Tractatenblad 1996, 45

A. TITEL

Protocol tot invoeging van artikel 83 bis in het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;

Montreal, 6 oktober 1980

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Protocol zijn geplaatst in Trb. 1981, 85.

C. VERTALING

Zie Trb. 1981, 85.

D. PARLEMENT

Bij brieven van 7 augustus 1981 (Bijl. Hand. II, 1981, 17 010 (R 1185), nr. 1) is het in de brieven vervatte Protocol in overeenstemming met artikel 60, tweede lid, en op de voet van artikel 61, derde lid, van de Grondwet overgelegd aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en in overeenstemming met artikel 24 van het Statuut voor het Koninkrijk aan de Staten van de Nederlandse Antillen.

De toelichtende nota die de brieven vergezelde, is ondertekend door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat N. SMIT-KROES en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken D.F. VAN DER MEI.

De goedkeuring door de Staten-Generaal is op 17 september 1981 verleend.

E. BEKRACHTIGING

De volgende Staten hebben in overeenstemming met het gestelde in punt 3, letter c, van het Protocol een akte van bekrachtiging nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Internationale Burgerluchtvaart-organisatie:

Oman	11 maart 1981
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland	16 maart 1981
Korea	23 april 1981
Hongarije	27 mei 1981
Ethiopië	25 juni 1981
Bulgarije	7 juli 1981
Egypte	11 september 1981
Barbados	5 oktober 1981
het Koninkrijk der Nederlanden (voor het gehele Koninkrijk)	5 november 1981
Uruguay	7 januari 1982
de Verenigde Staten van Amerika	15 februari 1982
Irak	4 maart 1982
Oeganda	10 maart 1982
Chili	28 juni 1982
Panama	3 augustus 1982
Frankrijk	27 augustus 1982
Kenya	13 oktober 1982
Israël	25 februari 1983
Tsjechoslowakije	25 februari 1983
Libanon	14 april 1983
Oostenrijk	25 april 1983
Guatemala	26 april 1983
Spanje	11 juli 1983
België	23 september 1983
de Seychellen	23 september 1983
de Bondsrepubliek Duitsland	19 oktober 1983
Denemarken	22 december 1983
Mali	11 januari 1984
de Filipijnen	31 januari 1984
Cuba	17 mei 1984
Haïti	21 september 1984
Griekenland	25 september 1984
Zwitserland	21 februari 1985
Tunesië	29 april 1985
Canada	23 oktober 1985
Italië	29 november 1985
Luxemburg	1 oktober 1986
Marokko	29 januari 1987
de Verenigde Arabische Emiraten	18 februari 1987
Togo	24 april 1987
Pakistan	27 mei 1987
Zweden	13 juli 1987
Indonesië	29 juli 1987
Argentinië	12 augustus 1987
de Sowjet-Unie	3 februari 1988
Niger	8 april 1988
Guyana	2 mei 1988
Bangladesh	2 september 1988
Antigua en Barbuda	17 oktober 1988
Vanuatu	31 januari 1989
Cyprus	5 juli 1989
Bahrein	7 februari 1990
Qatar	8 maart 1990
Ierland	29 maart 1990
IJsland	9 mei 1990
Mexico	20 juni 1990
Mauritius	6 augustus 1990
Brazilië	30 oktober1990
Grenada	8 november 1990
Malawi	13 december 1990
Trinidad en Tobago	31 januari 1991
Singapore	7 mei 1991
Monaco	9 mei 1991
Ecuador	20 juni 1991
Saudi-Arabië	25 juni 1991
Burundi	10 oktober 1991
Finland	18 december 1991
Burkina Faso	15 juni 1992
Estland	21 augustus 1992
Fiji	21 september 1992
Papoea-Nieuw-Guinea	5 oktober 1992
Turkije	13 november 1992
Zambia	28 januari 1993
Nieuw-Zeeland	17 maart 1993
Turkmenistan	14 april 1993
de Tsjechische Republiek	15 april 1993
Jordanië	30 juni 1993
Oezbekistan	24 februari 1994
de Marshalleilanden	6 april 1994
Kroatië	6 mei 1994
Eritrea	27 mei 1994
Iran	17 juni 1994
Nauru	28 juli 1994
India	5 augustus 1994
Australië	2 december 1994
San Marino	3 februari 1995
Slowakije	20 maart 1995
Koeweit	24 mei 1995

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1981, 85.

Het Protocol is nog niet in werking getreden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1981, 85.

Voor het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart zie ook Trb. 1996, 32.

Voor een overzicht van de Protocollen tot wijziging van het bovengenoemd Verdrag zie ook rubriek J van Trb. 1996, 32.

Uitgegeven de negende februari 1996

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO