Verkeersbesluit in verband met het instellen van een (brom)fietspad op de Vonderweg in Beek en Donk

Logo Laarbeek

Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2020 inzake het instellen van een (brom)fietspad op de Vonderweg in Beek en Donk.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek;

Gelet op:

  • -

    het bepaalde in artikel 15 eerste en tweede lid, en artikel 18 eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders;

  • -

    het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders d.d. 7 januari 2020 inhoudende dat permanente verkeersbesluiten indien het voornemen wel in het college is geweest en er vervolgens geen zienswijzen zijn ingediend, zijn gemandateerd aan de beleidsmedewerker;

Overwegende dat:

  • -

    er een plan is opgesteld voor de reconstructie van de Vonderweg in Beek en Donk, waarbij de weg wordt ingericht als een gebiedsontsluitingsweg met een vrijliggend fietspad;

  • -

    op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor de onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • -

    op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen als er maatregelen op of aan de weg worden genomen, voor zover de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • -

    een dergelijk verkeersbesluit wenselijk is uit het oogpunt van:

    • het verzekeren van de veiligheid op de weg (artikel 2, lid 1, sub a);

    • het beschermen van weggebruikers en passagiers (artikel 2, lid 1, sub b);

    • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan (artikel 2, lid 1, sub c);

    • het waarborgen van de bereikbaarheid van omliggende bedrijven;

  • -

    Op 12 maart 2019 is een bijeenkomst geweest met diverse bedrijven en Parkmanagement Laarbeek om de plannen voor de reconstructie Vonderweg toe te lichten;

  • -

    in april 2020 een verkeersonderzoek is uitgevoerd waaruit blijkt dat de verkeersintensiteit de komende jaren zal toenemen op de Vonderweg;

  • -

    de conclusie uit het verkeersonderzoek is dat het ontwerp van de Vonderweg voldoet aan de minimale inrichting van een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom;

  • -

    uit het onderzoek blijkt dat het wenselijk is om de Vonderweg in te richten als een gebiedsontsluitingsweg met vrijliggend fietspad;

  • -

    in de periode 15 mei 2020 tot 26 juni 2020 drie zienswijzen zijn ingediend;

  • -

    Belanghebbenden zijn geïnformeerd over de maatregelen door een publicatie in de MooiLaarbeek Krant, waarbij zij in de gelegenheid zijn gesteld om hun zienswijze kenbaar te maken over het instellen van een (brom)fietspad op de Vonderweg in Beek en Donk;

  • -

    de Vonderweg in beheer en onderhoud is bij de gemeente Laarbeek en ligt ter plaatse binnen de bebouwde kom van de kern Beek en Donk;

  • -

    Overeenkomstig artikel 24 van het BABW heeft overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van de politie, waarbij te kennen is gegeven dat zij instemmen met het instellen van een (brom)fietspad op de Vonderweg in Beek en Donk;

Eerste ingediende zienswijze (Stichting Achmea Rechtsbijstand):

  • -

    in de zienswijze wordt aangegeven dat het omvormen van de Vonderweg naar een gebiedsontsluitingsweg (vrijliggend fietspad, voorrangsregelingen en maximumsnelheid van 50 km/uur) onwenselijk en onveilig is;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat het met name voor fietsers onveiliger zal worden;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat bij het instellen van voorrangsregelingen de snelheid op de Vonderweg zal toenemen;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat het ook voor vrachtwagens onoverzichtelijk wordt wanneer bij beide banen fietsers komen;

Reactie op de eerste ingediende zienswijze (Stichting Achmea Rechtsbijstand):

  • -

    door de grootte van het totale bedrijventerrein van geheel Bemmer is het wenselijk om een centrale gebiedsontsluitingsweg te hebben met de gewenste inrichting volgens Duurzaam Veilig;

  • -

    bij een gebiedsontsluitingsweg hoort een andere inrichting bij dan bij een erftoegangsweg;

  • -

    voor een gebiedsontsluitingsweg zijn de inrichtingsprincipes bij Duurzaam Veilig: vrijliggend fietspad, maximumsnelheid van 50 km/uur en voorrangsregelingen op de kruisingen;

  • -

    wij zijn van mening dat conform de richtlijnen van het CROW een vrijliggend fietspad voor fietsers veiliger is dan het fietsverkeer op de Vonderweg te laten fietsen;

  • -

    uit de uitgevoerde verkeersstudie blijkt dat de verwachte verkeersintensiteit op de Vonderweg in 2030 maximaal 6.473 motorvoertuigen per werkdag zal bedragen;

  • -

    ook blijkt uit de verkeersstudie dat bij deze intensiteit een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom gewenst is;

Tweede ingediende zienswijze (ARAG):

  • -

    in de zienswijze wordt aangegeven dat het omvormen van de Vonderweg naar een gebiedsontsluitingsweg (vrijliggend fietspad, voorrangsregelingen en maximumsnelheid van 50 km/uur) onwenselijk en onveilig is;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat het met name voor fietsers onveiliger zal worden;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat bij het instellen van voorrangsregelingen de snelheid op de Vonderweg zal toenemen;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat het ook voor vrachtwagens onoverzichtelijk wordt wanneer bij beide banen fietsers komen;

  • -

    ook wordt aangegeven dat een verhoging van de maximumsnelheid zal leiden tot een hogere uitstoot van stikstof en fijnstof;

Reactie op de tweede ingediende zienswijze (ARAG):

  • -

    door de grootte van het totale bedrijventerrein van geheel Bemmer is het wenselijk om een centrale gebiedsontsluitingsweg te hebben met de gewenste inrichting volgens Duurzaam Veilig;

  • -

    bij een gebiedsontsluitingsweg hoort een andere inrichting bij dan bij een erftoegangsweg;

  • -

    voor een gebiedsontsluitingsweg zijn de inrichtingsprincipes bij Duurzaam Veilig: vrijliggend fietspad, maximumsnelheid van 50 km/uur en voorrangsregelingen op de kruisingen;

  • -

    wij zijn van mening dat conform de richtlijnen van het CROW een vrijliggend fietspad voor fietsers veiliger is dan het fietsverkeer op de Vonderweg te laten fietsen;

  • -

    uit de uitgevoerde verkeersstudie blijkt dat de verwachte verkeersintensiteit op de Vonderweg in 2030 maximaal 6.473 motorvoertuigen per werkdag zal bedragen;

  • -

    ook blijkt uit de verkeersstudie dat bij deze intensiteit een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom gewenst is;

  • -

    wanneer een auto het minste brandstof verbruikt heb je per km de minste Co2 uitstoot. Idealiter betekent dit een snelheid tussen de 80 en 100 km/u, is een beetje afhankelijk van het type auto en motor. Een snelheid van 30 km/u geeft een hoger verbruik dan 50 km/u dus Co2 technisch is 50 km/u beter.

Derde ingediende zienswijze (bewoner Leekbusweg):

  • -

    in de zienswijze wordt aangegeven dat het omvormen van de Vonderweg naar een gebiedsontsluitingsweg (vrijliggend fietspad, voorrangsregelingen en maximumsnelheid van 50 km/uur) onwenselijk en onveilig is;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat het met name voor fietsers onveiliger zal worden;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat bij het instellen van voorrangsregelingen de snelheid op de Vonderweg zal toenemen;

  • -

    in de zienswijze is aangegeven dat het ook voor vrachtwagens onoverzichtelijk wordt wanneer bij beide banen fietsers komen;

Reactie op de derde ingediende zienswijze (bewoner Leekbusweg):

  • -

    door de grootte van het totale bedrijventerrein van geheel Bemmer is het wenselijk om een centrale gebiedsontsluitingsweg te hebben met de gewenste inrichting volgens Duurzaam Veilig;

  • -

    bij een gebiedsontsluitingsweg hoort een andere inrichting bij dan bij een erftoegangsweg;

  • -

    voor een gebiedsontsluitingsweg zijn de inrichtingsprincipes bij Duurzaam Veilig: vrijliggend fietspad, maximumsnelheid van 50 km/uur en voorrangsregelingen op de kruisingen;

  • -

    wij zijn van mening dat conform de richtlijnen van het CROW een vrijliggend fietspad voor fietsers veiliger is dan het fietsverkeer op de Vonderweg te laten fietsen;

  • -

    uit de uitgevoerde verkeersstudie blijkt dat de verwachte verkeersintensiteit op de Vonderweg in 2030 maximaal 6.473 motorvoertuigen per werkdag zal bedragen;

  • -

    ook blijkt uit de verkeersstudie dat bij deze intensiteit een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom gewenst is;

Gelet op de voorgaande overwegingen zijn wij van mening dat de ingediende zienswijzen niet zodanig zwaarwegend zijn, dat het conceptbesluit naar aanleiding hiervan moet worden aangepast.

Besluiten:

  • 1.

    Het instellen van een (brom)fietspad op de Vonderweg in Beek en Donk.

  • 2.

    Een en ander uit te voeren door het plaatsen en verplaatsen van verkeersborden conform model G12a en OB505 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 op diverse plaatsen naast de Vonderweg in Beek en Donk, zoals is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekeningnummer 2020010;

Laarbeek, 14 juli 2020,

het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek,

de secretaris,

J.W.M. van der Ven

de burgemeester,

F.L.J. van der Meijden

Contact, beroep en voorlopige voorziening

Bent u het niet eens met ons besluit? Dan kunt u hiertegen een beroepschrift indienen. Voordat u dat doet adviseren wij u om eerst telefonisch contact op te nemen met Frans Vlemmix. Hij bespreekt dan met u het genomen besluit. Bent u daarmee niet geholpen? Dan kunt u alsnog een beroepschrift sturen aan: De rechtbank Oost-Brabant, Sector bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. Zorgt u ervoor dat u het beroepschrift indient binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit. Daarmee voorkomt u dat de rechtbank uw beroepschrift niet meer kan behandelen.

 

Een beroepschrift moet ondertekend zijn en bevat verder: uw naam en adres, de datum waarop het beroepschrift is geschreven, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden (argumenten) van het beroep. Wilt u verhinderen dat het besluit op korte termijn wordt uitgevoerd? Dien dan ook een verzoek om een voorlopige voorziening in bij de voorzieningenrechter. Een verzoek daartoe richt u aan: De Voorzieningenrechter, sector bestuursrecht, postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. U kunt uw beroep- en verzoekschrift ook digitaal indienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD).

Heeft u vragen over het indienen van een (digitaal) beroepschrift of een voorlopige voorziening? Neem dan contact op met de rechtbank Oost-Brabant, telefoon (073) 620 20 20.

Naar boven