A. TITEL

Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, met Protocollen;

Genève, 10 oktober 1980

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van Verdrag en Protocollen zijn geplaatst in Trb. 1981, 154; zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 105.

C. VERTALING

Zie Trb. 1982, 52.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1987, 105.

E. BEKRACHTIGING

Zie Trb. 1982, 52 en Trb. 1987, 105.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, tweede lid, van het Verdrag een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het Verdragbij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:

Frankrijk 4 maart 1988
Liechtenstein16 augustus 1989
Griekenland28 januari 1992
Duitsland25 november 1992
Nieuw-Zeeland18 oktober 1993
Spanje29 december 1993
Canada124 juni 1994
Italië20 januari 1995
België7 februari 1995
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland213 februari 1995
Ierland13 maart 1995
de Verenigde Staten van Amerika324 maart 1995
Roemenië26 juli 1995
Argentinië42 oktober 1995
Togo4 december 1995

Behalve de in Trb. 1982, 52 en Trb. 1987, 1051 genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van het Verdrag een verklaring van instemming te zijn gebonden door het aan het Verdrag gehechte Protocol inzake niet-waarneembare deeltjes (Protocol I) afgelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Frankrijk 4 maart 1988
Liechtenstein16 augustus 1989
Griekenland28 januari 1992
Duitsland25 november 1992
Nieuw-Zeeland18 oktober 1993
Spanje29 december 1993
Canada224 juni 1994
Italië20 januari 1995
België 7 februari 1995
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland313 februari 1995
Ierland13 maart 1995
de Verenigde Staten van Amerika424 maart 1995
Roemenië26 juli 1995
Argentinië2 oktober 1995
Togo4 december 1995

Behalve de in Trb. 1982, 52 en Trb. 1987, 105 genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van het Verdrag een verklaring van instemming te zijn gebonden door het aan het Verdrag gehechte Protocol inzake het verbod of de beperking van het gebruik van mijnen, valstrikmijnen en andere mechanismen(Protocol II) afgelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Frankrijk 4 maart 1988
Liechtenstein16 augustus 1989
Griekenland28 januari 1992
Duitsland25 november 1992
Nieuw-Zeeland18 oktober 1993
Spanje29 december 1993
Canada124 juni 1994
Italië20 januari 1995
België 7 februari 1995
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland213 februari 1995
Ierland13 maart 1995
de Verenigde Staten van Amerika324 maart 1995
Roemenië26 juli 1995
Argentinië 2 oktober 1995
Togo4 december 1995

Behalve de in Trb. 1982, 52 en Trb. 1987, 105 genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van het Verdrag een verklaring van instemming te zijn gebonden door het aan het Verdrag gehechte Protocol inzake het verbod of de beperking van het gebruik van brandwapens (Protocol III) afgelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Liechtenstein16 augustus 1989
Griekenland28 januari 1992
Duitsland25 november 1992
Nieuw-Zeeland18 oktober 1993
Spanje29 december 1993
Canada124 juni 1994
Italië20 januari 1995
België7 februari 1995
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland213 februari 1995
Ierland13 maart 1995
Roemenië26 juli 1995
Argentinië 2 oktober 1995
Togo4 december 1995

F. TOETREDING

Zie Trb. 1987, 105.

Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, tweede lid, van het Verdrag een akte van toetreding tot het Verdrag bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nedergelegd:

Cyprus112 december 1988
Benin27 maart 1989
Niger10 november 1992
Letland 4 januari 1993
Uruguay 6 oktober 1994
Israël222 maart 1995
Malta26 juni 1995
Zuid-Afrika13 september 1995
Brazilië 3 oktober 1995
Jordanië19 oktober 1995
Uganda14 november 1995

Behalve de in Trb. 1987, 105 genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van het Verdrag een ver-klaring van instemming te zijn gebonden door het aan het Verdrag gehechte Protocol inzake niet-waarneembare deeltjes (Protocol I) afgelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Cyprus12 december 1988
Benin27 maart 1989
Niger10 november 1992
Letland 4 januari 1993
Uruguay 6 oktober 1994
Israël122 maart 1995
Malta26 juni 1995
Zuid-Afrika13 september 1995
Brazilië 3 oktober 1995
Jordanië19 oktober 1995
Uganda14 november 1995

Behalve de in Trb. 1987, 105 genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van het Verdrag een verklaring van instemming te zijn gebonden door het aan het Verdrag gehechte Protocol inzake het verbod of de beperking van het gebruik van mijnen, valstrikmijnen en andere mechanismen (Protocol II)afgelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Cyprus112 december 1988
Niger10 november 1992
Letland 4 januari 1993
Uruguay 6 oktober 1994
Israël222 maart 1995
Malta26 juni 1995
Zuid-Afrika13 september 1995
Brazilië 3 oktober 1995
Uganda14 november 1995

Behalve de in Trb. 1987, 105 genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 4, derde lid, van het Verdrag een verklaring van instemming te zijn gebonden door het aan het Verdrag gehechte Protocol inzake het verbod of de beperking van het gebruik van brandwapens (Protocol III) afgelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties:

Cyprus12 december 1988
Benin27 maart 1989
Niger10 november 1992
Letland 4 januari 1993
Uruguay 6 oktober 1994
Malta26 juni 1995
Zuid-Afrika13 september 1995
Brazilië 3 oktober 1995
Jordanië19 oktober 1995
Uganda14 november 1995

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties medegedeeld zich gebonden te achten aan het Verdrag en aan de Protocollen I, II en III:

Slovenië 1 juli 1992
de Tsjechische Republiek22 februari 1993
Slowakije28 mei 1993
Bosnië-Herzegowina 1 september 1993
Kroatië 2 december 1993

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1987, 105.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1981, 154, Trb. 1982, 52 en Trb. 1987, 105.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 12 december 1977 te Bern tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949, betreffende de bescherming van slachtoffers van internationale gewapende conflicten (Protocol I), met Bijlage, zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 274.

Uitgegeven de twintigste februari 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO


XNoot
1

Onder de volgende verklaringen:

“1. It is the understanding of the Government of Canada that:

a) The compliance of commanders and others responsible for planning, deciding upon, or executing attacks to which the Convention and its Protocols apply cannot be judged on the basis of information which subsequently comes to light but must be assessed on the basis of the information available to them at the time that such actions were taken; and

b) Where terms are not defined in the present Convention and its Protocols they shall, so far as is relevant, be construed in the same sense as terms contained in additional Protocol I to the Geneva Conventions of August 12, 1949.

2. With respect to Protocol I, it is the understanding of the Government of Canada that the use of plastics or similar materials for detonators or other weapons parts not designed to cause injury is not prohibited.

3. With regard to Protocol II it is the understanding of the Government of Canada that:

a) Any obligation to record the location of remotely delivered mines pursuant to sub-paragraph 1a) of article 5 refers to the location of mine fields and not to the location of individual remotely delivered mines;

b) The term pre-planned, as used in sub-paragraph 1a) of article 7 means that the position of the minefield in question should have been determined in advance so that an accurate record of the location of the minefield, when laid, can be made;

c) The phrase `or similar functions' used in article 8, includes the concepts of `peace-making, preventive peacekeeping and peace enforcement' as defined in an agenda for peace (United Nations documents A/47/277 S/2411 of 17 June 1992).

4. With respect to Protocol III, it is the understanding of the Government of Canada that the expression `clearly separated' in paragraph 3 of article 2 includes both spatial separation or separation by means of an effective physical barrier between the military objective and the concentration of civilians."

XNoot
2

Onder de volgende verklaringen:

“a) Generally

(i) The term `armed conflict' of itself and in its context denotes a situation of a kind which is not constituted by the commission of ordinary crimes, including acts of terrorism, whether concerted or in isolation.

(ii) The United Kingdom will not, in relation to any situation in which it is involved, consider itself bound in consequence of any declaration purporting to be made for the purposes of Article 7 (4), unless the United Kingdom shall have expressly recognised that it has been made by a body which is genuinely an authority representing a people engaged in an armed conflict of the type to which that paragraph applies.

(iii) The terms `civilian' and `civilian population' have the same meaning as in Article 50 of the 1st Additional Protocol of 1977 to the 1949 Geneva Conventions. Civilians shall enjoy the protection afforded by this Convention unless and for such time as they take a direct part in hostilities.

(iv) Military commanders and others responsible for planning, deciding upon, or executing attacks necessarily have to reach decisions on the basis of their assessment of the information from all sources which is reasonably available to them at the relevant time.

b) Re: Protocol II, Article 2; and Protocol III, Article 1

A specific area of land may be a military objective if, because of its location or other reasons specified in this Article, its total or partial destruction, capture or neutralisation in the circumstances ruling at the time offers a definite military advantage.

c) Re: Protocol II, Article 3

In the view of the United Kingdom, the military advantage anticipated from an attack is intended to refer to the advantage anticipated from the attack considered as a whole and not only from isolated or particular parts of the attack.

d) Re: Protocol III, Article 2

The United Kingdom accepts the provisions of Article 2 (2) and (3) on the understanding that the terms of those paragraphs of that Article do not imply that the air-delivery of incendiary weapons, or of any other weapons, projectiles or munitions, is less accurate or less capable of being carried out discriminately than all or any other means of delivery."

XNoot
3

Onder het volgende voorbehoud en de volgende verklaringen en mededelingen:

“(1) Reservation. Article 7(4) (b) of the Convention shall not apply with respect to the United States.

(2) Declaration. The United States declares, with reference to the scope of application defined in Article 1 of the Convention, that the United States will apply the provisions of the Convention, Protocol I, and Protocol II to all armed conflicts referred to in Articles 2 and 3 common to the Geneva Conventions for the Protection of War Victims of August 12, 1949.

(3) Understanding. The United States understands that Article 6 (1) of Protocol II does not prohibit the adaptation for use as booby-traps of portable objects created for a purpose other than as a booby-trap if the adaptation does not violate paragraph (1) (b) of the Article.

(4) Understanding. The United States considers that the fourth paragraph of the preamble to the Convention, which refers to the substance of provisions of Article 35(3) and Article 55(1) of Additional Protocol I to the Geneva Conventions for the Protection of War Victims of August 12, 1949, applies only to States which have accepted those provisions."

XNoot
4

Onder het volgende voorbehoud:

“The Argentine Republic makes the express reservation that any reference to the 1977 Protocols Additional to the Geneva Conventions of 1949 that are contained in the Convention on Prohibitions or Restrictions on the Use of Certain Conventional Weapons which may be deemed to be Excessively Injurious or to have Indiscriminate Effects and its Protocols I, II and III shall be interpreted in the light of the interpretative declarations in the instrument of accession of the Argentine Republic to the aforementioned additional Protocols of 1977." (VN-vertaling)

XNoot
1

Het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) heeft Protocol I op 18 juni 1987 bekrachtigd.

XNoot
2

Zie noot 1 op blz. 2 van dit Tractatenblad.

XNoot
3

Zie noot 2 op blz. 2 van dit Tractatenblad.

XNoot
4

Zie noot 3 op blz. 3 van dit Tractatenblad.

XNoot
1

Zie noot 1 op blz. 2 van dit Tractatenblad.

XNoot
2

Zie noot 2 op blz. 2 van dit Tractatenblad.

XNoot
3

Zie noot 3 op blz. 3 van dit Tractatenblad.

XNoot
1

Zie noot 1 op blz. 2 van dit Tractatenblad.

XNoot
2

Zie noot 2 op blz. 2 van dit Tractatenblad.

XNoot
1

Onder de volgende verklaring:

“The Provisions of Article 7 of Paragraph (3b) and Article 8 of the Protocol on Prohibitions or Restrictions on the Use of Mines, Booby-Traps and Other Devices (Protocol II) will be interpreted in such a way that neither the status of peace-keeping forces or missions of the United Nations in Cyprus will be affected nor will additional rights be, ipso jure, granted to them."

XNoot
2

Onder de volgende verklaringen en mededelingen:

“1. Declarations

a) With reference to the scope of application defined in Article 1 of the Convention, the Government of the State of Israel will apply the provisions of the Convention and those annexed Protocols to which Israel has agreed to become bound to all armed conflicts involving regular armed forces of States referred to in Article 2 common to the Geneva Conventions of 12 Augustus 1949, as well as to all armed conflicts referred to in Article 3 common to the Geneva Conventions of 12 August 1949.

b) Article 7, Paragraph 4 of the Convention will have no effect.

c) The application of this Convention will have no effect on the legal status of the parties to a conflict.

2. Understandings:

a) It is the understanding of the Government of the State of Israel that the compliance of commanders and others responsible for planning, deciding upon, or executing attacks to which the Convention and its Protocols apply, cannot be judged on the basis of information which subsequently comes to light, but must be assessed on the basis of the information available to them at the time that such actions were taken.

b) With respect to Protocol I, it is the understanding of the Government of Israel that the use of plastics or similar materials for detonators or other weapon parts not designed to cause injury is not prohibited.

c) With respect to Protocol II it is the understanding of the Government of Israel that:

(i) Any obligation to record the location of remotely delivered mines pursuant to sub-paragraph 1a) of Article 5 refers to the location of mine fields and not to the location of individual remotely delivered mines:

(ii) The term pre-planned, as used in sub-paragraph 1a) of Article 7 means that the position of the minefield in question should have been determined in advance so that an accurate record of the location of the minefield, when laid, can be made."

XNoot
1

Zie noot 2 op blz. 6 van dit Tractatenblad.

XNoot
1

Zie noot 1 op blz. 6 van dit Tractatenblad.

XNoot
2

Zie noot 2 op blz. 6 van dit Tractatenblad.

Naar boven