Verkeersbesluit te water inhoudende de aanwijzing van bijzondere ligplaats langs de rivier de Oude Maas, kilometerraai 983, linkeroever, binnen de gemeente Hoeksche Waard

Augustus 2020

Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Begripsbepalingen

In dit verkeersbesluit wordt verstaan onder:

1. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

2. Svw:

Scheepvaartverkeerswet;

3. Bpr:

Binnenvaartpolitiereglement;

4. Babs:

Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

5. kmr:

kilometerraai.

Overwegingen

  • Ingevolge artikel 2 van de Waterwet en kaart 143 van de Waterregeling berust het waterstaatkundig beheer van de Oude Maas bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • Ingevolge artikel 1 lid 4 van de Svw is het Bpr van toepassing daar waar eveneens sprake is van waterstaatkundig beheer door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • Voor de Oude Maas geldt een ligplaatsverbod als bedoeld in artikel 9.03, eerste lid, van het Bpr;

  • De Havenbeheersverordening Hoeksche Waard 2020 is van toepassing op het deel van de Oude Maas waar dit verkeersbesluit op ziet, de haven Puttershoek (bijlage 1, detail 4);

  • Ingevolge de definitie van vaarweg in artikel 1.01, onder D5 van het Bpr maken havens onderdeel uit van de vaarweg;

  • De haven is geen vlucht-overnachtingshaven of werkhaven zoals genoemd in artikel 9.03, derde lid, van het Bpr. In de haven geldt derhalve een ligplaatsverbod voor niet-kleine schepen;

  • Ingevolge artikel 7.02, tweede lid, van het Bpr kan het ligplaatsverbod worden opgeheven door plaatsing van één van de tekens E.5 van bijlage 7 van het Bpr;

  • Op grond van artikel 6 van de Svw moet het bevoegd gezag een besluit nemen en bekend maken, voor het aanbrengen of verwijderen van een verkeersteken dat een gebod of een verbod dan wel de opheffing van een gebod of verbod aangeeft, zoals opgenomen in bijlage 7 van het Bpr.

  • Op grond van artikel 5 van het Babs wordt aangegeven welke van de in artikel 3 van de Svw genoemde belangen aan het besluit ten grondslag liggen en welke doelstelling met het besluit wordt beoogd;

  • Op grond van artikel 2, eerste lid, onder a1, van de Svw ben ik bevoegd dit besluit te nemen;

  • Op grond van artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet kunnen verkeerstekens aangebracht en verwijderd worden in het belang van het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer en het in standhouden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de veiligheid daarvan;

  • Op grond van artikel 5, 6 en 8 van de Scheepvaartverkeerswet en artikel 5 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, moet het bevoegd gezag een verkeersbesluit nemen voor het aanbrengen of verwijderen van een verkeersteken dat een gebod of een verbod aan geeft dan wel opheft, zoals opgenomen in bijlage 7 van het Bpr;

  • Op grond van artikel 2, eerste lid, onder sub a1, van de Scheepvaartverkeerswet ben ik bevoegd dit besluit te nemen;

  • In de haven Puttershoek is de gemeente Hoeksche Waard eigenaar van de enige kade;

  • Het Rijk is eigenaar van het waterperceel waar de kade aan ligt en verhuurt dit perceel aan de gemeente.

Procedure

Door mij is geen voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb gevolgd. Ik heb overleg gevoerd met belanghebbenden. Op basis daarvan ga ik er vanuit dat belanghebbenden door het nemen van dit besluit niet in hun rechten worden geschaad.

Belangenafweging en motivering

Voor een vlot- en veilig scheepvaartverkeer is het van belang dat langs de vaarweg voldoende afmeergelegenheden zijn. Aan de Oude Maas, ter hoogte van kmr. 983, linkeroever, ligt een natuurlijke inham die de contouren van een haven heeft. De gemeente Hoeksche Waard heeft dit gedeelte van de Oude Maas dan ook opgenomen in de Havenbeheersverordening Hoeksche Waard 2020. Om de contouren van de haven te versterken worden voor de ingang havenpalen geplaatst. In de haven is alleen de kade, geschikt voor het afmeren van schepen (niet zijnde kleine schepen). Buiten de kade is onvoldoende afmeergelegenheid. Vanwege de ligging en het plaatsen van havenpalen is het mogelijk het ligplaatsverbod voor afmeren aan de kade op te heffen.

Afmeren is alleen toegestaan voor schepen die niet verplicht zijn een blauwe kegel te voeren op grond van artikel 3.14van het Bpr. Voor het afmeren van blauwe kegel schepen is dimensionering van de haven niet geschikt.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik het volgende:

  • 1. Door het plaatsen van de verkeerstekens E.5.1 en F.2a aan weerszijden van de kade, hef ik het ligplaatsverbod langs de Oude Maas ter hoogte van kmr. 983 op voor schepen die ingevolge artikel 3.14 Bpr, geen blauwe kegel(s) of licht(en) hoeven te voeren. Deze schepen mogen met toestemming van de gemeente Hoeksche Waard afmeren aan de kade, over een maximale lengte van 105 meter en een maximale breedte van 20 meter, gerekend vanaf de verkeerstekens. De borden E.5.1 vermelden het cijfer ‘20’. Twee onderborden vermelden de tekst ‘melden bij havenmeester’.

  • 2. Het ligplaats nemen dient te geschieden door te meren of door gebruik te maken van spudpalen. Het gebruik van spudpalen dient te geschieden met inachtneming van artikel 7.09 van het Bpr.

Dit verkeersbesluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, Hoofd afdeling Vergunningverlening, Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, N.C. Knaap

Bezwaar

Op grond van de Awb kunt u tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken binnen zes weken na de dag waarop het is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en gezonden aan de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

Naar boven