Bekendmaking intrekking verkeersbeluit Haaften, Rijkswaterstaat

Datum: 24 juli 2020

Kenmerk: RWS-2020/37442

Intrekken verkeersbesluit voor het plaatsen van een verkeersteken E. 5 bij de ingang van overnachtingshaven Haaften met een onderbord met de tekst: geldt alleen aan de steigers, op werkdagen tussen 18.00–08.00 uur en in het weekend.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Op 20 februari 2020 nam ik een verkeersbesluit met kenmerk RWS-2020/6729 om bij de ingang van de overnachtingshaven Haaften een zichtbaar bord met nieuwe informatie over het gebruik van de haven te kunnen plaatsen. Met dit bord moest worden bereikt dat beroepsschippers gedurende werkdagen overdag niet in de overnachtingshaven bleven liggen. Het bord zou het bestaande bord met de tekst “ligtijd maximaal 3 x 24 uur” (geldend voor zowel doordeweeks als in het weekend) vervangen. De aanleiding om dit verkeersbesluit te nemen was het arrest van het Gerechtshof in Den Haag van 21 januari 2020 dat bepaalde dat de Staat maatregelen zoals vermeld in een eerder vonnis van de rechtbank Den Haag van 27 november 1996 moest nemen, op straffe van een dwangsom, waaronder het plaatsen van het hiervoor genoemde nieuwe bord.

De reden dat ik het verkeersbesluit nu intrek is dat de eigenaar van de overnachtingshaven, Kerkewaard B.V., heeft aangegeven de executie van het arrest van het Gerechtshof Den Haag te zullen opschorten en de Staat niet te zullen dwingen tot het plaatsen van het bord met een nieuwe tekst, totdat de procedure waarin de Staat cassatieberoep heeft ingesteld tegen het arrest van het Gerechtshof in Den Haag is afgerond.

Dat betekent dat het bestaande bord bij de toegangsgeul naar de haven met de tekst: ”Overnachtingshaven Haaften” met daaronder een kleiner bord met de tekst “ligtijd maximaal 3 x 24 uur” zal blijven staan.

Juridisch kader

Op grond van artikel 14.11, eerste lid onder g van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 (Rpr) is het in de overnachtingshavens te Lobith (kmr 863.400), IJzendoorn (kmr 907.800) en Haaften (kmr 936.000) verboden zonder toestemming van de bevoegde autoriteit:

  • g. langer dan 3 opeenvolgende dagen ligplaats te nemen;

Op grond van artikel 2 Scheepvaartverkeerswet (Svw) ben ik bevoegd een verkeersbesluit te nemen.

Op grond van artikel 5 Svw en artikel 1 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (Babs) kan ik beslissen tot het aanbrengen of verwijderen van een verkeersteken. Dit besluit moet ik op grond van artikel 6 Svw bekendmaken.

Op grond van artikel 5 van het Babs vermeldt de motivering van een verkeersbesluit in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het besluit worden beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de artikel 3 Svw genoemde belangen aan het besluit ten grondslag liggen.

Motivering

De overnachtingshaven Haaften, gelegen aan de rivier de Waal, is in eigendom van Kerkewaard. De overnachtingshaven maakt deel uit van een grotere plas en ligt in het zuidelijk deel ervan. Op dit zuidelijke deel is een zakelijk gebruiksrecht (de erfdienstbaarheid) verleend aan de Staat. Bij de toegangsgeul naar de haven staat al decennia lang een bord met de tekst ”Overnachtingshaven Haaften” met daaronder een kleiner bord met de tekst “ligtijd maximaal 3 x 24 uur”.

Op 21 januari 2020 bepaalde het Gerechtshof Den Haag dat de Staat is gehouden de maatregelen zoals vermeld in een eerder vonnis van de rechtbank Den Haag van 27 november 1996 te nemen, op straffe van een dwangsom van 1.000 euro per dag ingaande op 21 februari 2020.

Een van de maatregelen was het plaatsen bij de ingang van de haven van een behoorlijk zichtbaar bord met informatie over het gebruik van de haven om te bereiken dat beroepsschippers gedurende werkdagen overdag niet blijven liggen.

Door het nemen van het verkeerbesluit op 20 februari 2020 om bij de ingang van de overnachtingshaven een verkeersteken E. 5 te plaatsen met de tekst: “geldt alleen aan de steigers, op werkdagen tussen 18.00 – 08.00 uur en in het weekend” kon ik aan het arrest van het Gerechtshof voldoen.

Aangezien de Staat zich niet kan vinden in dit arrest heeft de Staat op 10 april 2020 cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld.

Kerkewaard heeft schriftelijk, bij emailbericht van 23 april 2020 aangegeven de executie van het arrest op te zullen schorten en de Staat niet te zullen dwingen tot het plaatsen van het bord met een nieuwe tekst, totdat de cassatieprocedure is afgerond. Deze procedure neemt geruime tijd in beslag. Afhankelijk van de uitkomst van het cassatieberoep zal Kerkewaard bezien of er alsnog een nieuw bord met beperktere ligduur geplaatst moet worden. Het verkeersbesluit van 20 februari 2020 zal ik daarom niet in stand laten en intrekken.

Met de intrekking van het verkeersbesluit waarbij de ligtijd van schepen wordt beperkt tot het doordeweeks alleen tussen 18.00 – 08.00 uur ligplaats kunnen nemen en in het weekend (dag en nacht), worden de belangen van de scheepvaart gediend, namelijk het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer (onderdeel a van artikel 3, eerste lid Svw). Door het aanbieden van een overnachtingshaven langs de Waal, kunnen de binnenvaartschippers op een veilige manier gedurende maximaal 3 x 24 uur – zowel doordeweeks als in het weekend – hun schip afmeren en rusten, zonder het overige scheepvaartverkeer op de Waal daarmee te hinderen.

Zienswijzen

Bij de voorbereiding van het besluit zijn geen zienswijzen gevraagd omdat de plaatsing van het nieuwe bord met een beperktere ligduur niet heeft plaatsgevonden en het bestaande bord is blijven staan. Doordat tegen mijn verkeersbesluit van 20 februari 2020 bezwaarschriften waren ingediend, wilde ik deze bezwaarschriftenprocedure eerst afronden voordat ik een nieuw bord zou plaatsen.

Besluit

Gelet op de bepalingen van de Scheepvaartverkeerswet, het Rijnvaartpolitiereglement 1995, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en de hierboven vermelde overwegingen besluit ik tot het intrekken van het besluit van 20 februari 2020 met kenmerk RWS-2020/6729 om een verkeersteken E.5 bij de ingang van overnachtingshaven Haaften te plaatsen met een onderbord met de tekst: geldt alleen aan de steigers, op werkdagen tussen 18.00–08.00 uur en in het weekend.

Gevolgde procedure

De procedure als bedoeld in afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, wnd. hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat Oost-Nederland, H.M. Emond

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit beluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Rijkswaterstaat Oost-Nederland, afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan:

  • naam en adres van de indiener;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de reden waarom bezwaar wordt gemaakt;

  • de datum en handtekening.

Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat het bezwaarschrift in behandeling is. Om dit te voorkomen bestaat de mogelijkheid een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit kan door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar de indiener woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen.

Naar boven