A. TITEL

Verdrag betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen (Verdrag Nr. 154 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zevenenzestigste zitting);

Genève, 19 juni 1981

B. TEKST

De tekst van het Verdrag is geplaatst in Trb. 1981, 242.

C. VERTALING

Zie Trb. 1982, 99.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1994, 34.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1994, 34.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag hun bekrachtiging doen registreren door de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève:

Hongarije 4 januari 1994
Oekraïne16 mei 1994
Letland25 juli 1994
Litouwen26 september 1994
San Marino 1 februari 1995

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1994, 34.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1981, 242, Trb. 1982, 99 en Trb. 1994, 34.

Voor het op 28 juni 1919 te Versailles tot stand gekomen Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 140.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook Trb. 1994, 277.

Voor het op 1 juli 1949 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (Arbeidsverdrag Nr. 98) zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 178.

Voor het op 23 juni 1971 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de bescherming van de vertegenwoordigers van de werknemers in de onderneming en de hun te verlenen faciliteiten (Arbeidsverdrag Nr. 135) zie ook Trb. 1997, 200.

Voor het op 27 juni 1978 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de bescherming van het vakverenigingsrecht en procedures voor het vaststellen van arbeidsvoorwaarden in de openbare dienst (Arbeidsverdrag Nr. 151) zie ook Trb. 1997, 208.

Uitgegeven de vierde juli 1997

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven