A. TITEL

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen;

(met Bijlagen en Protocollen)

Luxemburg, 21 juni 1999

B. TEKST

De Nederlandse tekst van de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 2000, 16.

Voor aanvullingen op de Nederlandse tekst, zie Trb. 2000, 86.

Voor wijzigingen in Bijlage II, zie Trb. 2003, 177.

Voor wijzigingen in Bijlage III, zie Trb. 2005, 52.

Voor een correctie van de wijzigingen in Bijlage III, zie Trb. 2005, 289.

De Nederlandse tekst van het op 26 oktober 2004 te Luxemburg tot stand gekomen Protocol bij de Overeenkomst is geplaatst in Trb. 2005, 52.


Op 27 mei 2008 is te Brussel een Protocol, met Bijlagen, bij de Overeenkomst tot stand gekomen in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie. De Nederlandse tekst1) van het Protocol, met Bijlagen, luidt als volgt:


Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met het oog op de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en Roemenië, op grond van hun toetreding tot de Europese Unie

De Europese Gemeenschap,

vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie, en

het Koninkrijk België,

de Republiek Bulgarije,

de Tsjechische Republiek,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Republiek Estland,

Ierland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

de Italiaanse Republiek,

de Republiek Cyprus,

de Republiek Letland,

de Republiek Litouwen,

het Groothertogdom Luxemburg,

de Republiek Hongarije,

Malta,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Republiek Polen,

de Portugese Republiek,

Roemenië,

de Republiek Slovenië,

de Slowaakse Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

hierna „de lidstaten” genoemd, ook vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,

enerzijds, en

de Zwitserse Bondsstaat, hierna „Zwitserland” genoemd,

anderzijds,

hierna genoemd „de overeenkomstsluitende partijen”,

Gelet op de Overeenkomst van 21 juni 1999 tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (hierna „de Overeenkomst” genoemd), die op 1 juni 2002 in werking is getreden;

Gelet op het Protocol van 26 oktober 2004 bij de Overeenkomst van 21 juni 1999 tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met het oog op de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, op grond van hun toetreding tot de Europese Unie (hierna „het Protocol van 2004” genoemd), dat op 1 april 2006 in werking is getreden;

Gelet op de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) tot de Europese Unie op 1 januari 2007;

Overwegende dat de nieuwe lidstaten overeenkomstsluitende partijen bij de Overeenkomst moeten worden;

Overwegende dat de Raad van de Europese Unie bij de Toetredingsakte de bevoegdheid wordt verleend om namens de lidstaten van de Europese Unie een Protocol betreffende de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Overeenkomst te sluiten,

Hebben overeenstemming bereikt over het volgende:

Artikel 1

  • 1. De nieuwe lidstaten worden hierbij overeenkomstsluitende partijen bij de Overeenkomst.

  • 2. Vanaf de inwerkingtreding van dit Protocol zijn de bepalingen van de Overeenkomst, onder de in dit Protocol neergelegde voorwaarden, bindend voor de nieuwe lidstaten op dezelfde wijze als voor de huidige overeenkomstsluitende partijen.

Artikel 2

In het hoofddeel van de Overeenkomst en in bijlage I bij de Overeenkomst worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1. De lijst van overeenkomstsluitende partijen wordt vervangen door:

    „de Europese Gemeenschap,

    het Koninkrijk België,

    de Republiek Bulgarije,

    de Tsjechische Republiek,

    het Koninkrijk Denemarken,

    de Bondsrepubliek Duitsland,

    de Republiek Estland,

    Ierland,

    de Helleense Republiek,

    het Koninkrijk Spanje,

    de Franse Republiek,

    de Italiaanse Republiek,

    de Republiek Cyprus,

    de Republiek Letland,

    de Republiek Litouwen,

    het Groothertogdom Luxemburg,

    de Republiek Hongarije,

    Malta,

    het Koninkrijk der Nederlanden,

    de Republiek Oostenrijk,

    de Republiek Polen,

    de Portugese Republiek,

    Roemenië,

    de Republiek Slovenië,

    de Slowaakse Republiek,

    de Republiek Finland,

    het Koninkrijk Zweden,

    het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

    enerzijds, en

    de Zwitserse Bondsstaat,

    anderzijds,”;

  • 2. Artikel 10 van de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    • a. de volgende leden worden ingevoegd na lid 1 bis:

      • „1 ter. Zwitserland kan gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van het Protocol bij deze Overeenkomst betreffende de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en Roemenië, kwantitatieve beperkingen handhaven op de toegang in Zwitserland van werknemers en zelfstandigen die onderdaan zijn van de Republiek Bulgarije en Roemenië en zulks voor de volgende twee categorieën verblijf: verblijf van meer dan vier maanden, doch minder dan één jaar, en verblijf van één jaar of meer. Voor verblijf van minder dan vier maanden gelden geen kwantitatieve beperkingen.

        Vóór het einde van de hierboven vermelde overgangsperiode onderzoekt het Gemengd Comité op basis van een verslag van Zwitserland de werking van de overgangsperiode die geldt voor onderdanen van de nieuwe lidstaten. Na dit onderzoek en vóór het einde van de hierboven vermelde periode stelt Zwitserland het Gemengd Comité ervan in kennis of het de kwantitatieve beperkingen ten aanzien van in Zwitserland werkzame werknemers zal blijven toepassen. Zwitserland kan dergelijke maatregelen blijven toepassen gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van voornoemd Protocol. Bij gebreke van dergelijke kennisgeving verstrijkt de overgangsperiode op het einde van de in de eerste alinea bedoelde termijn van twee jaar.

        Aan het einde van de in dit lid omschreven overgangsperiode worden alle kwantitatieve beperkingen ten aanzien van onderdanen van de Republiek Bulgarije en Roemenië afgeschaft. Deze lidstaten kunnen voor dezelfde perioden dezelfde kwantitatieve beperkingen ten aanzien van Zwitserse onderdanen invoeren.”;

    • b. het volgende lid wordt ingevoegd na lid 2 bis:

      • „2 ter. Zwitserland en de Republiek Bulgarije en Roemenië kunnen gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van het Protocol bij deze Overeenkomst inzake de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en van Roemenië, voor werknemers van een van die andere overeenkomstsluitende partijen die op hun eigen grondgebied werkzaam zijn, de controle handhaven op de voorrang voor werknemers die in de reguliere arbeidsmarkt zijn geïntegreerd en op de salariërings- en arbeidsvoorwaarden voor onderdanen van de betrokken overeenkomstsluitende partij. Dezelfde controles kunnen worden gehandhaafd voor personen die diensten verlenen in de volgende vier sectoren: diensten in verband met de tuinbouw, bouwnijverheid en aanverwante activiteiten, beveiligingsdiensten, reiniging van gebouwen (respectievelijk NACE1) -codes 01.41, 45.1 tot en met 4, 74.60 en 74.70), waarnaar wordt verwezen in artikel 5, lid 1, van de Overeenkomst. Zwitserland geeft, wat de toegang tot zijn arbeidsmarkt betreft, gedurende de in de leden 1 ter, 2 ter, 3 ter en 4 quater vermelde overgangsperioden voorrang aan werknemers die onderdaan van de nieuwe lidstaten zijn boven werknemers uit niet-EU- en niet-EVA-landen. De controle op de voorrang voor werknemers die in de reguliere arbeidsmarkt zijn geïntegreerd is niet van toepassing op verleners van diensten die zijn geliberaliseerd op grond van een specifieke overeenkomst tussen de overeenkomstsluitende partijen inzake het verlenen van diensten (onder andere de Overeenkomst betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten, voorzover deze betrekking heeft op het verlenen van diensten). Voor dezelfde periode kunnen kwalificatie-eisen worden gehandhaafd voor het verstrekken van verblijfsvergunningen van minder dan vier maanden2) en voor personen die diensten verlenen in de vier hierboven vermelde sectoren, waarnaar in artikel 5, lid 1, van deze Overeenkomst wordt verwezen.

        Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Protocol bij deze Overeenkomst inzake de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en Roemenië, onderzoekt het Gemengd Comité de werking van de in dit lid vervatte overgangsregeling op basis van een verslag dat door één van de overeenkomstsluitende partijen die deze regeling toepassen, wordt opgesteld. Na dit onderzoek en uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van voornoemd Protocol kan de overeenkomstsluitende partij die de in dit lid vervatte overgangsregeling heeft toegepast en het Gemengd Comité in kennis heeft gesteld van haar voornemen om deze regeling te blijven toepassen, dat blijven doen gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van voornoemd Protocol. Bij gebreke van dergelijke kennisgeving verstrijkt de overgangsperiode op het einde van de in de eerste alinea bedoelde termijn van twee jaar.

        Aan het einde van de in dit lid omschreven overgangsperiode worden alle in dit lid vermelde beperkingen afgeschaft.”;

    • c. Het volgende lid wordt ingevoegd na lid 3 bis:

      • „3 ter. Vanaf de inwerkingtreding van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en Roemenië en tot het einde van de in lid 1 ter bedoelde periode reserveert Zwitserland jaarlijks (pro rata temporis) binnen zijn totale contingent voor derde landen, voor in Zwitserland werkzame werknemers en zelfstandigen die onderdaan zijn van de nieuwe lidstaten een minimumaantal nieuwe verblijfsvergunningen3) overeenkomstig het volgende schema:

        Periode

        Aantal verblijfsvergunningen met een geldigheidsduur van één jaar of meer

        Aantal verblijfsvergunningen met een geldigheidsduur van meer dan vier maanden doch minder dan één jaar

        Tot het einde van het eerste jaar

        362

        3 620

        Tot het einde van het tweede jaar

        523

        4 987

        Tot het einde van het derde jaar

        684

        6 355

        Tot het einde van het vierde jaar

        885

        7 722

        Tot het einde van het vijfde jaar

        1 046

        9 090’

        ”;

    • d. het volgende lid wordt ingevoegd na lid 4 ter:

      • „4 quater. Aan het einde van de in lid 1 ter en in onderhavig lid bedoelde periode en tot tien jaar na de inwerkingtreding van het Protocol bij deze Overeenkomst inzake de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en Roemenië, zijn de bepalingen van artikel 10, lid 4, van deze Overeenkomst van toepassing op onderdanen van die nieuwe lidstaten.

        In het geval van ernstige verstoringen van de arbeidsmarkt of gevaar voor zulke verstoringen stellen Zwitserland en elk van de nieuwe lidstaten die de overgangsregeling hebben toegepast, het Gemengd Comité daarvan in kennis vóór het einde van de in lid 2 ter, tweede alinea, bedoelde overgangsperiode van vijf jaar. In dat geval kan het kennisgevende land de in de leden 1 ter, 2 ter en 3 ter bedoelde maatregelen gedurende zeven jaar na de inwerkingtreding van voornoemd Protocol blijven toepassen op de op zijn grondgebied werkzame werknemers. Het jaarlijkse aantal in lid 1 ter bedoelde verblijfsvergunningen bedraagt dan:

        Periode

        Aantal verblijfsvergunningen met een geldigheidsduur van één jaar of meer

        Aantal verblijfsvergunningen met een geldigheidsduur van meer dan vier maanden doch minder dan één jaar

        Tot het einde van het zesde jaar

        1 126

        10 457

        Tot het einde van het zevende jaar

        1 207

        11 664’

        ”;

    • e. het volgende lid wordt ingevoegd na lid 5 bis:

      • „5 ter. De overgangsbepalingen van de leden 1 ter, 2 ter, 3 ter, en 4 quater, en met name die van lid 2 ter inzake de voorrang voor werknemers die in de reguliere arbeidsmarkt zijn geïntegreerd en de controle op de salariërings- en arbeidsvoorwaarden, zijn niet van toepassing op werknemers in loondienst en zelfstandigen die op de datum van de inwerkingtreding van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de deelname, als overeenkomstsluitende partijen, van de Republiek Bulgarije en van Roemenië reeds beschikken over een vergunning voor het uitoefenen van een economische activiteit op het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen. Deze laatsten hebben met name het recht op professionele en geografische mobiliteit.

        Houders van een verblijfsvergunning met een geldigheidsduur van minder dan één jaar hebben recht op verlenging van hun verblijfsvergunning; de kwantitatieve beperkingen op de afgifte van verblijfsvergunningen zijn op hen niet van toepassing. Houders van een verblijfsvergunning met een geldigheidsduur van één jaar of meer hebben automatisch recht op verlenging van hun verblijfsvergunning. Deze werknemers in loondienst en zelfstandigen genieten derhalve vanaf de inwerkingtreding van voornoemd Protocol de rechten inzake het vrije verkeer van personen als vastgesteld in de basisbepalingen van deze Overeenkomst, in het bijzonder in artikel 7.”

  • 3. In artikel 27, lid 2, van bijlage I bij de Overeenkomst wordt de verwijzing naar „artikel 10, leden 2, 2 bis, 4 bis en 4 ter” vervangen door de verwijzing naar „artikel 10, leden 2, 2 bis, 2 ter, 4 bis, 4 ter en 4 quater”.

Artikel 3

In afwijking van artikel 25 van bijlage I bij de Overeenkomst, zijn de overgangsperioden van bijlage i bij dit protocol van toepassing.

Artikel 4

  • 1. Bijlage II bij de Overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage 2 bij dit Protocol.

  • 2. Bijlage III bij de Overeenkomst wordt gewijzigd bij besluit van het Gemengd Comité dat is ingesteld bij artikel 14 van de Overeenkomst.

Artikel 5

  • 1. Bijlagen 1 en 2 bij dit Protocol maken daarvan integrerend deel uit.

  • 2. Dit Protocol maakt samen met het Protocol van 2004 integrerend deel uit van de Overeenkomst.

Artikel 6

  • 1. Dit Protocol wordt door de Raad van de Europese Unie, namens de lidstaten en de Europese Gemeenschap, en door Zwitserland overeenkomstig zijn eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd.

  • 2. De Raad van de Europese Unie en Zwitserland stellen elkaar ervan in kennis wanneer zij deze procedures hebben afgerond.

Artikel 7

Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van de laatste kennisgeving van ratificatie of goedkeuring.

Artikel 8

Dit Protocol is geldig gedurende dezelfde periode en onder dezelfde voorwaarden als de Overeenkomst.

Artikel 9

  • 1. Dit Protocol en de daaraan gehechte verklaringen zijn opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Spaanse, de Slowaakse, de Tsjechische en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

  • 2. De Bulgaarse en de Roemeense versies van de Overeenkomst, met inbegrip van alle bijlagen, Protocollen en de Slotakte zijn gelijkelijk authentiek. Het bij artikel 14 van de Overeenkomst ingestelde Gemengd Comité keurt de authentieke teksten van de Overeenkomst goed in de nieuwe talen.


Bijlage 1

Overgangsregeling inzake de verwerving van grond en tweede woningen

  • 1. De Republiek Bulgarije

    De Republiek Bulgarije mag gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, de in zijn bij de ondertekening van dit Protocol bestaande wetgeving vastgestelde beperkingen handhaven ten aanzien van het verwerven van de eigendom van grond voor tweede woningen door niet in Bulgarije verblijvende Zwitserse onderdanen, alsmede door rechtspersonen die zijn opgericht overeenkomstig de Zwitserse wetgeving.

    Zwitserse onderdanen die legaal in Bulgarije verblijven, vallen niet onder het bepaalde in de voorgaande alinea en mogen niet onderworpen worden aan andere voorschriften en procedures dan die welke voor Bulgaarse onderdanen gelden.

    De Republiek Bulgarije mag gedurende een periode van zeven jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, de in zijn bij de ondertekening van dit Protocol bestaande wetgeving vastgestelde beperkingen handhaven ten aanzien van het verwerven van landbouwgronden, bossen en bosbouwgronden door Zwitserse onderdanen, alsmede door rechtspersonen die zijn opgericht overeenkomstig de Zwitserse wetgeving. In geen geval mogen Zwitserse onderdanen bij de verwerving van landbouwgrond, bossen en bosbouwgronden minder gunstig worden behandeld dan op het moment van de ondertekening van dit Protocol en evenmin mogen op hen stringentere beperkingen van toepassing zijn dan op onderdanen van een derde land.

    Zelfstandige landbouwers die Zwitsers onderdaan zijn en die zich in de Republiek Bulgarije wensen te vestigen en er wensen te wonen, vallen niet onder de werkingssfeer van het bepaalde in de voorgaande alinea en worden niet onderworpen aan andere procedures dan die welke gelden voor Bulgaarse onderdanen.

    In het derde jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol vindt een algemene evaluatie van deze overgangsregeling plaats. Het Gemengd Comité kan besluiten de in de eerste alinea bedoelde overgangsperiode in te korten of te beëindigen.

  • 2. Roemenië

    Roemenië mag gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, de in zijn bij de ondertekening van dit Protocol bestaande wetgeving vastgestelde beperkingen handhaven ten aanzien van het verwerven van de eigendom van grond voor tweede woningen door niet in Roemenië verblijvende Zwitserse onderdanen, alsmede door vennootschappen die overeenkomstig de Zwitserse wetgeving zijn opgericht en die niet op het grondgebied van Roemenië zijn gevestigd, en daar evenmin een bijkantoor of een vertegenwoordiging hebben.

    Zwitserse onderdanen die legaal in Roemenië verblijven, vallen niet onder het bepaalde in de voorgaande alinea en mogen niet onderworpen worden aan andere voorschriften en procedures dan die welke voor Roemeense onderdanen gelden.

    Roemenië mag gedurende een periode van zeven jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, de in zijn bij de ondertekening van dit Protocol bestaande wetgeving vastgestelde beperkingen handhaven ten aanzien van het verwerven van landbouwgronden, bossen en bosbouwgronden door Zwitserse onderdanen, alsmede door vennootschappen die overeenkomstig de Zwitserse wetgeving zijn opgericht en die niet in Roemenië gevestigd of geregistreerd zijn. In geen geval mogen Zwitserse onderdanen bij de verwerving van landbouwgrond, bossen en bosbouwgronden minder gunstig worden behandeld dan op het moment van de ondertekening van dit Protocol en evenmin mogen op hen stringentere beperkingen van toepassing zijn dan op onderdanen van een derde land.

    Zelfstandige landbouwers die Zwitsers onderdaan zijn en die zich in Roemenië wensen te vestigen en er wensen te wonen, vallen niet onder het bepaalde in de voorgaande alinea en worden niet onderworpen aan andere procedures dan die welke gelden voor Roemeense onderdanen.

    In het derde jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol vindt een algemene evaluatie van deze overgangsregeling plaats. Het Gemengd Comité kan besluiten de in de eerste alinea bedoelde overgangsperiode in te korten of te beëindigen.


Bijlage 2

Bijlage II bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. In punt 1 van Sectie A van bijlage II bij de Overeenkomst wordt het kopje „De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze Overeenkomst als volgt gelezen:” als volgt gewijzigd:

    • a. onder i), betreffende bijlage III, deel A, wordt na de laatste vermelding, „Slowakije – Zwitserland”, het volgende toegevoegd:

      „Bulgarije – Zwitserland

      Geen.

      Roemenië – Zwitserland

      Geen overeenkomst.”;

    • b. onder j), betreffende bijlage III, deel B, wordt na de laatste vermelding, „Slowakije – Zwitserland”, het volgende toegevoegd:

      „Bulgarije - Zwitserland

      Geen.

      Roemenië - Zwitserland

      Geen overeenkomst.”;

  • 2. Onder „Sectie A: Vermelde besluiten”, punt 1 „Verordening (EEG) nr. 1408/71” wordt na „304 R 631: Verordening (EG) nr. 631/2004 …” het volgende ingevoegd:

    „Sectie 2 (Vrij verkeer van personen – Sociale zekerheid) van Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van bepaalde verordeningen, besluiten en beschikkingen op het gebied van vrij verkeer van goederen, vrij verkeer van personen, vennootschapsrecht, mededingingsbeleid, landbouw (met inbegrip van veterinaire en fytosanitaire wetgeving), vervoersbeleid, belastingen, statistieken, energie, milieu, samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, douane-unie, externe betrekkingen, gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en instellingen, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië, voorzover de bepalingen ervan betrekking hebben op in bijlage II bij deze Overeenkomst vermelde besluiten van de Gemeenschap.”;

  • 3. Onder „Sectie A: Vermelde besluiten”, punt 2 „Verordening (EEG) nr. 574/72” wordt na „304 R 631: Verordening (EG) nr. 631/2004 …” het volgende ingevoegd:

    „Sectie 2 (Vrij verkeer van personen – Sociale zekerheid) van Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van bepaalde verordeningen, besluiten en beschikkingen op het gebied van vrij verkeer van goederen, vrij verkeer van personen, vennootschapsrecht, mededingingsbeleid, landbouw (met inbegrip van veterinaire en fytosanitaire wetgeving), vervoersbeleid, belastingen, statistieken, energie, milieu, samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, douane-unie, externe betrekkingen, gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en instellingen, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië, voorzover de bepalingen ervan betrekking hebben op in bijlage II bij deze Overeenkomst vermelde besluiten van de Gemeenschap.”;

  • 4. Onder „Sectie B: Besluiten waarvan de overeenkomstsluitende partijen goede nota nemen”, punten „4.18. 383 D 0117: Besluit nr. 117…”, „4.27. 388 D 64: Besluit nr. 136 …” en „4.37. 393 D 825: Besluit nr. 150…” wordt telkens na „12003 TN 02/02 A: Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, …” en punt „4.77: Besluit nr. 192 …” het volgende ingevoegd:

    „Sectie 2 (Vrij verkeer van personen – Sociale zekerheid) van Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van bepaalde verordeningen, besluiten en beschikkingen op het gebied van vrij verkeer van goederen, vrij verkeer van personen, vennootschapsrecht, mededingingsbeleid, landbouw (met inbegrip van veterinaire en fytosanitaire wetgeving), vervoersbeleid, belastingen, statistieken, energie, milieu, samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, douane-unie, externe betrekkingen, gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en instellingen, in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië, voorzover de bepalingen ervan betrekking hebben op in bijlage II bij deze Overeenkomst vermelde besluiten van de Gemeenschap.”;

  • 5. Voor werknemers die onderdaan zijn van de Republiek Bulgarije en Roemenië, zijn de bepalingen van punt 1 van de sectie werkloosheidsverzekering van het Protocol bij bijlage II van toepassing gedurende zeven jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol.



Gemeenschappelijke verklaring over de aanpassing van bijlage III bij de Overeenkomst

Om een soepele toepassing van de Overeenkomst te garanderen, verklaren de partijen bij de Overeenkomst dat bijlage III daarbij zo snel mogelijk zal worden aangepast teneinde er onder meer Richtlijn 2005/36/EG, gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG, en nieuwe Zwitserse vermeldingen in op te nemen.



Verklaring van Zwitserland betreffende autonome maatregelen vanaf de datum van ondertekening

Totdat de in het Protocol vastgestelde overgangsregeling in werking treedt, verleent Zwitserland burgers van de nieuwe lidstaten op grond van de Zwitserse wetgeving voorlopig toegang tot zijn arbeidsmarkt. Te dien einde zal Zwitserland vanaf de datum van ondertekening van dit Protocol ten gunste van burgers van de nieuwe lidstaten specifieke contingenten vaststellen voor werkvergunningen voor de korte en de lange termijn, zoals omschreven in artikel 10, lid 1, van de Overeenkomst. Het gaat jaarlijks om 282 vergunningen voor de lange termijn en 1.006 vergunningen voor de korte termijn. Daarnaast zullen jaarlijks 2.011 kortetermijnwerknemers voor een verblijf van minder dan vier maanden worden toegelaten.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2002, 104, Trb. 2005, 52 en Trb. 2005, 289.

Het Protocol bij de Overeenkomst van 27 mei 2008 behoeft ingevolge artikel 7, onderdeel a, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen juncto artikel 2 van de Rijkswet van 15 juni 2006 (Stb. 2006, 298) niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 2000, 16.

Overeenkomst

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

21-06-99

13-02-02

R

01-06-02

   

Cyprus

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Denemarken

21-06-99

14-12-00

R

01-06-02

   

Duitsland

21-06-99

21-11-01

R

01-06-02

   

EG (Europese Gemeenschap)

21-06-99

17-04-02

R

01-06-02

   

Estland

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Finland

21-06-99

28-09-01

R

01-06-02

   

Frankrijk

21-06-99

27-12-01

R

01-06-02

   

Griekenland

21-06-99

11-10-01

R

01-06-02

   

Hongarije

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Ierland

21-06-99

03-12-01

R

01-06-02

   

Italië

21-06-99

12-02-01

R

01-06-02

   

Letland

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Litouwen

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Luxemburg

21-06-99

19-06-01

R

01-06-02

   

Malta

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Nederlanden, het Koninkrijk der

21-06-99

         

– Nederland

 

16-11-01

R

01-06-02

   

– Ned. Antillen

 

 

   

– Aruba

 

 

   

Oostenrijk

21-06-99

11-07-00

R

01-06-02

   

Polen

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Portugal

21-06-99

18-12-00

R

01-06-02

   

Slovenië

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Slowakije

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Spanje

21-06-99

19-02-01

R

01-06-02

   

Tsjechië

 

01-04-06

T

01-04-06

   

Verenigd Koninkrijk, het

21-06-99

17-01-01

R

01-06-02

   

Zweden

21-06-99

02-03-01

R

01-06-02

   

Zwitserland

21-06-99

16-10-00

R

01-06-02

   

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Protocol van 26 oktober 2004

Goedkeuring door de Raad van de Europese Unie, namens de lidstaten en de Europese Gemeenschap, en door de Zwitserse Bondsstaat is voorzien in artikel 6, eerste lid, van het Protocol.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Cyprus

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Denemarken

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Duitsland

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

EG (Europese Gemeenschap)

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Estland

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Finland

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Frankrijk

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Griekenland

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Hongarije

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Ierland

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Italië

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Letland

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Litouwen

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Luxemburg

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Malta

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Nederlanden, het Koninkrijk der

26-10-04

         

– Nederland

 

27-02-06

R

01-04-06

   

– Ned. Antillen

 

 

   

– Aruba

 

 

   

Oostenrijk

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Polen

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Portugal

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Slovenië

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Slowakije

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Spanje

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Tsjechië

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Verenigd Koninkrijk, het

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Zweden

26-10-04

27-02-06

R

01-04-06

   

Zwitserland

26-10-04

01-03-06

R

01-04-06

   

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Protocol van 27 mei 2008

Bekrachtiging of goedkeuring door de Raad van de Europese Unie, namens de lidstaten en de Europese Gemeenschap, en door Zwitserland is voorzien in artikel 6, eerste lid, van het Protocol.

Partij

Ondertekening

Ratificatie

Type*1

In werking

Opzegging

Buiten werking

België

27-05-08

         

Bulgarije

27-05-08

         

Cyprus

27-05-08

         

Denemarken

27-05-08

         

Duitsland

27-05-08

         

EG (Europese Gemeenschap)

27-05-08

         

Estland

27-05-08

         

Finland

27-05-08

         

Frankrijk

27-05-08

         

Griekenland

27-05-08

         

Hongarije

27-05-08

         

Ierland

27-05-08

         

Italië

27-05-08

         

Letland

27-05-08

         

Litouwen

27-05-08

         

Luxemburg

27-05-08

         

Malta

27-05-08

         

Nederlanden, het Koninkrijk der

27-05-08

         

– Nederland

           

– Ned. Antillen

 

 

   

– Aruba

 

 

   

Oostenrijk

27-05-08

         

Polen

27-05-08

         

Portugal

27-05-08

         

Roemenië

27-05-08

         

Slovenië

27-05-08

         

Slowakije

27-05-08

         

Spanje

27-05-08

         

Tsjechië

27-05-08

         

Verenigd Koninkrijk, het

27-05-08

         

Zweden

27-05-08

         

Zwitserland

27-05-08

         

* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, =Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend

Verklaringen, voorbehouden en bezwaren

Zwitserland, 27 mei 2008

Switzerland applies mutatis mutandis to Bulgaria and Romania its Declaration concerning the recognition of diplomas in midwifery and general care set out in Annex III to the Protocol of 26 October 2004 to the Agreement of 21 June 1999 between the Swiss Confederation, of the one part, and the European Community and its Member States, of the other, on the free movement of persons. The Declaration reads as follows: “Switzerland reserves the right to recognize holders of diplomas in midwifery and general care, falling under Articles 4(b) and 4(c) of Directive 77/452/EEC and Articles 5(a) and 5(b) of Directive 80/154/EEC on acquired rights, only after examination of the conformity of their qualifications with Directives 77/453/EEC and 80/155/EEC. For this purpose, Switzerland may require the completion of an aptitude test or an adaptation period.”.

Zwitserland, 27 mei 2008

Switzerland applies mutatis mutandis to Bulgaria and Romania its Declaration concerning the recognition of diplomas in midwifery and general care set out in Annex III to the Protocol of 26 October 2004 to the Agreement of 21 June 1999 between the Swiss Confederation, of the one part, and the European Community and its Member States, of the other, on the free movement of persons. The Declaration reads as follows: Switzerland reserves the right to recognize holders of diplomas in midwifery and general care falling under Articles 4(b) and 4(c) of Directive 77/452/EEC and Articles 5(a) and 5(b) of their qualifications with Directives 77/453/EEC and 80/155/EEC. For this purpose, Switzerland may require the completion of an aptitude test or an adaptation period.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2002, 104 en Trb. 2005, 52.

Het Protocol, met Bijlagen, van 26 oktober 2004 is ingevolge artikel 7 van het Protocol op 1 april 2006 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Protocol alleen voor Nederland.


Het Protocol, met Bijlagen, van 27 mei 2008 zal ingevolge artikel 7 van het Protocol in werking treden op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van de laatste kennisgeving van ratificatie of goedkeuring.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2000, 16, Trb. 2003, 177 en Trb. 2005, 52.

Titel

:

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

Rome, 25 maart 1957

Laatste Trb.

:

Trb. 2008, 51

Uitgegeven de zevenentwintigste augustus 2008.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. VERHAGEN


XNoot
1)

De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse tekst van het Protocol zijn niet afgedrukt.

XNoot
1)

NACE: Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

XNoot
2)

Werknemers kunnen verzoeken om verblijfsvergunningen met een korte geldigheidsduur in het kader van de in lid 3 ter vermelde contingenten, zelfs voor een periode van minder dan vier maanden.

XNoot
3)

Deze vergunningen worden verleend naast het in artikel 10 van de Overeenkomst vermelde contingenten, die zijn gereserveerd voor werknemers in loondienst en zelfstandigen die onderdaan zijn van de lidstaten op het moment van de ondertekening van de Overeenkomst (21 juni 1999) en van de lidstaten die door het Protocol van 2004 overeenkomstsluitende partij werden bij deze Overeenkomst. Deze vergunningen worden ook verstrekt naast de vergunningen die worden verleend in het kader van bestaande bilaterale overeenkomsten tussen Zwitserland en de nieuwe lidstaten inzake de uitwisseling van stagiairs.

Naar boven