A. TITEL

Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, met bijlagen;

Stockholm, 22 mei 2001

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Verdrag zijn geplaatst in Trb. 2001, 132. Zie voor ondertekeningen ook Trb. 2001, 171.

Het Verdrag is voorts nog ondertekend voor de volgende staten:

Albanië 5 december 2001
Bahama's 20 maart 2002
Bahrein 22 mei 2002
Belize14 mei 2002
Brunei21 mei 2002
Burundi 2 april 2002
Centraal Afrikaanse Republiek 9 mei 2002
Congo, de Republiek 4 december 2001
Costa Rica16 april 2002
Djibouti 15 november 2001
Egypte 17 mei 2002
Ethiopië17 mei 2002
Gabon21 mei 2002
Guatemala29 januari 2002
Guinee-Bissau24 april 2002
Honduras17 mei 2002
India14 mei 2002
Jemen 5 december 2001
Jordanië18 januari 2002
Kiribati 4 april 2002
Kyrgyzstan16 mei 2002
Laos 5 maart 2002
Lesotho23 januari 2002
Litouwen17 mei 2002
Malawi22 mei 2002
Maleisië16 mei 2002
Mongolië17 mei 2002
Nauru 9 mei 2002
Nepal 5 april 2002
Niue12 maart 2002
Oman 4 maart 2002
Pakistan 6 december 2001
Palau28 maart 2002
de Russische Federatie22 mei 2002
Sao Tomé en Principe 3 april 2002
Saudi-Arabië14 maart 2002
Servië en Montenegro 2 mei 2002
de Seychellen 25 maart 2002
Suriname22 mei 2002
Syrië15 februari 2002
Tadzjikistan21 mei 2002
Thailand22 mei 2002
Tonga21 mei 2002
Tsjaad 16 mei 2002
Vanuatu 21 mei 2002
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland 11 december 2001

C. VERTALING

Zie Trb. 2001, 171.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 9 november 2001 (Kamerstukken 2001/2002, 28 111 (R 1706), nr. 1) is het Verdrag in overeenstemming met artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan de Staten van Aruba.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer J. P. PRONK en de Minister van Buitenlandse Zaken J. J. VAN AARTSEN.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is verleend op 27 december 2001.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 2001, 1321 en 171.

Behalve de aldaar genoemde staten hebben nog de volgende staten in overeenstemming met artikel 25, eerste lid van het Verdrag, een akte van bekrachtiging nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Antigua en Barbuda 10 september 2003
Armenië 26 november 2003
Benin 5 januari 2004
Bolivia 3 juni 2003
Denemarken217 december 2003
Djibouti 11 maart 2004
Duitsland 25 april 2002
Egypte 2 mei 2003
Ethiopië 9 januari 2003
de Filippijnen 27 februari 2004
Finland 3 september 2002
Frankrijk 17 februari 2004
Ghana 30 mei 2003
IJsland 29 mei 2002
Ivoorkust 20 januari 2004
Jemen 9 januari 2004
Lesotho 23 januari 2002
Libanon 3 januari 2003
Luxemburg 7 februari 2003
Mali 5 september 2003
Mexico 10 februari 2003
Moldavië3 7 april 2004
Mongolië 30 april 2004
Nauru 9 mei 2002
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) 28 januari 2002
Noorwegen11 juli 2002
Oostenrijk427 augustus 2002
Panama 5 maart 2003
Papua-Nieuw Guinea 7 oktober 2003
Paraguay 1 april 2004
Samoa 4 februari 2002
Senegal 8 oktober 2003
Slovenië5 4 mei 2004
Slowakije6 5 augustus 2002
Tanzania30 april 2004
Tsjaad 10 maart 2004
Tsjechië 6 augustus 2002
Uruguay 9 februari 2004
de Verenigde Arabische Emiraten 11 juli 2002
Vietnam 22 juli 2002
Zuid-Afrika 4 september 2002
Zweden 8 mei 2002
Zwitserland 30 juli 2003

F. TOETREDING

De volgende staten hebben in overeenstemming met artikel 25, eerste lid, van het Verdrag een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Azerbeidzjan 13 januari 2004
Belarus 3 februari 2004
Botswana128 oktober 2002
Dominica 8 augustus 2003
Japan30 augustus 2002
Liberia23 mei 2002
de Marshall-eilanden27 januari 2003
Myanmar19 april 2004
Noord-Korea26 augustus 2002
Rwanda 5 juni 2002
Sierra Leone26 september 2003
Sint Lucia 4 oktober 2002
Trinidad en Tobago13 december 2002
Tuvalu 19 januari 2004

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 26, eerste lid, op 17 mei 2004 in werking getreden.

Het Verdrag is ingevolge dezelfde bepaling voor het Koninkrijk der Nederlanden op 17 mei 2004 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Verdrag alleen voor Nederland.

Voor elke Staat of regionale organisatie voor economische integratie die na 17 februari 2004 dit Verdrag bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, dan wel hiertoe toetreedt, treedt het Verdrag ingevolge artikel 26, tweede lid, in werking negentig dagen na de datum van nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding door die Staat of organisatie.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2001, 132.

Titel:Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 2001, 179
   
Titel:Statuut van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie; New York, 26 oktober 1956
Tekst:Trb. 1957, 50
Laatste Trb. :Trb. 2001, 135
   
Titel:Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan; Bazel, 22 maart 1989
Laatste Trb. :Trb. 2003, 168
   
Titel:Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel; Rotterdam, 10 september 1998
Laatste Trb. :Trb. 2004, 9

Uitgegeven de eenentwintigste juni 2004

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

Canada heeft het Verdrag bekrachtigid onder de volgende verklaring:

``Pursuant to Article 25, paragraph 4, of the Stockholm Convention on Persistent Organic Pollutants, Canada hereby declares that any amendment to Annex A, B or C shall enter into force for Canada only upon the deposit by Canada of its instrument of ratification, acceptance or approval with respect thereto".

XNoot
2

Onder uitsluiting van toepasselijkheid op de Faröereilanden en Groenland.

XNoot
3

Onder de volgende verklaring:

In accordance with article 18, paragraph 2 of the Convention, the Republic of Moldova accepts both of the maens of dispute settlement mentioned in this paragraph as compulsory in relation to any part that accepts the same obligation. Pursuant to article 25, paragraph 4, of the Convention, any amendment tot Annex A, B or C shall enter into force for the Republic of Moldova only upon the deposit of its instrument of ratification, acceptance or approval with respect thereto."

XNoot
4

Onder de volgende verklaring:

``The Republic of Austria declares in accordance with Article 18 paragraph 2 of the Convention that it accepts both of the means of dispute settlement mentioned in paragraph 2 as compulsory in relation to any party accepting an obligation concerning one or both of these means of dispute settlement."

XNoot
5

Onder de volgende verklaring:

``In accordance with article 25, paragraph 4 of the Convention, the Republic of Slovenia herewith declares, that any amendment to Annex A, B, or C shall enter into force only upon the deposit of its instrument of ratification with respect thereto."

XNoot
6

Onder de volgende verklaring:

``Pursuant to article 25, paragraph 4, of the Stockholm Convention on Persistent Organic Pollutants, the Slovak Republic hereby declares that any amendment to Annex A, B or C shall enter into force for the Slovak Republic only upon the deposit by the Slovak Republic of its instrument of ratification, acceptance, approval or accession with respect thereto."

XNoot
1

Onder de volgende verklaring:

``... The Republic of Botswana declares pursuant to article 25 (4) that, with respect to it, any amendment to Annex A, B or C shall enter into force for it only after it has deposited an instrument of ratification, acceptance, approval or accession with respect to such amendment."

Naar boven