VERKEERSBESLUIT 695-2020

Logo Utrecht

Provincie Utrecht, 69 5-2020 nummer 820293A6, gemeente Bunnik, provinciale weg N411, aanwijzing individuele invalidenparkeerplaats.

De provincie Utrecht stelt een verkeersmaatregel vast ten behoeve van het aanwijzen van een invalidenparkeerplaats op kenteken, langs de hoofdrijbaan N411 tussen Utrecht en Bunnik ter hoogte van het adres Provincialeweg 93 in de gemeente Bunnik hmp. 3.270.

Gebruikte afkortingen

RVV = Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

BABW = Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer

Hmp. = Hectometerpaal

Overwegingen

Door een aanwonende van de Provincialeweg buiten de bebouwde kom is een aanvraag ingediend voor een invalidenparkeerplaats op kenteken. De aanvrager is in bezit van een geldige gehandicapten- of invalidenparkeerkaart zodat is vastgesteld dat de aanvrager minder mobiel is. Een parkeerplaats in de nabijheid van de woning is daarom wenselijk. De provincie Utrecht wijst als maatregel een parkeerplaats langs de N411 aan als invalidenparkeerplaats ten behoeve van deze aanwonende. Als wegbeheerder van de N411 is de provincie Utrecht verplicht om voor de beoogde maatregel een verkeersbesluit te nemen.

Juridisch Kader

Wettelijke grondslag:

Dit besluit wordt genomen conform:

  • artikel 2, lid 1, onder a Wegenverkeerswet 1994;

  • artikel 15, lid 1 Wegenverkeerswet 1994;

  • artikel 18, lid 1, onder b Wegenverkeerswet 1994;

  • artikel 12 en 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;

  • afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

  • het Mandaatbesluit secretaris Provincie Utrecht.

Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit

Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het BABW moet voor het nemen van verkeersmaatregelen en het aanbrengen van borden van bijlage I van het RVV 1990 en verkeerstekens op het wegdek een verkeersbesluit worden genomen. De doelstellingen van dit verkeersbesluit zijn het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van verkeer. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994.

Verplicht overleg politie

Zoals in artikel 24 van het BABW is voorgeschreven, is overleg gepleegd met de korpschef van de nationale politie over deze verkeersmaatregel. De daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van de politie heeft ingestemd met de verkeersmaatregel ten behoeve van het aanwijzen van een invalidenparkeerplaats op kenteken langs de hoofdrijbaan N411 tussen Utrecht en Bunnik ter hoogte van het adres Provincialeweg 93 in de gemeente Bunnik hmp. 3.270.

Afweging belangen

De provinciale weg N411 vormt de verbinding tussen de kern Bunnik en de gemeente Utrecht aan de zuidoostzijde. De N411 heeft de functie van erftoegangsweg en wordt door circa 9.400 motorvoertuigen per etmaal gebruikt. In provinciale weg N411 heeft op dit punt een normaal profiel. De maximumsnelheid bedraagt 80 kilometer per uur en de weg is niet gesloten voor vrachtverkeer. Er is op dit weggedeelte slechts een beperkte mogelijkheid om de auto langs de weg te parkeren in parkeerhavens. Doordat dagjesmensen ook in de parkeerhavens parkeren is het aantal havens niet voldoende om op drukke tijdstippen aan de parkeervraag te voldoen. Daarbij heeft de aanvrager geen mogelijkheid om de auto op eigen terrein te parkeren. Door de parkeerdruk in de omgeving van de woning betekent dit dat, wanneer de dichtstbijzijnde parkeerplaats(en) bezet zijn, de auto ver van de woning geparkeerd moet worden waarbij deze via het smalle trottoir met een rolstoel zeer slecht te bereiken is. Vanwege de beperkte mobiliteit van de aanvrager is een parkeerplaats in de nabijheid van de woning wenselijk. Wanneer een parkeerplaats echter niet is aangewezen als een invalidenparkeerplaats, mag eenieder zijn voertuig op deze parkeerplaats parkeren. De provincie Utrecht neemt daarom een besluit om een parkeerplaats langs de hoofdrijbaan N411 tussen Utrecht en Bunnik ter hoogte van het adres Provincialeweg 93 in de gemeente Bunnik hmp. 3.270. aan te wijzen als invalidenparkeerplaats.

Bevoegdheid

Het weggedeelte waar deze maatregel wordt getroffen, is in beheer bij de provincie Utrecht. Daarom zijn wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.

Besluit

Gedeputeerde Staten nemen een besluit om een parkeerplaats langs de hoofdrijbaan N411 tussen Utrecht en Bunnik ter hoogte van het adres Provincialeweg 93 in de gemeente Bunnik hmp. 3.270 aan te wijzen als invalidenparkeerplaats. De volgende concrete fysieke maatregel in de vorm van het plaatsen van volgend bord wordt uitgevoerd op de provinciale weg: Het plaatsen van het bord model E6 van het RVV 1990 met een onderbord OB309, waarop het kenteken van het door de verzoeker gebruikte voertuig (nu: HV-555-B) vermeld staat, waarmee deze parkeerplaats aangeduid wordt als invalidenparkeerplaats. Plaatsing ter hoogte van hmp. 3.270, met eventuele belijning om de invalidenparkeerplaats te markeren. Deze plaats is daardoor gereserveerd voor het voertuig van de aanvrager. Andere bestuurders mogen hun auto hier niet parkeren.

Aandachtspunt

Dit besluit laat de eventuele toepassing van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 onverlet.

 

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

namens hen,

 

 

Cock van Dijk

Teamleider domein Mobiliteit

 

Beroepsmogelijkheid

Tegen dit besluit kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de rechtbank Midden Nederland regio Utrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Het beroep kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 8:1 juncto art 7:1 van de Awb worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht of door belanghebbenden die geen zienswijze naar voren hebben gebracht maar die dat redelijkerwijs niet kan worden verweten of door belanghebbenden die zich niet kunnen vinden in de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit. Tevens kunt u nog in beroep tegen de ambtshalve aanpassingen welke zijn toegevoegd na de publicatie van het ontwerpbesluit. Griffierechten zijn hiervoor verschuldigd.

 

Indien bezwaar is gemaakt kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd, als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op het bezwaarschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzieningenrechter van de Sector bestuursrecht van de rechtbank Midden Nederland, Postbus 16005, 3600 DA te Utrecht. Daarbij is een griffierecht verschuldigd (zie ook: www.rechtspraak.nl/Procedures/Tarieven-griffierecht/ voor de hoogte van het griffierecht). U kunt ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor dient u te beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Naar boven