Ontheffing minimum VFR-vlieghoogte ten behoeve van de uitvaartceremonies voor twee NH90 bemanningsleden

29 juli 2020

Nr. MLA/138/2020

Kenmerk BS2020015377

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de Commandant van het Defensie Helikopter Commando van 29 juli 2020;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

• 1. Ten behoeve van de uitvoering van een flypast ter gelegenheid van de uitvaartceremonies voor twee NH90 bemanningsleden wordt ontheffing verleend van de minimum VFR-vlieghoogte, bedoeld in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, binnen het gebied EHTSA 1A en het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied De Kooy.

• 2. De ontheffing binnen het gebied EHTSA 1A, bedoeld in het eerste lid, is van kracht op vrijdag 31 juli 2020 van 11:30 uur tot 12:30 uur lokale tijd.

• 3. De ontheffing binnen het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied De Kooy, bedoeld in het eerste lid, is van kracht op zaterdag 1 augustus 2020 van 11:25 uur tot 12:30 uur lokale tijd.

Artikel 2

• 1. Binnen het gebied EHTSA 1A en het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied De Kooy bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode 500 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met de opdracht noodzakelijk is.

• 2. Binnen het gebied EHTSA 1A en het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied De Kooy gelden voorts de volgende regels:

  • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor luchtvaartuigen die deelnemen aan de uitvaartceremonies;

  • b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

  • c. aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden;

  • d. de ontheffing van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn;

  • e. aanvliegroute en -hoogte worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 31 juli 2020 en vervalt met ingang van 2 augustus 2020.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Op vrijdag 31 juli 2020 en op zaterdag 1 augustus 2020 wordt in het kader van de uitvaart van twee NH90 bemanningsleden een ceremonie gehouden in respectievelijk Oostrum (L) en Den Helder. Een deel van de ceremonie bestaat uit het uitvoeren van een missing man-formatie van vier (4) helikopters. Een van de helikopters klimt daarbij boven de locatie van het monument ter nagedachtenis uit de formatie.

Ter bescherming van deze speciale formatievlucht is op vrijdag 31 juli 2020 het gebied EHTSA 1A ingesteld (zie artikel 2, vijfde lid, aanhef juncto onderdeel a, van de Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden 2018).

In paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012 is het verbod opgenomen een VFR-vlucht uit te voeren beneden de minimumvlieghoogtes. Op basis van artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 wordt er met deze beschikking ontheffing verleend van dit verbod.