Verkeersmaatregel Willem Alexanderweg

Logo Maastricht

Ruimte / Mobiliteit / 2020-20375

Burgemeester en Wethouders van Maastricht

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Overwegende, dat de Willem Alexanderweg een gebiedsontsluitingsweg is in de gemeente Maastricht;

 

dat de Willem Alexanderweg toegang geeft tot de wijk Limmel;

 

dat de gemeente de bereikbaarheid van de wijk Limmel door middel van het openbaar vervoer wil verbeteren;

 

dat de lijnvoering conform Limburgnet wordt verstrakt;

 

dat hierdoor de busroutering wijzigt waardoor bushaltes worden aangelegd en worden verwijderd;

 

dat er aan de Willem Alexanderweg, ten zuiden van de aansluiting met de Balijeweg, aan beide zijden van de weg een bushalte wordt aangelegd;

 

dat er bij de halte aan de westkant een busstrook wordt aangelegd;

 

dat deze bushaltes ten goede komen aan het bereikbaar zijn van de wijk Limmel;

 

dat er ter hoogte van de nieuwe bushaltes een voetgangersoversteekplaats wordt aangelegd;

 

dat deze maatregelen worden genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

 

dat deze maatregelen worden genomen ter waarborging van de bruikbaarheid van de weg;

 

dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;

 

dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;

 

BESLUITEN:

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Willem Alexanderweg in hun besluit van 26 juni 2019, Ruimte / Mobiliteit / 2019-18624;

  • 2.

    door het plaatsen van de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 en de zebramarkering aan te wijzen als voetgangersoversteekplaats , als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990 de oversteekplaats aan de Willen Alexanderweg ten zuiden van de aansluiting met de Balijeweg;

  • 3.

    door het plaatsen van de borden L3 van Bijlage I van het RVV 1990 de haltes aan beide zijden van de Willem Alexanderweg, ten zuiden van de aansluiting met de Balijeweg aan te wijzen als bushaltes;

  • 4.

    door het aanbrengen van het woord “LIJNBUS” op het wegdek aan te wijzen als busstrook bestemd voor lijnbussen, als bedoeld in artikel 81 van het RVV 1990, de rijstrook ter hoogte van de halte aan de westkant van de Willem Alexanderweg ten zuiden van de aansluiting met de Balijeweg;

  • 5.

    door het in stand houden van de borden B1 en B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden de Willem Alexanderweg aan te wijzen als voorrangsweg;

  • 6.

    door het in stand houden van de borden C1 van Bijlage I van het RVV en onderborden met de tekst “uitgezonderd Brandweer” het deel van de Willem Alexanderweg die toegang geeft tot de brandweerkazerne gesloten te verklaren voor voertuigen, ruiteers en geleiders van rij- of trekdieren of vee in beide richtingen met uitzondering van de brandweervoertuigen;

  • 7.

    door het in stand houden van de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 op de middengeleiders van de Willem Alexanderweg bestuurders te gebieden de middengeleiders voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

  • 8.

    door het in stand houden van het bord D4 van Bijlage I van het RVV 1990 bestuurders te gebieden de rijrichting te volgen die op het bord is aangegeven;

  • 9.

    door het in stand houden van de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 en onderborden het vrijliggende pad ten noorden van de Willem Alexanderweg, gelegen tussen de Borgharenweg en de Bersebastraat, aan te wijzen als fiets/bromfietspad bereden in twee richtingen;

  • 10.

    door het in stand houden van de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 de vrijliggende paden ten oosten en ten westen van de Willem Alexanderweg aan te wijzen als fiets/bromfietspad;

  • 11.

    door het in stand houden van de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 en de zebramarkering aan te wijzen als voetgangersoversteekplaats, als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990, de oversteekplaats aan de Willem Alexanderweg ten zuiden van de aansluiting met de Dolmansstraat;

  • 12.

    door het in stand houden van de borden L3 van Bijlage I van het RVV 1990 de haltes aan beide zijden van de Willem Alexanderweg, ten zuiden van de aansluiting met de Karveelweg, aan te wijzen als bushaltes.

 

Maastricht, 16 juli 2020

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Krabbendam,

Voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 juli 2020 en ligt ter inzage tot en met 9 september 2020.

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

 

Bijlage

 

Naar boven