A. TITEL

WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging;

Genève, 21 mei 2003

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2003, 127.

C. VERTALING

WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging

Preambule

De Partijen bij dit Verdrag,

Vastbesloten prioriteit te verlenen aan hun recht de volksgezondheid te beschermen,

Erkennend dat de verbreiding van de tabaksepidemie een mondiaal probleem is met ernstige gevolgen voor de volksgezondheid, dat vraagt om een zo breed mogelijke internationale samenwerking en de participatie van alle landen in een doeltreffend, passend en allesomvattend internationaal antwoord,

Uitdrukking gevend aan de bezorgdheid van de internationale gemeenschap over de verwoestende wereldwijde gezondheidseffecten en sociale, economische en milieugevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook,

Ernstig bezorgd over de toename van de wereldwijde consumptie en productie van sigaretten en andere tabaksproducten, in het bijzonder in ontwikkelingslanden, alsmede over de last die dit legt op gezinnen, armen en de nationale stelsels van gezondheidszorg,

Erkennend dat wetenschappelijk bewijs onomstotelijk heeft aangetoond dat tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook dood, ziekte en arbeidsongeschiktheid veroorzaken, en dat er geruime tijd ligt tussen de blootstelling aan roken en andere gebruikswijzen van tabaksproducten en het begin van tabaksgerelateerde ziekten,

Tevens erkennend dat sigaretten en sommige andere producten die tabak bevatten zodanig worden bewerkt om verslaving te bewerkstelligen en in stand te houden, en dat veel van de stoffen die ze bevatten en de rook die ze voortbrengen farmacologisch actief, giftig, mutageen en carcinogeen zijn, en dat tabaksverslaving in belangrijke internationale ziekteclassificatiesystemen als een afzonderlijke stoornis wordt geclassificeerd,

Erkennend dat er duidelijk wetenschappelijk bewijs is dat prenatale blootstelling aan tabaksrook schadelijk is voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen,

Ernstig bezorgd over de wereldwijde toename van roken en andere vormen van tabaksconsumptie door kinderen en jongeren, in het bijzonder het roken op steeds jongere leeftijd,

Verontrust door de wereldwijde toename van roken en andere vormen van tabaksconsumptie door vrouwen en meisjes en indachtig de noodzaak van volledige participatie van vrouwen op alle niveaus van beleidsvorming en -uitvoering en de behoefte aan genderspecifieke strategieën voor tabaksontmoediging,

Ernstig bezorgd over de hoge niveaus van roken en andere vormen van tabaksconsumptie onder inheemse volkeren,

Ernstig bezorgd over de invloed van alle vormen van reclame, promotie en sponsoring gericht op het aanmoedigen van het gebruik van tabaksproducten,

Erkennend dat samenwerking nodig is om alle vormen van illegale handel in sigaretten en andere tabaksproducten, met inbegrip van smokkel, illegale productie en nabootsing, uit te bannen,

Erkennend dat tabaksontmoediging op alle niveaus en in het bijzonder in ontwikkelingslanden en in landen met een overgangseconomie voldoende financiële en technische middelen vereist, evenredig met de huidige en verwachte behoefte aan activiteiten op het gebied van tabaksontmoediging,

De noodzaak erkennend geschikte mechanismen te ontwikkelen om in te spelen op de sociaal-economische gevolgen op de lange termijn van succesvolle strategieën voor de vermindering van de vraag naar tabak,

Indachtig de sociaal-economische problemen die programma's voor tabaksontmoediging op de middellange en lange termijn kunnen veroorzaken in sommige ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie, en hun behoefte erkennend aan technische en financiële bijstand in het kader van nationaal ontwikkelde strategieën voor duurzame ontwikkeling,

Zich bewust van het waardevolle werk dat door veel staten wordt verricht op het gebied van tabaksontmoediging, en met lof voor de voortrekkersrol van de Wereldgezondheidsorganisatie alsmede de inspanningen van andere organisaties en instanties van de Verenigde Naties en andere internationale en regionale intergouvernementele organisaties bij de ontwikkeling van maatregelen voor tabaksontmoediging,

De bijzondere bijdrage benadrukkend van niet-gouvernementele organisaties en andere maatschappelijke geledingen die niet met de tabaksindustrie gelieerd zijn, waaronder gezondheidsinstanties, vrouwen-, jongeren-, milieu- en consumentengroeperingen, en universitaire en gezondheidszorginstanties, aan nationale en internationale inspanningen op het gebied van tabaksontmoediging en het vitale belang van hun deelname aan nationale en internationale op tabaksontmoediging gerichte inspanningen,

De noodzaak erkennend waakzaam te zijn ten aanzien van pogingen van de tabaksindustrie om inspanningen ten behoeve van tabaksontmoediging te ondermijnen of te ontkrachten en de noodzaak op de hoogte te zijn van activiteiten van de tabaksindustrie die een negatieve invloed op inspanningen ten behoeve van tabaksontmoediging hebben,

In herinnering roepend artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 16 december 1966, waarin wordt verklaard dat eenieder recht heeft op het genot van het hoogst haalbare niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid,

Eveneens in herinnering roepend de preambule van het Statuut van de Wereldgezondheidsorganisatie, waarin wordt verklaard dat het genot van het hoogst haalbare niveau van gezondheid een van de grondrechten van ieder mens is, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, politieke overtuiging of economische of sociale omstandigheden,

Vastbesloten maatregelen voor tabaksontmoediging die zijn gebaseerd op actuele en relevante wetenschappelijke, technische en economische overwegingen te bevorderen,

In herinnering roepend dat in het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen op 18 december 1979, wordt bepaald dat de staten die partij bij dat Verdrag zijn passende maatregelen nemen om discriminatie van vrouwen op het terrein van de gezondheidszorg uit te bannen,

Voorts in herinnering roepend dat in het Verdrag inzake de rechten van het kind, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989, wordt bepaald dat de staten die partij bij dat Verdrag zijn het recht van het kind op het genot van het hoogst haalbare niveau van gezondheid erkennen,

Zijn het volgende overeengekomen:

DEEL I:

INLEIDING

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit Verdrag wordt verstaan onder:

  • a. illegale handel: elke handeling of gedraging die bij wet verboden is en die betrekking heeft op productie, verzending, ontvangst, bezit, distributie, verkoop of aankoop, met inbegrip van elke handeling of gedraging die deze activiteiten beoogt te vergemakkelijken;

  • b. regionale organisatie voor economische integratie: een organisatie bestaande uit meerdere soevereine staten, waaraan de lidstaten de bevoegdheid over een aantal aangelegenheden hebben overgedragen, met inbegrip van de bevoegdheid om voor haar lidstaten ten aanzien van die aangelegenheden bindende besluiten te nemen;1

  • c. tabaksreclame en -promotie: elke vorm van commerciële communicatie, aanbeveling of handeling met het doel, het effect of mogelijke effect dat een tabaksproduct of tabaksgebruik direct of indirect wordt aangemoedigd;

  • d. tabaksontmoediging: een reeks van strategieën ter vermindering van het aanbod, de vraag en de schade, met als doel de gezondheid van een bevolking te verbeteren door hun consumptie van tabaksproducten en blootstelling aan tabaksrook uit te bannen of te verminderen;

  • e. tabaksindustrie: tabaksfabrikanten, groothandelaren en importeurs van tabaksproducten;

  • f. tabaksproducten: producten die geheel of ten dele vervaardigd zijn uit tabaksblad als grondstof, en die bestemd zijn voor roken, pruimen, kauwen of snuiven;

  • c. tabakssponsoring: elke vorm van bijdrage aan een evenement, activiteit of individu, met het doel, effect of mogelijk effect dat een tabaksproduct of tabaksgebruik direct of indirect wordt aangemoedigd.

Artikel 2 Verhouding tussen dit Verdrag en andere overeenkomsten en juridische instrumenten

1. Teneinde de gezondheid van de mens beter te beschermen, worden de Partijen aangemoedigd maatregelen te nemen die verder gaan dan de in dit Verdrag en de protocollen daarbij vereiste maatregelen, en niets in deze instrumenten belet een Partij strengere eisen op te leggen die stroken met de bepalingen ervan en in overeenstemming zijn met het internationale recht.

2. De bepalingen van het Verdrag en de protocollen daarbij doen op geen enkele wijze afbreuk aan het recht van Partijen om bilaterale of multilaterale overeenkomsten te sluiten, waaronder regionale of subregionale overeenkomsten, met betrekking tot onderwerpen die samenhangen met het Verdrag en de protocollen daarbij, of deze aanvullen, mits dergelijke overeenkomsten stroken met de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag en de protocollen daarbij. De betrokken Partijen melden dergelijke overeenkomsten via het Secretariaat aan de Conferentie van de Partijen.

DEEL II:

DOEL, RICHTSNOEREN EN ALGEMENE VERPLICHTINGEN

Artikel 3 Doel

Het doel van dit Verdrag en de protocollen daarbij is de huidige en toekomstige generaties te beschermen tegen de verwoestende gezondheidseffecten en sociale, milieu- en economische gevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook door een kader te bieden voor maatregelen ten behoeve van tabaksontmoediging die door de Partijen op nationaal, regionaal en internationaal niveau moeten worden uitgevoerd om het wijdverbreide tabaksgebruik en de blootstelling aan tabaksrook permanent en substantieel te verminderen.

Artikel 4 Richtsnoeren

Teneinde het doel van dit Verdrag en de protocollen daarbij te bereiken en de bepalingen ervan uit te voeren, worden de Partijen, onder andere, geleid door de onderstaande beginselen:

1. Iedereen moet worden geïnformeerd over de gevolgen voor de gezondheid, het verslavende karakter en de dodelijke bedreiging die uitgaat van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook en op het aangewezen regeringsniveau moet worden nagedacht over doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen om iedereen te beschermen tegen blootstelling aan tabaksrook.

2. Sterke politieke betrokkenheid is vereist om op nationaal, regionaal en internationaal niveau allesomvattende multisectorale maatregelen en een gecoördineerd optreden te ontwikkelen en te ondersteunen, waarbij het volgende in aanmerking moet worden genomen:

  • a. de noodzaak maatregelen te nemen om iedereen tegen blootstelling aan tabaksrook te beschermen;

  • b. de noodzaak maatregelen te nemen om te voorkomen dat met de consumptie van tabaksproducten in welke vorm dan ook wordt begonnen, om het stoppen ermee te bevorderen en te ondersteunen, en de consumptie ervan te verminderen;

  • c. de noodzaak maatregelen te nemen ter bevordering van de participatie van inheemse personen en gemeenschappen in de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van programma's voor tabaksontmoediging die in sociaal-cultureel opzicht bij hun behoeften en omstandigheden aansluiten; en

  • d. de noodzaak maatregelen te nemen om bij de ontwikkeling van strategieën voor tabaksontmoediging met genderspecifieke risico's rekening te houden.

3. Internationale samenwerking, in het bijzonder de overdracht van technologie, kennis en financiële bijstand en het bieden van daaraan gerelateerde expertise, teneinde doeltreffende programma's voor tabaksontmoediging op te zetten en uit te voeren, hierbij lokale culturele, alsmede sociale, economische, politieke en juridische factoren in aanmerking nemend, vormt een belangrijk onderdeel van het Verdrag.

4. Allesomvattende multisectorale maatregelen en optreden teneinde de consumptie van alle tabaksproducten op nationaal, regionaal en internationaal niveau te verminderen, zijn van wezenlijk belang om, in overeenstemming met de beginselen van volksgezondheid, het voorkomen van ziektes, voortijdige arbeidsongeschiktheid en sterfte als gevolg van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook te voorkomen.

5. Kwesties met betrekking tot aansprakelijkheid, zoals door elke Partij binnen haar rechtsgebied bepaald, vormen een belangrijk onderdeel van een allesomvattend tabaksontmoedigingsbeleid.

6. Het belang van technische en financiële bijstand ter bevordering van de economische overgang van tabakstelers en -werknemers in ontwikkelingslanden die Partij zijn, alsmede in Partijen met een overgangseconomie, wier levensonderhoud als gevolg van programma's voor tabaksontmoediging ernstig in gevaar komt, moet worden onderkend en aangepakt in het kader van op nationaal niveau ontwikkelde strategieën voor duurzame ontwikkeling.

7. De participatie van maatschappelijke organisaties is van wezenlijk belang voor de verwezenlijking van het doel van het Verdrag en de protocollen daarbij.

Artikel 5 Algemene verplichtingen

1. Elke Partij ontwikkelt in overeenstemming met dit Verdrag en de protocollen waarbij zij Partij is, allesomvattende multisectorale nationale strategieën, plannen en programma's voor tabaksontmoediging, voert deze uit, en actualiseert en herziet deze strategieën periodiek.

2. Teneinde dit doel te bereiken gaat elke Partij, overeenkomstig haar capaciteiten, over tot:

  • a. instelling of versterking en financiering van een nationaal coördinatiemechanisme of van aanspreekpunten voor tabaksontmoediging; en

  • b. aanneming en uitvoering van doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke en/of andere maatregelen en, naar gelang van het geval, samenwerking met andere Partijen bij de ontwikkeling van passend beleid ter preventie en vermindering van tabaksconsumptie, nicotineverslaving en blootstelling aan tabaksrook.

3. Bij de vaststelling en uitvoering van hun volksgezondheidsbeleid met betrekking tot tabaksontmoediging, nemen Partijen, in overeenstemming met het nationaal recht, maatregelen om dit beleid te beschermen tegen commerciële en andere gevestigde belangen van de tabaksindustrie.

4. De Partijen werken samen bij de formulering van voorgestelde maatregelen, procedures en richtlijnen voor de uitvoering van het Verdrag en van de protocollen waarbij zij Partij zijn.

5. De Partijen werken, waar passend, samen met bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties om de doelen van het Verdrag en van de protocollen waarbij zij Partij zijn, te verwezenlijken.

6. Binnen de hun ter beschikking staande middelen werken de Partijen samen om via bilaterale en multilaterale mechanismen voor fondsenwerving financiële middelen te werven voor een doeltreffende uitvoering van het Verdrag.

DEEL III:

MAATREGELEN MET BETREKKING TOT DE VERMINDERING VAN DE VRAAG NAAR TABAK

Artikel 6 Prijs- en belastingmaatregelen om de vraag naar tabak te verminderen

1. De Partijen erkennen dat prijs- en belastingmaatregelen een doeltreffend en belangrijk instrument zijn om de tabaksconsumptie door diverse geledingen van de bevolking, in het bijzonder jongeren, te verminderen.

2. Onverminderd het soevereine recht van de Partijen om hun eigen belastingbeleid te bepalen en vast te stellen, moet elke Partij rekening houden met de nationale gezondheidsdoelen betreffende tabaksontmoediging en, naar gelang van het geval, maatregelen nemen of handhaven, zoals:

  • a. het uitvoeren van belastingbeleid en, waar passend, prijsbeleid inzake tabaksproducten, zodanig dat een bijdrage wordt geleverd aan de gezondheidsdoelen gericht op de vermindering van de tabaksconsumptie; en

  • b. het verbieden of beperken, naar gelang van het geval, van de verkoop aan en/of de invoer door internationale reizigers van belasting- en accijnsvrije tabaksproducten.

3. In hun periodieke verslagen aan de Conferentie van de Partijen, in overeenstemming met artikel 21, overleggen de Partijen de belastingtarieven voor tabaksproducten en de trends in de tabaksconsumptie.

Artikel 7 Niet-prijsmaatregelen om de vraag naar tabak te verminderen

De Partijen erkennen dat allesomvattende niet-prijsmaatregelen een doeltreffend en belangrijk instrument zijn ter vermindering van de tabaksconsumptie. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen die nodig zijn om uitvoering te geven aan haar verplichtingen ingevolge de artikelen 8 tot en met 13, voert deze uit, en werkt, naar gelang van het geval, bij de uitvoering van deze maatregelen rechtstreeks of via bevoegde internationale instanties met de andere Partijen samen. De Conferentie van de Partijen stelt passende richtlijnen voor de uitvoering van de bepalingen van deze artikelen voor.

Artikel 8 Bescherming tegen de blootstelling aan tabaksrook

1. De Partijen erkennen dat wetenschappelijk bewijsmateriaal onomstotelijk heeft aangetoond dat blootstelling aan tabaksrook leidt tot dood, ziekte en arbeidsongeschiktheid.

2. Elke Partij neemt binnen de bestaande nationale rechtsbevoegdheid zoals bepaald in het nationaal recht doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke en/of andere maatregelen aan, voert deze uit, en bevordert deze maatregelen op andere niveaus van rechtsbevoegdheid. Deze maatregelen voorzien in bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook in binnen gebouwen gelegen werkplekken, het openbaar vervoer, binnen openbare gebouwen en, naar gelang van het geval, op andere openbare plaatsen.

Artikel 9 Regulering van de inhoud van tabaksproducten

De Conferentie van de Partijen doet, in overleg met bevoegde internationale instanties, voorstellen voor richtlijnen voor het testen en meten van de inhoud en emissies van tabaksproducten, en voor de regulering hiervan. Elke Partij neemt, wanneer goedgekeurd door bevoegde nationale autoriteiten, doeltreffende wetgevende, uitvoerende en bestuurlijke of andere maatregelen, en voert deze uit, ten behoeve van deze tests en metingen, en ten behoeve van genoemde regulering.

Artikel 10 Regulering van informatieverschaffing over tabaksproducten

Elke Partij neemt, in overeenstemming met haar nationaal recht, doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen aan, en voert deze uit, waarmee fabrikanten en importeurs van tabaksproducten worden verplicht aan de regeringsautoriteiten informatie te verschaffen over de inhoud en emissies van tabaksproducten. Elke Partij neemt voorts doeltreffende maatregelen aan, en voert deze uit, voor het verschaffen van informatie aan het publiek over de giftige bestanddelen in tabaksproducten en de emissies die deze producten kunnen voortbrengen.

Artikel 11 Verpakking en etikettering van tabaksproducten

1. Elke Partij neemt, binnen een tijdvak van drie jaar nadat dit Verdrag voor die Partij in werking is getreden, in overeenstemming met haar nationaal recht, doeltreffende maatregelen aan, en voert deze uit, om te waarborgen dat:

  • a. de verpakking en etikettering een tabaksproduct niet aanprijst op een wijze die onjuist, misleidend of bedrieglijk is of op zodanige wijze dat een verkeerde indruk wordt gewekt ten aanzien van de kenmerken, gevolgen voor de gezondheid, gevaren of emissies, met inbegrip van enige term, omschrijving, handelsmerk, figuratief of ander teken dat direct of indirect de valse indruk wekt dat een bepaald tabaksproduct minder schadelijk is dan andere tabaksproducten. Hierbij kan het gaan om termen als „laag teergehalte", „light", „ultra-light" of „mild"; en

  • b. elk pakje en elke slof tabaksproducten en elke omverpakking en etikettering van deze producten eveneens worden voorzien van gezondheidswaarschuwingen die de schadelijke effecten van tabaksgebruik beschrijven, en andere relevante boodschappen kunnen bevatten. Deze waarschuwingen en boodschappen:

    • i. worden door de bevoegde nationale autoriteiten goedgekeurd,

    • ii. wisselen elkaar af,

    • iii. zijn groot, duidelijk, zichtbaar en leesbaar,

    • iv. maken bij voorkeur 50% of meer van de belangrijkste etiketruimte uit, maar beslaan ten minste 30% daarvan,

    • v. mogen worden aangebracht in de vorm van afbeeldingen of pictogrammen, of mogen deze omvatten.

2. Elk pakje en elke slof tabaksproducten en elke omverpakking en etikettering van deze producten bevatten, naast de in het eerste lid, onderdeel b, van dit artikel bedoelde waarschuwingen, informatie ten aanzien van de relevante ingrediënten en emissies van tabaksproducten zoals gedefinieerd door de nationale autoriteiten.

3. Elke Partij vereist dat de in het eerste lid, onderdeel b, en in het tweede lid van dit artikel bedoelde informatie op elk pakje en op elke slof tabaksproducten en op elke omverpakking en etikettering van deze producten wordt aangebracht in haar officiële taal of talen.

4. Voor de toepassing van dit artikel is het begrip „omverpakking en etikettering" met betrekking tot tabaksproducten van toepassing op elke omverpakking en etikettering die in de detailhandel voor het product worden gebruikt.

Artikel 12 Educatie, communicatie, training en publiek bewustzijn

Elke Partij bevordert en versterkt het publieke bewustzijn op het gebied van tabaksontmoediging, hierbij gebruik makend van alle beschikbare en geschikte communicatiemiddelen. Hiertoe neemt elke Partij doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen, en voert deze uit, ter bevordering van:

  • a. brede toegang tot doeltreffende en allesomvattende programma's om het publiek voor te lichten over en bewust te maken van de gezondheidsrisico's, waaronder het verslavende karakter van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook;

  • b. het publieke bewustzijn met betrekking tot de gezondheidsrisico's van tabaksconsumptie en de blootstelling aan tabaksrook, en met betrekking tot de voordelen van het stoppen met tabaksgebruik en een leven zonder tabak als bedoeld in artikel 14.2;

  • c. toegang voor het publiek, in overeenstemming met het nationaal recht, tot een breed scala aan informatie over de tabaksindustrie, voor zover relevant voor het doel van dit Verdrag;

  • d. doeltreffende en passende training of sensibiliserings- of bewustwordingsprogramma's met betrekking tot tabaksontmoediging voor mensen die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, maatschappelijk werkers, sociaal werkers, media professionals, onderwijzend personeel, beleidsmakers, bestuurders en andere betrokkenen;

  • e. het bewustzijn en de participatie van publieke en private instellingen en niet-gouvernementele organisaties die niet met de tabaksindustrie gelieerd zijn, in het ontwikkelen en uitvoeren van intersectorale programma's en strategieën voor tabaksontmoediging; en

  • f. het publieke bewustzijn over en toegang tot informatie met betrekking tot de schadelijke gevolgen voor gezondheid, economie en milieu van de productie en consumptie van tabak.

Artikel 13 Tabaksreclame, -promotie en -sponsoring

1. De Partijen erkennen dat een allesomvattend verbod op reclame, promotie en sponsoring de consumptie van tabaksproducten zal verminderen.

2. Elke Partij onderneemt, in overeenstemming met haar grondwet of grondwettelijke beginselen, een allesomvattend verbod op tabaksreclame, -promotie en -sponsoring. Afhankelijk van de juridische context en technische middelen die de desbetreffende Partij ter beschikking staan, omvat dit een allesomvattend verbod op grensoverschrijdende reclame, promotie en sponsoring die van haar grondgebied afkomstig is. In dit verband neemt elke Partij, binnen een periode van vijf jaar nadat dit Verdrag voor die Partij in werking is getreden, passende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke en/of andere maatregelen en brengt daarvan overeenkomstig artikel 21 verslag uit.

3. Een Partij die vanwege haar grondwet of grondwettelijke beginselen niet in staat is tot een allesomvattend verbod over te gaan, legt beperkingen op ten aanzien van alle tabaksreclame, -promotie en -sponsoring. Afhankelijk van de juridische context en technische middelen die de desbetreffende Partij ter beschikking staan, omvat dit beperkingen of een allesomvattend verbod op reclame, promotie en sponsoring die van haar grondgebied afkomstig is en grensoverschrijdende effecten heeft. In dit verband neemt elke Partij passende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke en/of andere maatregelen en brengt daarvan overeenkomstig artikel 21 verslag uit.

4. Elke Partij is, in overeenstemming met haar grondwet of grondwettelijke beginselen, ten minste gehouden:

  • a. alle vormen van tabaksreclame, -promotie en -sponsoring te verbieden die een tabaksproduct op onjuiste, misleidende of bedrieglijke wijze aanprijzen of zodanig dat een verkeerde indruk kan ontstaan van de eigenschappen, gevolgen voor de gezondheid, gevaren of emissies ervan;

  • b. te vereisen dat gezondheidswaarschuwingen of andere passende waarschuwingen of voorlichting alle tabaksreclame en, waar dienstig, tabakspromotie en -sponsoring vergezellen;

  • c. het gebruik van directe en indirecte aansporingen die de aankoop van tabaksproducten door het publiek aanmoedigen, te beperken;

  • d. te vereisen, wanneer zij geen allesomvattend verbod heeft, dat aan de relevante regeringsautoriteiten de uitgaven van de tabaksindustrie aan reclame, promotie en sponsoring die nog niet verboden is, bekend wordt gemaakt. Deze autoriteiten kunnen, afhankelijk van het nationaal recht, besluiten deze cijfers in overeenstemming met artikel 21 aan het publiek en aan de Conferentie van de Partijen beschikbaar te stellen;

  • e. binnen een periode van vijf jaar over te gaan tot een allesomvattend verbod voor tabaksreclame, -promotie en -sponsoring via radio, televisie, gedrukte media en, in voorkomend geval, andere media, zoals het internet, of, indien een Partij daartoe vanwege haar grondwet of grondwettelijke beginselen niet in staat is, deze te beperken; en

  • f. tabakssponsoring van internationale evenementen, activiteiten en/of van deelnemers daaraan te verbieden of, indien een Partij daartoe vanwege haar grondwet of grondwettelijke beginselen niet in staat is, te beperken.

5. De Partijen worden aangemoedigd om maatregelen te nemen die verder strekken dan de in het vierde lid bedoelde verplichtingen.

6. De Partijen werken samen bij de ontwikkeling van technieken en andere middelen die nodig zijn om het uitbannen van grensoverschrijdende reclame te vergemakkelijken.

7. De Partijen die een verbod op bepaalde vormen van tabaksreclame, -promotie en -sponsoring kennen, hebben het soevereine recht om die vormen van grensoverschrijdende tabaksreclame, -promotie en -sponsoring te verbieden die hun grondgebied binnenkomen en in overeenstemming met hun nationaal recht dezelfde sancties op te leggen als die welke gelden voor nationale reclame, promotie en sponsoring die van hun grondgebied afkomstig is. In dit lid worden geen specifieke sancties ondersteund of goedgekeurd.

8. De Partijen overwegen de opstelling van een protocol waarin passende maatregelen worden neergelegd waarvoor internationale samenwerking vereist is voor een allesomvattend verbod op grensoverschrijdende reclame, promotie en sponsoring.

Artikel 14 Maatregelen ter vermindering van de vraag in verband met tabaksverslaving en stoppen

1. Elke Partij ontwikkelt en verspreidt, met inachtneming van de nationale omstandigheden en prioriteiten, passende, op wetenschappelijk bewijs en „goede voorbeelden" gebaseerde allesomvattende en geïntegreerde richtlijnen, en neemt doeltreffende maatregelen om het stoppen met tabaksgebruik en adequate behandeling voor tabaksverslaving te bevorderen.

2. Teneinde dit doel te bereiken streeft elke Partij ernaar:

  • a. doeltreffende programma's op te zetten en uit te voeren, gericht op de bevordering van het stoppen met tabaksgebruik bij onder meer onderwijsinstellingen, instellingen voor gezondheidszorg, op werkplekken en op plaatsen waar sport wordt beoefend;

  • b. de diagnose en behandeling van tabaksverslaving en hulp bij het stoppen met tabaksgebruik op te nemen in nationale programma's, plannen en strategieën voor de volksgezondheid en educatie, naar gelang van het geval, met de participatie van mensen die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, maatschappelijk werkers en sociaal werkers;

  • c. in de gezondheidszorg en in revalidatiecentra programma's in te stellen voor diagnose, advies, preventie en behandeling van tabaksverslaving; en

  • d. samen te werken met andere Partijen om de toegang tot en betaalbaarheid van de behandeling van tabaksverslaving, met inbegrip van farmaceutische producten ingevolge artikel 22, te faciliteren. Deze producten en hun ingrediënten kunnen in voorkomend geval geneesmiddelen, producten om geneesmiddelen toe te dienen en diagnoses omvatten.

DEEL IV:

MAATREGELEN TER VERMINDERING VAN HET AANBOD VAN TABAK

Artikel 15 Illegale handel in tabaksproducten

1. De Partijen erkennen dat de uitbanning van alle vormen van illegale handel in tabaksproducten, waaronder smokkel, illegale vervaardiging en imitatie, en de ontwikkeling en uitvoering van daarmee samenhangend nationaal recht, naast subregionale, regionale en mondiale overeenkomsten, essentiële onderdelen van het tabaksontmoedigingsbeleid zijn.

2. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen aan, en voert deze uit, om te waarborgen dat alle pakjes en sloffen met tabaksproducten en alle omverpakkingen van deze producten worden gemerkt om de Partijen te helpen bij de vaststelling van de oorsprong van de tabaksproducten en, in overeenstemming met het nationaal recht en de desbetreffende bilaterale en multilaterale overeenkomsten, andere Partijen te helpen bij het vaststellen van het punt waar de tabaksproducten worden verduisterd en de bewegingen van tabaksproducten en de juridische status ervan te volgen, te documenteren en te beheersen. Daarnaast is elke Partij gehouden:

  • a. te vereisen dat pakjes en sloffen met tabaksproducten voor de detailhandel en groothandel die op haar binnenlandse markt worden verkocht van de volgende mededeling zijn voorzien: „Verkoop uitsluitend toegestaan in (naam van het land of van de provinciale, regionale of federale bestuurlijke eenheid)" of zijn voorzien van een andere doeltreffende aanduiding waaruit de uiteindelijke bestemming blijkt of die de autoriteiten kan helpen vast te stellen of het product legaal te koop is op de binnenlandse markt; en

  • b. waar dienstig, de ontwikkeling van een praktisch toezicht- en opsporingssysteem te overwegen voor verdere beveiliging van het distributiesysteem en hulp bij het onderzoek naar illegale handel.

3. Elke Partij vereist dat de in het tweede lid van dit artikel bedoelde informatie en aanduidingen op de verpakkingen in een leesbare vorm worden weergegeven en/of in de belangrijkste taal of talen worden gesteld.

4. Met het oog op de uitbanning van de illegale handel in tabaksproducten is elke Partij gehouden:

  • a. gegevens te controleren en te verzamelen met betrekking tot de grensoverschrijdende handel in tabaksproducten, met inbegrip van illegale handel, en op passende wijze, in overeenstemming met het nationaal recht en de toepasselijke bilaterale of multilaterale overeenkomsten, informatie uit te wisselen tussen douane-, belasting- en andere autoriteiten;

  • b. wetgeving vast te stellen of aan te scherpen, met passende sancties en rechtsmiddelen, tegen de illegale handel in tabaksproducten, met inbegrip van nagemaakte en gesmokkelde sigaretten;

  • c. passende maatregelen te nemen om te waarborgen dat alle in beslag genomen productieapparatuur, nagemaakte en gesmokkelde sigaretten en andere tabaksproducten worden vernietigd, waar mogelijk met gebruikmaking van milieuvriendelijke methoden of, in overeenstemming met het nationaal recht, een andere bestemming krijgen;

  • d. maatregelen aan te nemen en uit te voeren voor het volgen, documenteren en beheersen van de opslag en distributie van tabaksproducten die binnen haar rechtsgebied worden bewaard of verplaatst onder vrijstelling van belasting of accijns; en

  • e. passende maatregelen te nemen om de inbeslagneming van de opbrengst van de illegale handel in tabaksproducten mogelijk te maken.

5. De ingevolge het vierde lid, onderdelen a en d, van dit artikel verzamelde informatie wordt, waar dienstig, in overeenstemming met artikel 21, door de Partijen in hun periodieke verslagen aan de Conferentie van de Partijen in samengevoegde vorm verstrekt.

6. De Partijen bevorderen, op passende wijze en in overeenstemming met het nationaal recht, de samenwerking tussen nationale instanties, alsmede regionale en internationale intergouvernementele organisaties op het terrein van onderzoek, vervolging en procedures, met het oog op de uitbanning van de illegale handel in tabaksproducten. Bijzondere nadruk wordt gelegd op samenwerking op regionaal en subregionaal niveau om de illegale handel in tabaksproducten te bestrijden.

7. Elke Partij streeft ernaar nadere maatregelen aan te nemen en uit te voeren, waaronder – waar dienstig – de instelling van een vergunningenstelsel om de vervaardiging en distributie van tabaksproducten te beheersen of te reguleren teneinde illegale handel te voorkomen.

Artikel 16 Verkoop aan en door minderjarigen

1. Elke Partij neemt op het aangewezen bestuurlijke niveau doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen aan, en voert deze uit, om de verkoop te verbieden van tabaksproducten aan personen jonger dan de in de binnenlandse of nationale wetgeving vastgestelde leeftijd of personen jonger dan achttien jaar. Deze maatregelen kunnen bestaan uit:

  • a. het vereisen dat alle verkopers van tabaksproducten een duidelijke en opvallende aanduiding binnen hun verkooppunt plaatsen met betrekking tot het verbod op de verkoop van tabak aan minderjarigen en, in geval van twijfel, het vereisen dat wordt verzocht dat elke koper van tabaksproducten een geschikt bewijs overlegt om aan te tonen dat hij of zij de daarvoor vereiste leeftijd heeft bereikt;

  • b. het verbieden van de verkoop van tabaksproducten op een wijze waardoor deze direct toegankelijk zijn, zoals op winkelschappen;

  • c. het verbieden van de productie en verkoop van zoetwaren, zoutjes, speelgoed en andere voorwerpen in de vorm van tabaksproducten die minderjarigen aanspreken; en

  • d. het bewerkstelligen dat tabaksautomaten binnen haar rechtsgebied niet toegankelijk zijn voor minderjarigen en dat deze automaten de verkoop van tabaksproducten aan minderjarigen niet bevorderen.

2. Elke Partij verbiedt of bevordert het verbieden van het uitreiken van gratis tabaksproducten aan het publiek, in het bijzonder aan minderjarigen.

3. Elke Partij streeft ernaar de verkoop van sigaretten per stuk of in kleine pakjes, waardoor deze producten voor minderjarigen beter betaalbaar worden, te verbieden.

4. De Partijen erkennen dat maatregelen ter voorkoming van de verkoop van tabaksproducten aan minderjarigen, onwille van het vergroten van de doeltreffendheid, waar dienstig moeten worden uitgevoerd in combinatie met andere in dit Verdrag vervatte bepalingen.

5. Bij de ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding tot het Verdrag of op enig tijdstip daarna, kan een Partij door middel van een bindende schriftelijke verklaring aangeven dat zij zich ertoe verbindt de introductie van tabaksautomaten binnen haar rechtsgebied te verbieden of, naar gelang van het geval, tabaksautomaten geheel te verbieden. De ingevolge dit artikel gedane verklaring wordt door de Depositaris verzonden aan alle Partijen bij het Verdrag.

6. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen aan, en voert deze uit, met inbegrip van sancties tegen verkopers en distributeurs, om te waarborgen dat de in het eerste tot en met het vijfde lid van dit artikel vervatte verplichtingen worden nagekomen.

7. Elke Partij neemt waar nodig doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen aan, en voert deze uit, om de verkoop van tabaksproducten door personen jonger dan de in de binnenlandse of nationale wetgeving vastgestelde leeftijd of achttien jaar te verbieden.

Artikel 17 Steunverlening aan economisch haalbare alternatieve activiteiten

De Partijen bevorderen, in samenwerking met elkaar en met bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties, naar gelang van het geval, economisch haalbare alternatieven voor werknemers in de tabaksindustrie, tabakstelers en, naar gelang van het geval, individuele verkopers.

DEEL V:

MILIEUBESCHERMING

Artikel 18 Bescherming van het milieu en van de volksgezondheid

De Partijen komen overeen dat zij bij de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van dit Verdrag op het terrein van de tabaksteelt en -vervaardiging binnen hun respectieve grondgebieden naar behoren rekening houden met de bescherming van het milieu en van de volksgezondheid.

DEEL VI:

KWESTIES MET BETREKKING TOT AANSPRAKELIJKHEID

Artikel 19 Aansprakelijkheid

1. Ten behoeve van het ontmoedigen van tabaksgebruik overwegen de Partijen wetgevende maatregelen te nemen of de handhaving van hun bestaande wetgeving te bevorderen en, waar nodig, uit te breiden om te voorzien in strafrechtelijke en civiele aansprakelijkheid, met inbegrip van schadevergoedingsregelingen.

2. De Partijen werken met elkaar samen bij de uitwisseling van informatie via de Conferentie van de Partijen in overeenstemming met artikel 21, met inbegrip van:

  • a. informatie over de gevolgen voor de gezondheid van de consumptie van tabaksproducten en blootstelling aan tabaksrook in overeenstemming met artikel 20, derde lid, onderdeel a; en

  • b. informatie over van kracht zijnde wet- en regelgeving alsmede relevante jurisprudentie.

3. De Partijen verlenen elkaar, waar dienstig en in onderlinge overeenstemming, binnen de grenzen van de nationale wetgeving, beleidslijnen, juridische praktijk en toepasselijke bestaande verdragen, bijstand bij gerechtelijke procedures inzake civiele en strafrechtelijke aansprakelijkheid, in overeenstemming met dit Verdrag.

4. Het Verdrag vormt geen beletsel voor of beperking van het recht op toegang van de Partijen tot elkaars rechter, wanneer een dergelijk recht bestaat.

5. De Conferentie van de Partijen kan, indien mogelijk, in een vroeg stadium, met inachtneming van de werkzaamheden die in relevante internationale fora worden verricht, kwesties met betrekking tot aansprakelijkheid beschouwen, met inbegrip van een passende internationale benadering van deze vraagstukken en, op verzoek, passende middelen ter ondersteuning van de Partijen bij hun wetgevende of andere activiteiten in overeenstemming met dit artikel.

DEEL VII:

WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE SAMENWERKING EN VERSTREKKING VAN INFORMATIE

Artikel 20 Onderzoek, toezicht en uitwisseling van informatie

1. De Partijen verplichten zich ertoe nationaal onderzoek te ontwikkelen en te bevorderen, en onderzoeksprogramma's op regionaal en internationaal niveau op het terrein van tabaksontmoediging te coördineren. Met het oog hierop is elke Partij gehouden:

  • a. rechtstreeks of door middel van bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties onderzoek en wetenschappelijke beoordelingen te initiëren en hierbij samen te werken, en onderzoek te bevorderen en aan te moedigen dat zich richt op de determinanten en gevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook alsmede onderzoek te doen naar alternatieve gewassen; en

  • b. met de steun van bevoegde internationale en regionale intergouvernementele en andere instanties, training en ondersteuning voor al degenen die bij tabaksontmoedigingsactiviteiten betrokken zijn, te bevorderen en versterken, met inbegrip van onderzoek, uitvoering en evaluatie.

2. De Partijen stellen, waar passend, programma's in voor nationaal, regionaal en mondiaal toezicht op de omvang, patronen, determinanten en gevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook. Met het oog hierop dienen de Partijen programma's voor tabakstoezicht op te nemen in nationale, regionale en mondiale programma's voor toezicht op de volksgezondheid, zodat de gegevens vergelijkbaar zijn en op regionaal en internationaal niveau, waar dienstig, kunnen worden geanalyseerd.

3. De Partijen erkennen het belang van financiële en technische bijstand door internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties. Elke Partij streeft ernaar:

  • a. geleidelijk een nationaal systeem in te stellen voor epidemiologisch toezicht op de tabaksconsumptie en daaraan gerelateerde sociale, economische en gezondheidsindicatoren;

  • b. met bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties, waaronder gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, samen te werken bij het regionaal en mondiaal tabakstoezicht en bij de uitwisseling van informatie over de in het derde lid, onderdeel a, van dit artikel bedoelde indicatoren; en

  • c. met de Wereldgezondheidsorganisatie samen te werken bij de ontwikkeling van algemene richtlijnen of procedures voor het verzamelen, analyseren en verspreiden van tabaksgerelateerde toezichtsgegevens.

4. Onverminderd het nationaal recht bevorderen en vergemakkelijken de Partijen de uitwisseling van publiekelijk beschikbare wetenschappelijke, technische, sociaal-economische, commerciële en juridische informatie, alsmede informatie met betrekking tot de praktijken van de tabaksindustrie en de teelt van tabak, die voor dit Verdrag relevant is, en houden hierbij rekening met de bijzondere behoeften van ontwikkelingslanden die Partij zijn en van Partijen met een overgangseconomie. Elke Partij streeft ernaar:

  • a. geleidelijk een actuele database van wet- en regelgeving inzake tabaksontmoediging samen te stellen en bij te houden en, waar dienstig, informatie met betrekking tot de handhaving ervan, alsmede relevante jurisprudentie, en samen te werken bij de ontwikkeling van programma's voor regionale en mondiale tabaksontmoediging;

  • b. geleidelijk actuele gegevens van nationale toezichtprogramma's in overeenstemming met het derde lid, onderdeel a, van dit artikel te verzamelen en bij te houden; en

  • c. met bevoegde internationale organisaties samen te werken om geleidelijk een mondiaal systeem op te zetten en in stand te houden om regelmatig informatie te verzamelen en te verspreiden met betrekking tot de tabaksproductie en -vervaardiging en de activiteiten van de tabaksindustrie die van invloed zijn op het Verdrag of op nationale activiteiten in het kader van tabaksontmoediging.

5. De Partijen dienen samen te werken in regionale en internationale intergouvernementele organisaties en in financiële en ontwikkelingsorganisaties, waarvan zij lid zijn, om het verschaffen van technische en financiële middelen ten behoeve van het Secretariaat te bevorderen en aan te moedigen, teneinde ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie te helpen hun verplichtingen inzake onderzoek, toezicht en uitwisseling van informatie na te komen.

Artikel 21 Verslaglegging en uitwisseling van informatie

1. Elke Partij dient bij de Conferentie van de Partijen, via het Secretariaat, periodieke verslagen in met betrekking tot de uitvoering van dit Verdrag, die het volgende moet omvatten:

  • a. informatie over wettelijke, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen die genomen zijn om het Verdrag uit te voeren;

  • b. informatie, indien van toepassing, over beperkingen of obstakels bij de uitvoering van het Verdrag en over de maatregelen die zijn genomen om deze obstakels te overwinnen;

  • c. informatie, indien van toepassing, over verleende of ontvangen financiële en technische bijstand ten behoeve van tabaksontmoedigingsactiviteiten;

  • d. informatie over toezicht en onderzoek als bedoeld in artikel 20; en

  • e. de in de artikel 6, derde lid, artikel 13, tweede, derde en vierde lid, onderdeel d, artikel 15, vijfde lid, en artikel 19, tweede lid, bedoelde informatie.

2. De frequentie en vorm van deze door alle Partijen in te dienen verslagen wordt door de Conferentie van de Partijen vastgesteld. Elke Partij dient haar eerste verslag in binnen twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag voor die Partij.

3. Overeenkomstig de artikelen 22 en 26 beschouwt de Conferentie van de Partijen regelingen om ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, op hun verzoek, te helpen bij de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van dit artikel.

4. De verslaglegging en uitwisseling van informatie uit hoofde van het Verdrag zijn onderworpen aan het nationaal recht met betrekking tot vertrouwelijkheid en privacy. De Partijen zorgen, op onderling overeengekomen wijze, voor de bescherming van vertrouwelijke informatie die wordt uitgewisseld.

Artikel 22 Samenwerking op wetenschappelijk, technisch en juridisch gebied en verschaffing van daaraan gerelateerde expertise

1. De Partijen werken rechtstreeks of via bevoegde internationale instanties samen ter versterking van hun capaciteit om de verplichtingen krachtens dit Verdrag na te komen, met inachtneming van de behoeften van ontwikkelingslanden die Partij zijn en van Partijen met een overgangseconomie. Deze samenwerking bevordert de overdracht van technische, wetenschappelijke en juridische expertise en technologie, op onderling overeengekomen wijze, ten dienste van de instelling en aanscherping van nationale strategieën, plannen en programma's voor tabaksontmoediging, die onder meer gericht zijn op:

  • a. de vergemakkelijking van de ontwikkeling, overdracht en verwerving van technologie, kennis, vaardigheden, capaciteit en expertise op het gebied van tabaksontmoediging;

  • b. de verschaffing van technische, wetenschappelijke, juridische en andere expertise voor de instelling en aanscherping van nationale strategieën, plannen en programma's voor tabaksontmoediging, gericht op de uitvoering van het Verdrag, onder meer door middel van:

    • i. hulp, op verzoek, bij de ontwikkeling van een sterke wettelijke basis alsmede van technische programma's, met inbegrip van programma's ter preventie van het initieel gebruik, de bevordering van stoppen met roken en de bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook;

    • ii. hulp, waar dienstig, aan werknemers in de tabaksindustrie bij de ontwikkeling van geschikte economisch en juridisch haalbare alternatieve middelen van bestaan op een economisch haalbare wijze; en

    • iii. hulp, waar dienstig, aan tabakstelers bij de overschakeling naar het telen van alternatieve gewassen, op een economisch haalbare wijze;

  • c. ondersteuning van relevante trainings- of sensibiliseringsprogramma's voor het daarvoor in aanmerking komende personeel, in overeenstemming met artikel 12;

  • d. verschaffing, waar dienstig, van de benodigde materialen, apparatuur en voorzieningen, alsmede logistieke ondersteuning, voor strategieën, plannen en programma's voor tabaksontmoediging;

  • e. het in kaart brengen van methoden voor tabaksontmoediging, met inbegrip van allesomvattende behandeling van nicotineverslaving; en

  • f. bevordering, waar dienstig, van onderzoek om de behandeling van nicotineverslaving beter betaalbaar te maken.

2. De Conferentie van de Partijen bevordert en vergemakkelijkt de overdracht van technische, wetenschappelijke en juridische expertise en technologie met de financiële ondersteuning die is gewaarborgd in overeenstemming met artikel 26.

DEEL VIII:

INSTITUTIONELE REGELINGEN EN FINANCIËLE MIDDELEN

Artikel 23 Conferentie van de Partijen

1. Hierbij wordt een Conferentie van de Partijen ingesteld. De eerste zitting van de Conferentie wordt uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag bijeengeroepen door de Wereldgezondheidsorganisatie. De Conferentie stelt tijdens haar eerste zitting het tijdstip en de plaats van de volgende reguliere zittingen vast.

2. Buitengewone zittingen van de Conferentie van de Partijen worden op ieder ander tijdstip gehouden, indien de Conferentie zulks noodzakelijk acht of op schriftelijk verzoek van een Partij, op voorwaarde dat dit verzoek binnen zes maanden nadat het door het Secretariaat van het Verdrag aan hen is medegedeeld, door ten minste een derde van de Partijen wordt gesteund.

3. De Conferentie van de Partijen neemt tijdens haar eerste zitting bij consensus haar Reglement van Orde aan.

4. De Conferentie van de Partijen neemt bij consensus financiële regels voor haarzelf aan alsmede voor de financiering van hulporganen die zij kan instellen, alsook financiële bepalingen voor het functioneren van het Secretariaat. Tijdens elke reguliere zitting neemt de Conferentie van de Partijen een begroting aan voor de financiële periode tot de volgende reguliere zitting.

5. De Conferentie van de Partijen toetst regelmatig de uitvoering van het Verdrag en neemt de noodzakelijke besluiten om de daadwerkelijke uitvoering ervan te bevorderen en kan, in overeenstemming met de artikelen 28, 29 en 33, protocollen en bijlagen bij en wijzigingen van dit Verdrag aannemen. Daartoe:

  • a. bevordert en vergemakkelijkt zij de uitwisseling van informatie ingevolge de artikelen 20 en 21;

  • b. bevordert en begeleidt zij de ontwikkeling en periodieke verfijning van vergelijkbare methoden voor onderzoek en het verzamelen van gegevens, in aanvulling op die waarin ingevolge artikel 20 wordt voorzien, die voor de uitvoering van het Verdrag relevant zijn;

  • c. bevordert zij, waar passend, de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van strategieën, plannen en programma's, alsmede beleid, wetgeving en andere maatregelen;

  • d. beschouwt zij verslagen die door de Partijen in overeenstemming met artikel 21 zijn ingediend en neemt zij periodieke verslagen aan inzake de uitvoering van het Verdrag;

  • e. bevordert en vergemakkelijkt zij de mobilisatie van financiële middelen voor de uitvoering van het Verdrag in overeenstemming met artikel 26;

  • f. stelt zij de hulporganen in, die nodig zijn om het doel van het Verdrag te bereiken;

  • g. verzoekt zij, waar passend, om diensten en medewerking van, alsmede om informatie verschaft door, bevoegde en relevante organisaties en instanties van het systeem van de Verenigde Naties en andere internationale en regionale intergouvernementele organisaties en niet-gouvernementele organisaties en instanties teneinde de uitvoering van het Verdrag kracht bij te zetten; en

  • h. overweegt zij, waar passend, andere maatregelen voor het bereiken van het doel van het Verdrag in het licht van de bij de uitvoering ervan opgedane ervaringen.

6. De Conferentie van de Partijen stelt criteria vast voor de deelname van waarnemers aan haar bijeenkomsten.

Artikel 24 Secretariaat

1. De Conferentie van de Partijen wijst een permanent secretariaat aan en treft regelingen voor het functioneren daarvan. De Conferentie van de Partijen streeft ernaar dit tijdens haar eerste zitting te doen.

2. Tot het tijdstip waarop een permanent secretariaat is aangewezen en ingesteld, worden de secretariaatstaken ingevolge dit Verdrag verzorgd door de Wereldgezondheidsorganisatie.

3. Het Secretariaat heeft tot taak:

  • a. zittingen van de Conferentie van de Partijen en de hulporganen te organiseren en de daarvoor benodigde diensten te verlenen;

  • b. de door hem ingevolge het Verdrag ontvangen verslagen door te sturen;

  • c. op verzoek de Partijen ondersteuning te verlenen, in het bijzonder ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, bij het verzamelen en verstrekken van de in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag vereiste informatie;

  • d. onder begeleiding van de Conferentie van de Partijen verslagen op te stellen met betrekking tot zijn activiteiten ingevolge het Verdrag, en deze aan de Conferentie van de Partijen voor te leggen;

  • e. onder begeleiding van de Conferentie van de Partijen zorg te dragen voor de benodigde coördinatie met de bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties;

  • f. onder begeleiding van de Conferentie van de Partijen, de administratieve of contractuele regelingen aan te gaan die nodig kunnen zijn voor het doelmatig verrichten van zijn taken; en

  • g. andere in het Verdrag en in de protocollen daarbij vermelde secretariaatstaken te verrichten, alsmede andere eventueel door de Conferentie van de Partijen vast te stellen taken.

Artikel 25 Verhouding tussen de Conferentie van de Partijen en intergouvernementele organisaties

Teneinde de technische en financiële medewerking te kunnen verlenen voor het bereiken van het doel van dit Verdrag, kan de Conferentie van de Partijen verzoeken om de medewerking van bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties, met inbegrip van financiële en ontwikkelingorganisaties.

Artikel 26 Financiële middelen

1. De Partijen erkennen de belangrijke rol van financiële middelen bij het bereiken van het doel van dit Verdrag.

2. Elke Partij voorziet, in overeenstemming met haar nationale plannen, prioriteiten en programma's, in financiële ondersteuning ten behoeve van haar nationale activiteiten gericht op het bereiken van het doel van het Verdrag.

3. De Partijen bevorderen, waar dienstig, het gebruik van bilaterale, regionale, subregionale en andere multilaterale kanalen om te voorzien in de financiering van de ontwikkeling en versterking van multisectorale allesomvattende programma's voor tabaksontmoediging van ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie. Dienovereenkomstig moet, in het kader van nationaal ontwikkelde strategieën voor duurzame ontwikkeling, worden omgezien naar economisch haalbare alternatieven voor de tabaksproductie, met inbegrip van diversificatie van gewassen, en moeten deze worden ondersteund.

4. Partijen die vertegenwoordigd zijn in relevante regionale en internationale intergouvernementele organisaties, en financiële en ontwikkelingsorganisaties, moedigen deze organisaties aan financiële hulp te bieden aan Partijen die een ontwikkelingsland zijn en aan Partijen met een overgangseconomie, om hen te helpen bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag, zonder beperking van de rechten tot participatie binnen deze organisaties.

5. De Partijen komen overeen:

  • a. teneinde de Partijen bij te staan bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag, alle relevante potentiële en bestaande financiële, technische en andere – publieke en private – middelen die beschikbaar zijn voor tabaksontmoedigingsactiviteiten te mobiliseren en aan te wenden ten behoeve van alle Partijen, in het bijzonder ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie;

  • b. op verzoek adviseert het Secretariaat ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie met betrekking tot beschikbare financieringsbronnen om het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag te vergemakkelijken;

  • c. tijdens haar eerste zitting beoordeelt de Conferentie van de Partijen bestaande en potentiële bronnen en mechanismen van bijstand op grond van een studie die door het Secretariaat wordt uitgevoerd alsmede andere relevante informatie, en overweegt de geschiktheid daarvan; en

  • d. de Conferentie van de Partijen houdt rekening met de uitkomst van deze beoordeling bij het vaststellen van de noodzaak om bestaande mechanismen te versterken of een vrijwillig mondiaal fonds of andere geschikte financiële mechanismen in te stellen om naar behoefte aanvullende financiële middelen beschikbaar te stellen aan ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, teneinde deze bij te staan bij het bereiken van de doelen van het Verdrag.

DEEL IX:

REGELING VAN GESCHILLEN

Artikel 27 Regeling van geschillen

1. Ingeval tussen twee of meerdere Partijen een geschil ontstaat met betrekking tot de interpretatie of toepassing van dit Verdrag, trachten de betrokken Partijen langs diplomatieke weg tot een regeling van het geschil te komen door middel van onderhandeling of andere vreedzame middelen van hun eigen keuze, met inbegrip van goede diensten, bemiddeling of verzoening. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt door middel van goede diensten, bemiddeling of verzoening, worden de partijen bij het geschil niet ontheven van de verplichting te blijven zoeken naar een oplossing voor het geschil.

2. Bij de bekrachtiging, aanvaarding, formele bevestiging van of toetreding tot het Verdrag, of op enig tijdstip daarna, kan een staat of regionale organisatie voor economische integratie schriftelijk aan de Depositaris verklaren voor een geschil dat niet in overeenstemming met het eerste lid van dit artikel wordt opgelost, bindende ad hoc arbitrage te aanvaarden, in overeenstemming met daartoe bij consensus door de Conferentie van de Partijen aan te nemen procedures.

3. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing ten aanzien van elk protocol tussen de partijen bij het protocol, tenzij daarin anders wordt bepaald.

DEEL X:

ONTWIKKELING VAN HET VERDRAG

Artikel 28 Wijzigingen van dit Verdrag

1. Elke Partij kan wijzigingen van dit Verdrag voorstellen. Deze voorstellen worden door de Conferentie van de Partijen beschouwd.

2. Wijzigingen van het Verdrag worden aangenomen door de Conferentie van de Partijen. De tekst van een voorgestelde wijziging van het Verdrag wordt door het Secretariaat aan de Partijen toegezonden, zulks ten minste zes maanden vóór de zitting waarop deze ter aanneming wordt voorgesteld. Het Secretariaat zendt voorgestelde wijzigingen tevens door aan de ondertekenaars van het Verdrag en, ter kennisgeving, aan de Depositaris.

3. De Partijen stellen alles in het werk om over elke voorgestelde wijziging van het Verdrag consensus te bereiken. Indien alle pogingen om tot consensus te komen uitgeput zijn en er geen overeenstemming is bereikt, wordt de wijziging in laatste instantie aangenomen met een meerderheid van drie vierde van de aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen verstaan, Partijen die aanwezig zijn en een voor- of tegenstem uitbrengen. Aangenomen wijzigingen worden door het Secretariaat toegezonden aan de Depositaris, die deze ter aanvaarding toezendt aan alle Partijen.

4. Akten van aanvaarding betreffende een wijziging worden nedergelegd bij de Depositaris. Een in overeenstemming met het derde lid van dit artikel aangenomen wijziging treedt voor de Partijen die deze hebben aanvaard in werking negentig dagen na de datum van ontvangst door de Depositaris van een akte van aanvaarding van ten minste twee derde van de Partijen bij het Verdrag.

5. Een wijziging treedt ten aanzien van elke andere Partij in werking negentig dagen na de datum waarop die Partij haar akte van aanvaarding betreffende de bedoelde wijziging heeft nedergelegd bij de Depositaris.

Artikel 29 Aanneming en wijziging van bijlagen bij dit Verdrag

1. Bijlagen bij dit Verdrag en de wijzigingen daarvan worden voorgesteld, aangenomen en van kracht in overeenstemming met de in artikel 28 uiteengezette procedure.

2. De bijlagen bij het Verdrag maken een integrerend deel uit van het Verdrag en een verwijzing naar het Verdrag vormt tegelijkertijd een verwijzing naar de bijlagen daarbij, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.

3. Bijlagen worden beperkt tot lijsten, formulieren en andere beschrijvingen die betrekking hebben op procedurele, wetenschappelijke, technische of administratieve aangelegenheden.

DEEL XI:

SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Voorbehouden

Ten aanzien van dit Verdrag kan geen enkel voorbehoud worden gemaakt.

Artikel 31 Opzegging

1. Twee jaar na de datum waarop dit Verdrag voor een Partij in werking is getreden, kan die Partij het te allen tijde opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Depositaris.

2. De opzegging wordt van kracht na het verstrijken van een termijn van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop de Depositaris de kennisgeving van opzegging heeft ontvangen, of op een latere in bedoelde kennisgeving vermelde datum.

3. Een Partij die het Verdrag heeft opgezegd, wordt geacht ook elk protocol waarbij zij Partij is te hebben opgezegd.

Artikel 32 Stemrecht

1. Elke Partij bij dit Verdrag heeft één stem, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.

2. Regionale organisaties voor economische integratie beschikken ter zake van binnen hun bevoegdheid vallende aangelegenheden over een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal van hun lidstaten die Partij bij het Verdrag zijn. Bedoelde organisaties oefenen hun stemrecht niet uit indien een van hun lidstaten zijn stemrecht uitoefent, en omgekeerd.

Artikel 33 Protocollen

1. Elke Partij kan protocollen voorstellen. Zulke voorstellen worden door de Conferentie van de Partijen beschouwd.

2. De Conferentie van de Partijen kan protocollen bij dit Verdrag aannemen. Bij de aanneming van protocollen wordt alles in het werk gesteld om consensus te bereiken. Indien alle pogingen om tot consensus te komen zijn uitgeput en er geen overeenstemming is bereikt, wordt het protocol in laatste instantie aangenomen met een meerderheid van drie vierde van de aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen verstaan, Partijen die aanwezig zijn en een voor- of tegenstem uitbrengen.

3. De tekst van een voorgesteld protocol wordt ten minste zes maanden voor de zitting waarop deze ter aanneming wordt voorgelegd, door het Secretariaat aan de Partijen toegezonden.

4. Uitsluitend Partijen bij het Verdrag kunnen partij bij een protocol worden.

5. Protocollen bij het Verdrag zijn uitsluitend bindend voor de partijen bij het desbetreffende protocol. Alleen Partijen bij een protocol mogen beslissingen nemen met betrekking tot zaken die uitsluitend op het desbetreffende protocol betrekking hebben.

6. De vereisten voor de inwerkingtreding van een protocol worden in het protocol zelf vastgelegd.

Artikel 34 Ondertekening

Dit Verdrag staat van 16 juni 2003 tot en met 22 juni 2003 op het Hoofdkwartier van de Wereldgezondheidsorganisatie te Genève open voor ondertekening door alle leden van de Wereldgezondheidsorganisatie en door alle Staten die geen lid van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn, maar wel lid van de Verenigde Naties zijn, en door regionale organisaties voor economische integratie, en daarna van 30 juni 2003 tot en met 29 juni 2004 op het Hoofdkwartier van de Verenigde Naties te New York.

Artikel 35 Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, formele bevestiging of toetreding

1. Dit Verdrag behoeft bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding door Staten en formele bevestiging of toetreding door regionale organisaties voor economische integratie. Het Verdrag staat open voor toetreding vanaf de dag na de datum waarop dit Verdrag niet langer kan worden ondertekend. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, formele bevestiging of toetreding worden nedergelegd bij de Depositaris.

2. Een regionale organisatie voor economische integratie die Partij wordt bij het Verdrag zonder dat één van haar lidstaten Partij is, is gebonden aan alle verplichtingen uit hoofde van het Verdrag. Wanneer één of meer lidstaten van een dergelijke organisatie Partij is of zijn bij het Verdrag, besluiten de organisatie en haar lidstaten over hun respectieve verantwoordelijkheden met betrekking tot de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag. In dergelijke gevallen zijn de organisatie en de lidstaten niet gerechtigd de uit het Verdrag voortvloeiende rechten gelijktijdig uit te oefenen.

3. Regionale organisaties voor economische integratie verklaren, in hun akte met betrekking tot formele bevestiging of in hun akte van toetreding, de reikwijdte van hun bevoegdheid ten aanzien van de in dit Verdrag geregelde aangelegenheden. Deze organisaties doen tevens kennisgeving aan de Depositaris, die op zijn beurt de Partijen in kennis stelt, van belangrijke wijzigingen betreffende de omvang van hun bevoegdheid.

Artikel 36 Inwerkingtreding

1. Dit Verdrag treedt in werking negentig dagen na de datum van de nederlegging van de veertigste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, formele bevestiging of toetreding bij de Depositaris.

2. Voor elke Staat die het Verdrag bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, dan wel hiertoe toetreedt, nadat aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorwaarden voor inwerkingtreding is voldaan, treedt het Verdrag in werking negentig dagen na de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

3. Voor elke regionale organisatie voor economische integratie die een akte van formele bevestiging of een akte van toetreding nederlegt, nadat aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorwaarden voor inwerkingtreding is voldaan, treedt het Verdrag in werking negentig dagen na de datum van nederlegging van de akte van formele bevestiging of van toetreding.

4. Voor de toepassing van dit artikel wordt een door een regionale organisatie voor economische integratie nedergelegde akte niet meegeteld naast de door haar lidstaten nedergelegde akten.

Artikel 37 Depositaris

De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is de Depositaris van dit Verdrag, wijzigingen daarvan en van in overeenstemming met de artikelen 28, 29 en 33 aangenomen protocollen en bijlagen.

Artikel 38 Authentieke teksten

Het origineel van dit Verdrag, waarvan de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Genève, de eenentwintigste mei tweeduizenddrie.


D. PARLEMENT

Zie Trb. 2003, 127.

E. PARTIJGEGEVENS

Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, toetreding of formele bevestiging zijn voorzien in artikel 35, eerste lid. ((tabel;sdu;1.99m;99m;7;;;;1))((setbrul;sidbox;.3q))((setwid;-2;13m)) ((wrt))((rowlijn))((chgstyle;both;vstyle;top))((chgstyle;row;fpat;30))((chgstyle;col;in;1m))Partij((Tc))Ondertekening((Tc))Ratificatie((Tc))Type((sup))1((reset))((Tc))In- werking((Tc))Opzegging((Tc))Buiten- werking ((wrt))((rowlijn))Afghanistan((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Albanië((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Algerije((Tc))20-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Angola((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Antigua en Barbuda((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Argentinië((Tc))25-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Australië((Tc))05-12-03((Tc))27-10-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Bahama's((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Bangladesh((Tc))16-06-03((Tc))14-06-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Barbados((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Belarus((Tc))17-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))België((Tc))22-01-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Belize((Tc))26-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Benin((Tc))18-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Bhutan((Tc))09-12-03((Tc))23-08-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Bolivia((Tc))27-02-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Botswana((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Brazilië((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Brunei((Tc))03-06-04((Tc))03-06-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Bulgarije((Tc))22-12-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Burkina Faso((Tc))22-12-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Burundi((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Cambodja((Tc))25-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Canada((Tc))15-07-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Centraal Afrikaanse Republiek((Tc))29-12-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Chili((Tc))25-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))China((Tc))10-11-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Comoren, de((Tc))27-02-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Congo, Democratische Republiek((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Congo, Republiek((Tc))23-03-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Cook-eilanden((Tc))14-05-04((Tc))14-05-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Costa Rica((Tc))03-07-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Cuba((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Cyprus((Tc))24-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Denemarken((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Djibouti((Tc))13-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Dominica((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Duitsland((Tc))24-10-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Ecuador((Tc))22-03-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))EG (Europese Gemeenschap)((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Egypte((Tc))17-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))El Salvador((Tc))18-03-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Estland((Tc))08-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Ethiopië((Tc))25-02-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Fiji-eilanden((Tc))03-10-03((Tc))03-10-03((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Filippijnen, de((Tc))23-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Finland((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Frankrijk((Tc))16-06-03((Tc))19-10-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Gabon((Tc))22-08-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Gambia((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Georgië((Tc))20-02-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Ghana((Tc))20-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Grenada((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Griekenland((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Guatemala((Tc))25-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Guinee((Tc))01-04-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Haïti((Tc))23-07-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Honduras((Tc))18-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Hongarije((Tc))16-06-03((Tc))07-04-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Ierland((Tc))16-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))IJsland((Tc))16-06-03((Tc))14-06-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))India((Tc))10-09-03((Tc))05-02-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Irak((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Iran((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Israël((Tc))20-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Italië((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Ivoorkust((Tc))24-07-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Jamaica((Tc))24-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Japan((Tc))09-03-04((Tc))08-06-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Jemen((Tc))20-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Jordanië((Tc))28-05-04((Tc))19-08-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kaapverdië((Tc))17-02-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kameroen((Tc))13-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kazachstan((Tc))21-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kenia((Tc))25-06-04((Tc))25-06-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kiribati((Tc))27-04-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Koeweit((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kroatië((Tc))02-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Kyrgyzstan((Tc))18-02-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Laos((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Lesotho((Tc))23-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Letland((Tc))10-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Libanon((Tc))04-03-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Liberia((Tc))25-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Libië((Tc))18-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Litouwen((Tc))22-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Luxemburg((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Madagascar((Tc))24-09-03((Tc))22-09-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Maldiven, de((Tc))17-05-04((Tc))20-05-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Maleisië((Tc))23-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Mali((Tc))23-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Malta((Tc))16-06-03((Tc))24-09-03((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Marokko((Tc))16-04-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Marshall-eilanden, de((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Mauritanië((Tc))24-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Mauritius((Tc))17-06-03((Tc))17-05-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Mexico((Tc))12-08-03((Tc))28-05-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Micronesia((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Moldavië((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Mongolië((Tc))16-06-03((Tc))27-01-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Mozambique((Tc))18-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Myanmar((Tc))23-10-03((Tc))21-04-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Namibië((Tc))29-01-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Nauru((Tc))((Tc))29-06-04((Tc))T((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))((bold))Nederlanden, het Koninkrijk der((med))((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Nepal((Tc))03-12-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Nicaragua((Tc))07-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Nieuw-Zeeland((Tc))16-06-03((Tc))27-01-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Niger((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Nigeria((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Niue((Tc))18-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Noord-Korea((Tc))17-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Noorwegen((Tc))16-06-03((Tc))16-06-03((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Oekraïne((Tc))25-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Oost-Timor((Tc))25-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Oostenrijk((Tc))28-08-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Pakistan((Tc))18-05-04((Tc))03-11-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Palau((Tc))16-06-03((Tc))12-02-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Panama((Tc))26-09-03((Tc))16-08-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Papua-Nieuw Guinea((Tc))22-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Paraguay((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Peru((Tc))21-04-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Polen((Tc))14-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Portugal((Tc))09-01-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Qatar((Tc))17-06-03((Tc))23-07-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Roemenië((Tc))25-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Rwanda((Tc))02-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Salomonseilanden((Tc))18-06-04((Tc))10-08-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Samoa((Tc))25-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))San Marino((Tc))26-09-03((Tc))07-07-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Sao Tomé en Principe((Tc))18-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Saudi-Arabië((Tc))24-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Senegal((Tc))19-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Servië en Montenegro((Tc))28-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Seychellen, de((Tc))11-09-03((Tc))12-11-03((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Singapore((Tc))29-12-03((Tc))14-05-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Sint Kitts en Nevis((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Sint Lucia((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Sint Vincent en de Grenadines((Tc))14-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Slovenië((Tc))25-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Slowakije((Tc))19-12-03((Tc))04-05-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Soedan((Tc))10-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Spanje((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Sri Lanka((Tc))23-09-03((Tc))11-11-03((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Suriname((Tc))24-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Swaziland((Tc))29-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Syrië((Tc))11-07-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Tanzania((Tc))27-01-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Thailand((Tc))20-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Togo((Tc))12-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Tonga((Tc))25-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Trinidad en Tobago((Tc))27-08-03((Tc))19-08-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Tsjaad((Tc))22-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Tsjechië((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Tunesië((Tc))22-08-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Turkije((Tc))28-04-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Tuvalu((Tc))10-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Uganda((Tc))05-03-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Uruguay((Tc))19-06-03((Tc))09-09-04((Tc))R((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Vanuatu((Tc))22-04-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Venezuela((Tc))22-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Verenigd Koninkrijk, het((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Verenigde Arabische Emiraten, de((Tc))24-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Verenigde Staten van Amerika, de((Tc))10-05-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Vietnam((Tc))03-09-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Zuid-Afrika((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Zuid-Korea((Tc))21-07-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Zweden((Tc))16-06-03((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((wrt))((rowlijn))Zwitserland((Tc))25-06-04((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((Tc))((endtab))

1) DO=Definitieve ondertekening, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid

Verklaringen, voorbehouden en bezwaren

België, 22 januari 2004 (vertaling)

This signature also engages the French community, Flemish community and Germanspeaking community, the Waloon region, the Flemish region and the Brussels-capital region.

EG (Europese Gemeenschap), 16 juni 2003

The Community and its Member States declare that a Member State of the European Community whose national constitution or constitutional principles do not permit the introduction of a comprehensive ban on all tobacco advertising, promotion and sponsorship may make use of the provision enshrined in Article 13(3) of the Framework Convention on Tobacco Control to accommodate regulations so as to respect national constitutional constraints.

Guatemala, 25 september 2003 (vertaling)

The Republic of Guatemala declares that it interprets, in the context of Article 21 1(e) and (4) of the Convention, that the implementation of Article 13 4(d) of the Convention, concerning disclosure to relevant governmental authorities of expenditures by the tobacco industry on advertising, promotion and sponsorship not yet prohibited, will be subject to national law regarding confidentiality and privacy.

Nieuw-Zeeland, 27 januari 2004

... consistent with the constitutional status of Tokelau and taking into account the commitment of the Government of New Zealand to the development of self-government for Tokelau through an act of selfdetermination under the Charter of the United Nations, this ratification shall not extend with the Depositary on the basis of appropriate consultation with that territory.

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 2003, 127.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 2003, 127. ((tabel;sdu;1.99m;99m;3;;;0))((setwid;1;20m))((setwid;2;3m))((xcontrow)) ((Tr))((chgstyle;both;vstyle;top))Titel((Tc)):((Tc))((chgstyle;both;jstyle;ls))Handvest van de Verenigde Naties;((qa)) San Francisco, 26 juni 1945 ((Tr))Laatste ((trb))((Tc)):((Tc))((trb))2004, 240((endtab))

Uitgegeven de achtste november 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

Waar dienstig verwijst nationale tevens naar regionale organisaties voor economische integratie.

Naar boven