A. TITEL

Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens;

Brussel, 9 februari 1994

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Trb. 1994, 69.

D. PARLEMENT

Artikel 1 van de Wet van 29 november 1995 (Stb. 563) luidt als volgt:

„Het op 9 februari 1994 te Brussel tot stand gekomen verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, waarvan de Nederlandse en Franse tekst is geplaatst in Tractatenblad 1994, 69, wordt goedgekeurd voor Nederland."

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Staatssecretaris van Financiën W. A. F. G. VERMEEND, de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken M. PATIJN en de Minister van Verkeer en Waterstaat A. JORRITSMA-LEBBINK.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 070; Hand. II 1995/96, blz. 1097–1111, 1135–1152 en 1243; Kamerstukken I 1995/96, nrs. 72, 72a; Hand. I 1995/96, zie vergadering d.d. 28 november 1995.

E. BEKRACHTIGING

In overeenstemming met artikel 19, eerste lid, van het Verdrag hebben de volgende Staten de Commissie van de Europese Gemeenschappen medegedeeld dat aan de binnen hun Staten geldende voorwaarden voor inwerkingtreding van het Verdrag is voldaan:

Duitsland19 oktober 1994
Denemarken16 februari 1995
Luxemburg16 maart 1995
België 8 juni 1995
het Koninkrijk der Nederlanden (voor Nederland) 21 december 1995

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag zijn ingevolge artikel 19, eerste lid, op 1 januari 1996 in werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Verdrag alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1994, 69.

Uitgegeven de twaalfde februari 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven