Toestemming BPR art 1.23 2e lid, Test autonoom meetvaartuig

Toestemming BPR art 1.23 2e lid

Toestemming Evenement

Test autonoom meetvaartuig

De Havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V., tevens Rijkshavenmeester regio Rotterdam-Rijnmond,

Overwegende:

  • het verzoek van Havenbedrijf Rotterdam NV, kantoorhoudende Wilhelminakade 909 te Rotterdam, tot het houden van een evenement waarbij één of meer schepen betrokken zijn in de Rijnhaven te Rotterdam;

  • dat bij dit evenement, dat plaatsvindt op donderdag 6 februari 2020 van 10.00 uur tot 16.00 uur, wordt getest met een autonoom meetvaartuig;

  • dat deze gebeurtenis de veilige of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar kan brengen, maar de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer wordt geacht voldoende te zijn verzekerd als de voorschriften in deze toestemming worden nageleefd;

Gelet op:

  • artikel 7, derde lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

  • artikel 11.7, eerste lid, onder a, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016;

  • artikel 1.23, tweede lid, van het Binnenvaartpolitiereglement;

  • artikel 1 van de Aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement Rotterdam 2010;

Besluit:

Toestemming te verlenen aan Havenbedrijf Rotterdam NV, kantoorhoudende Wilhelminakade 909 te Rotterdam, tot het houden van een evenement waarbij één of meer schepen betrokken zijn. Deze toestemming geldt voor het evenement, dat plaatsvindt op donderdag 6 februari 2020 van 10.00 uur tot 16.00 uur, in de Rijnhaven.

Aan deze toestemming worden de volgende voorschriften verbonden:

Artikel 1.

  • tijdens het evenement geldt dat de aanvrager er voor zorg dient te dragen dat het evenement de veiligheid van het overige scheepvaartverkeer in de Rijnhaven niet zal belemmeren;

  • de organisator dient er voor zorg te dragen dat er permanent wordt uitgeluisterd door het begeleidend vaartuig op het betreffende sectorkanaal van Vessel Traffic Services+ (VTS);

  • aan het evenement deelnemende vaartuigen dienen geen gebruik te maken van de sectorkanalen van Vessel Traffic Services voor organisatorische doeleinden;

  • de organisator van het evenement meldt de aanvang en het einde van het evenement aan de Duty Officer Verkeersafhandeling via VHF kanaal 11;

  • aanwijzingen van de bevoegde autoriteit en/of vanaf het aanwezige patrouillevaartuig van de divisie Havenmeester Rotterdam dienen door de organisatie stipt te worden opgevolgd;

  • in geval van zinken van één van de deelnemende vaartuigen draagt de organisator er zorg voor de Havenmeester onmiddellijk in te lichten en het gezonken vaartuig onmiddellijk te verwijderen, tenzij dit redelijkerwijs niet uitvoerbaar is.

Artikel 2.

De bevoegde autoriteit kan deze toestemming, wijzigen of intrekken indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet:

  • één of meer van de belangen die worden beschermd door het Binnenvaartpolitiereglement dat wenselijk maakt;

  • de verbonden voorschriften of beperkingen waaronder zij is verleend, niet zijn of worden nageleefd;

  • zich na de verlening een zodanig feit of omstandigheid voordoet dat, indien het feit of de omstandigheid ten tijde van de verlening bekend was geweest, de toestemming niet of niet onder die voorschriften of beperkingen zou zijn verleend;

  • op grond van een verandering van de (veiligheid)omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de toestemming, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de toestemming is vereist;

  • ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • degene voor wie de toestemming geldt, dit verzoekt;

  • deelnemende schepen zover van toepassing niet voldoen aan de daarvoor geldende wettelijke voorschriften (zoals benoemd, in onder andere, Binnenvaartpolitiereglement, Binnenvaartwet);

  • er sprake is van slecht zicht (1.500 meter en minder) dan wel van andere ongunstige klimatologische omstandigheden;

  • door niet voorziene omstandigheden de nautische veiligheid niet kan worden gewaarborgd;

  • er gevaren moet worden bij een windkracht van meer dan 6 BFT (10,8 m/s), gemeten op de Verkeers Centrale Rotterdam;

  • er een calamiteit plaatsvindt;

Artikel 3.

De bevoegde autoriteit zal indien van (ten dele) wijziging, of (ten dele) intrekking sprake is de aanvrager zo spoedig mogelijk hierover informeren.

Artikel 4.

De aanvraag en het (goedgekeurde) Nautisch veiligheidsplan maken integraal onderdeel uit van deze toestemming.

Artikel 5.

Deze toestemming is geldig van donderdag 6 februari 2020, van 10.00 uur tot 16.00 uur.

Artikel 6.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

R.J. de Vries DE HAVENMEESTER VAN ROTTERDAM, Rijkshavenmeester regio Rotterdam-Rijnmond.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is genomen een bezwaarschrift indienen. Het dient te worden gericht aan de Havenmeester van Rotterdam ter attentie van de Unit Handhaving en Regelgeving, postbus 6622, 3002 AP Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend zijn en ten minste te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • datum bezwaarschrift;

  • de gronden van het bezwaar;

  • een omschrijving of een kopie van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij de havenmeester heeft ingediend, een verzoek om een voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:

Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM te Rotterdam.

Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd

Naar boven