Ontwerpbesluit opsporingsvergunning B17, F1, B16b, E3a, E6a en F2b, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

1. Onderwerp aanvraag

De Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: NAM) heeft, per brief gedateerd 6 oktober 2017, ontvangen op 10 oktober 2017, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen, op grond van artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) voor de blokken B17, F1 en delen van B16 (B16b), E3 (E3a), E6 (E6a), F2 (F2b) en F4 (F4a), welke blokken zijn aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is 5 jaar. De aanvraag is door de aanvrager aangevuld op 26 oktober 2017, 19 december 2017 en 30 april 2018.

Naar aanleiding van onderhavige aanvraag is een uitnodiging tot het indienen van concurrerende aanvragen, voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor de blokken B17, F1 en delen van B16, E3, E6, F2 en F4, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 23 december 2017, (C 444/10) en in de Staatscourant van 13 februari 2018 (Staatscourant 2018, nummer 7464. Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben Hague and London Oil Plc (hierna: HaLO), (voor F4)op 23 maart 2018 en Neptune Energy Netherlands B.V. (voor F4a) op 23 maart 2018, elk afzonderlijk, een concurrerende aanvraag ingediend.

Met een brief van 17 oktober 2019, hebben de indieners van de concurrerende aanvragen voor blokdeel F4a, aangegeven in dit gebied samen te gaan werken, met NAM als uitvoerder.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) is ingevolge artikel 6 van de Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.

2. Samenhang met andere procedures

Op grond van het besluit van de Minister van EZ, thans Minister van EZK, met kenmerk WJZ/13120244 (Staatscourant 2013, nr. 20085) wordt afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast op de voorbereiding van een besluit inzake een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Mbw voor het opsporen van delfstoffen in het continentaal plat of onder territoriale zee.

3. Adviezen naar aanleiding van de aanvraag

Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 16 februari 2018 en aanvullend op 5 december 2018 advies uitgebracht (kenmerk: Sodm/18026599 en Sodm/18317258).

TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 18 mei 2018 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 18-10.044).

EBN B.V. (hierna: EBN) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 17 december 2018 advies uitgebracht.

De Mijnraad heeft, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw, per brief van 24 januari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19014726).

4. Publicatie kennisgeving

De kennisgeving betreffende dit besluit wordt op 21 januari 2020 gepubliceerd in de Staatscourant en in de “Volkskrant”.

5. Ter-inzage-legging van het besluit

Het besluit en de bijbehorende stukken worden, met ingang van 22 januari 2020 tot en met 4 maart 2020 voor 6 weken ter inzage gelegd in de centrale hal van het Ministerie van EZK.

Gelet op de Mbw, de aanvraag en de uitgebrachte adviezen kan verlening van de opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor de blokken B17, F1 en de blokdelen B16b, E3a, E6a en F2b plaatsvinden onder het stellen van de hierna genoemde beperkingen en voorschriften.

Gelet op de artikelen 6, 7, 7a, 9, 9a, 11, 12, 13, 14, 15, 17, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor de blokken B17, F1 en de blokdelen B16b, E3a, E6a en F2b.

De opsporingsvergunning B17, F1, B16b, E3a, E6a, en F2b bestaat uit de volgende zes gebiedsdelen:

De blokken B17 en F1:

Zoals is aangegeven op de kaart die als bijlage 3 is gevoegd bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2014, nr. 4928).

Blokdeel B16b wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D en A-D.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

punt

°

’’ O.L.

°

’’ N.B.

A

3

59

54,831

55

4

57,466

B

4

19

54,862

55

4

57,480

C

4

19

54,873

54

59

57,470

D

3

59

54,842

54

59

57,456

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het ETRS89 systeem.

De oppervlakte van blokdeel B16b bedraagt 197,6 km2.

Blokdeel E3a wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D en A-D.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

punt

°

’’ O.L.

°

’’ N.B.

A

3

47

24,823

54

59

57,447

B

3

59

54,842

54

59

57,456

C

3

59

54,863

54

49

57,436

D

3

47

24,844

54

49

57,427

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het ETRS89 systeem.

De oppervlakte van blokdeel E3a bedraagt 247,7 km2.

Blokdeel E6a wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D en A-D.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

punt

°

’’ O.L.

°

’’ N.B.

A

3

47

24,844

54

49

57,427

B

3

59

54,863

54

49

57,436

C

3

59

54,867

54

48

19,433

D

3

47

24,848

54

48

19,424

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het ETRS89 systeem.

De oppervlakte van blokdeel E6a bedraagt 40,6 km2.

Blokdeel F2b wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D en A-D.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

punt

°

’’ O.L.

°

’’ N.B.

A

4

19

54,873

54

59

57,470

B

4

28

54,887

54

59

57,476

C

4

28

54,897

54

54

57,466

D

4

19

54,883

54

54

57,460

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het ETRS89 systeem.

De oppervlakte van blokdeel F2b bedraagt 89,1 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 10 oktober 2017 ingediende en 26 oktober 2017, 19 december 2017 en 30 april 2018 aangevulde aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder overlegt uiterlijk voor afloop van het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning een geactualiseerd werkprogramma. Het geactualiseerde werkprogramma voorziet -uiterlijk in het vierde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning- in het plaatsen van één boring binnen het gebied van de blokken B17, F1 en delen van de blokken B16, E3, E6 en F2 (B16b, E3a, E6a en F2b), welke blokken zijn aangegeven op de kaart, die als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling is gevoegd.

Artikel 5

Indien er wijzigingen optreden in financiële draagkracht van de vergunninghouder om alle eventuele uit de desbetreffende opsporingsactiviteiten voortvloeiende aansprakelijkheden te dragen, waaronder ten minste wordt verstaan de wijzigingen in de verzekering ten aanzien van ongevallen, deelt de vergunninghouder dit onverwijld schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

Artikel 6

Deze vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot 5 jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze, J.L. Rosch MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Naar boven