING

De vertaling van de op 29 augustus 2019 te Chisinau tot stand gekomen Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië houdende een verdrag tot uitbreiding van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten (Trb. 2019, 141) luidt als volgt:

Nr. I

HET AMBASSADEKANTOOR VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Chisinau, 6 augustus 2019

NR. CHS/2019/050

Het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, ondertekend te Chisinau op 19 juni 2006 (hierna te noemen „het Verdrag van 2006”).

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voor dat, in overeenstemming met artikel 21, tweede en derde lid, van het Verdrag van 2006, de toepassing van het Verdrag van 2006 wordt uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met inachtneming van het volgende:

  • 1. Voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt, wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder de uitdrukking „douaneadministratie” in artikel 1, onderdeel a, van het Verdrag van 2006 verstaan de respectieve centrale administratie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving.

  • 2. Artikel 2, vierde lid, van het Verdrag van 2006 is uitsluitend van toepassing op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, naargelang van het geval, voor zover de daarin bedoelde overeenkomsten of regelingen van toepassing zijn op deze respectieve delen van het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 3. De vereisten van de nationale wetgeving in de zin van artikel 17 van het Verdrag van 2006 vallen wat Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft, onder het bereik van de Landsverordening persoonsregistratie of de Rijkswet administratieve bijstand1), naargelang van het geval.

Indien het voorgaande aanvaardbaar is voor de Regering van de Republiek Moldavië, heeft het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië voorts de eer voor te stellen dat deze nota en de antwoordnota van het Ministerie een Verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Verdragsluitende partijen aan de andere Verdragsluitende partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.

Het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Moldavië opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië

Chisinau


Nr. II

HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN EUROPESE INTEGRATIE VAN DE REPUBLIEK MOLDAVIË

Chisinau, 29 augustus 2019

NR. DI/2/290-9103

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië biedt het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië haar complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de nota verbaal nr. CHS/2019/050 d.d. 6 augustus 2019, die als volgt luidt:

(Zoals in Nr. I)

Het Ministerie bevestigt dat het bovengenoemde voorstel voor de Regering van de Republiek Moldavië aanvaardbaar is en dat de nota van het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië en deze antwoordnota een Verdrag zullen vormen tussen de Republiek Moldavië en het Koninkrijk der Nederlanden dat in werking zal treden op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving waarin één van de Verdragsluitende partijen aan de andere Verdragsluitende partij mededeelt dat aan de benodigde formaliteiten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Moldavië opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Het Ambassadekantoor van het Koninkrijk der Nederlanden

Chisinau

Uitgegeven de twaalfde november 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK


X Noot
1)

[Red.] Kennelijk wordt hier de Rijkswet administratieve bijstand douane bedoeld.

Naar boven