Gemeente Vlaardingen - bestemmingsplan - Paraplubestemmingsplan Parkeren 2019 - Vlaardingen

Logo Vlaardingen

Burgemeester en wethouders van Vlaardingen maken ingevolge artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening het volgende bekend. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 30 januari 2020 het bestemmingsplan “Paraplubestemmingsplan Parkeren 2019” ongewijzigd vastgesteld.

Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan met plannaam “Paraplubestemmingsplan Parkeren 2019” heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Vlaardingen.

Vanaf 1 juli 2018 zijn de stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke bouwverordening van rechtswege komen te vervallen. De verordening biedt dan geen basis meer om te toetsen aan gemeentelijke parkeernormen. Om deze normen te kunnen blijven hanteren moeten zij in bestemmingsplannen worden opgenomen. Door middel van de parapluherziening wordt in alle geldende bestemmingsplannen een parkeerregel opgenomen die bepaalt dat bij nieuwe ontwikkelingen moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Voor de uitwerking van deze open norm is een dynamische verwijzing opgenomen naar de beleidsregel Parkeernormen 2019. Deze nota vervangt de nu geldende Nota parkeerbeleid Vlaardingen 2008. Het betreft een actualisering en verdere uitwerking van reeds eerder in gang gezet en aangekondigd beleid.

Beroep

Het raadsbesluit ligt met het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage met ingang van 11 februari 2020, gedurende een termijn van 6 weken op de volgende locaties:

  • bij het Stadskantoor aan Westnieuwland 6, maandag t/m vrijdag tijdens openingsuren van 8.00 – 17.00 uur;

  • het digitale bestemmingsplan is raadpleegbaar en beschikbaar gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl. De planidentificatie is NL.IMRO.0622.0273bpPapa2019-0030.

Gedurende voornoemde termijn van 6 weken, van 11 februari 2020 tot en met 24 maart 2020, kan tegen het vaststellingsbesluit beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA te Den Haag, door een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar te maken.

Tevens is het mogelijk gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien een spoedeisend belang zulks vereist. In dat geval treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Voor zowel het instellen van beroep als het verzoeken om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Vlaardingen, 10 februari 2020

Burgemeester en wethouders van Vlaardingen

Naar boven